De meerderheid van hen woont in Amsterdam en in Amstelveen.
Vanaf de 16 eeuw kwamen er Joden naar Amsterdam. Het begon met de Sefardische Joden die van het Iberisch schiereiland verdreven werden. Ze waren deels bekeerd tot het christendom, vaak voor de vorm, en het was het Amsterdamse stadsbestuur niet altijd duidelijk dat ze Joden waren.
G'd verspreidde de Joden over alle vier hoeken van de aardbol om te voorkomen dat ze in één land volledig vernietigd worden. In feite staat het al voorspeld in het verbond tussen de stukken: “Je kinderen zullen zijn als het stof der aarde” (Bereesjiet 13:16).
Steden werden naar Joods gebruik vaak aangeduid met hun eerste letter volgens het Hebreeuwse alfabet. Zo werd Amsterdam dus Mokum Allef genoemd, waarvan alleen het deel Mokum door de jaren heen is overgebleven.
In twee landen is de Joodse bevolking groot: Israël en de Verenigde Staten (beiden rond 6 miljoen). Maar op een bevolking van meer dan 300 miljoen inwoners zijn de 6 miljoen Joden in de Verenigde Staten feitelijk een kleine minderheid. In Israël daarentegen is bijna 80% van de bevolking Joods.
We kennen maar drie achternamen die in het algemeen Joods zijn, namelijk Levy, Cohen en Israël. Veel Joodse namen hebben een Duitse oorsprong door de Oostenrijks-Hongaarse wet uit 1787, die Joden verplichtte een permanente achternaam van het gezin te registreren.
Jezus als messias of profeet
Volgens het Nieuwe Testament waren er Joden die tijdens Jezus' leven dachten dat hij de messias of een profeet was. Deze volgden hem op zijn reizen of kwamen van heinde en verre om hem te ontmoeten, naar hem te luisteren of een zegen van hem te ontvangen.
Het geslacht Citroen was een Amsterdams Joods geslacht. De “stamvader” van het geslacht, Roelof (1782 – 1814), handelde in groente en fruit en koos, bij de invoering van de Burgerlijke Stand in 1811, de naam Limoen(e)man. De volgende generatie vond deze achternaam maar niets, en de naam Citroen werd beter gevonden.
De vooroorlogse diamantindustrie was grotendeels in handen van Amsterdamse joden. Omdat deze joden specialistisch werk verrichtten, en dus niet zomaar te vervangen waren, konden zij zich vaak langer aan deportatie onttrekken dan andere joden.
Met Judenviertel wordt hier bedoeld het gebied dat de Duitsers beschouwden als Joods woongebied, aanvankelijk de oude 'Jodenhoek', in Amsterdam de wijk rond het Waterlooplein (Waterlooplein, Jodenbreestraat, Sint Anthoniebreestraat, Uilenburg, Rapenburg, Valkenburg, Vlooienburg, Nieuwe Herengracht, Weesperstraat en ...
Beschrijving: De keppel of kippa is het hoofddeksel waarmee joodse mannen hun hoofd bedekken om een onderscheid te maken tussen het aardse en het hogere. Ook de uitspraken in de Misjna en Talmoed, volgens welke het in strijd is met de zedigheid om blootshoofds te lopen, spelen een factor bij het dragen van een keppel.
Wat joden mogen eten: koosjer
Joden mogen geen vis en vlees samen eten. Het moet gescheiden zijn door tussen beide gerechten een snede brood te eten of iets te drinken. En er moet ook ander bestek gebruikt worden. Druivensap en wijn zijn koosjer als het hele productieproces onder rabbinaal toezicht gebeurt.
Misschien wel het meest opvallende voorbeeld van Sefardische Joden in Amsterdam is de familie Curiel, namelijk Jeromino Nunes da Costa (alias Moses Curiel), zoon van Jacob Curiel . Curiel was de grootste financiële bijdrager aan de bouw van de Portugese Synagoge in Amsterdam.
Top 50 Jiddische woorden in het Nederlands. Het Jiddisch is de Hebreeuws-Duitse mengtaal van de Joden die zich in de zeventiende eeuw in de Nederlanden – met name in Amsterdam – vestigden. Op markten, in winkels en cafés spraken deze Joden hun eigen taal.
In het licht van recent georganiseerd geweld tegen Israëlische voetbalfans in Amsterdam, adviseert Global Guardian Joodse en Israëlische reizigers om voorzichtig te zijn en een aantal belangrijke voorzorgsmaatregelen te nemen tijdens het reizen . Er is een verhoogd risico op gerichte intimidatie of geweld, vooral in gebieden met een hoog anti-Israël sentiment.
Kenmerkend voor de Joodse graven is dat er overal steentjes op liggen. Die dienen als herinnering aan de overledene. Uit respect leggen bezoekers op het graf een steentje neer, een teken dat men de dode nog niet is vergeten. Dit verwijst naar de tijd van de Exodus uit Egypte.
Het jodendom is tweeduizend tot duizend jaar voor het begin van onze jaartelling ontstaan en is een monotheïstische religie. Dat betekent dat je gelooft in één God als schepper van alles. Joden noemen deze God Jahweh, maar spreken zijn naam nooit uit. In ons alfabet schrijven we het als JHWH.
In historische bronnen zien we terug dat in de zeventiende en achttiende eeuw Joodse bewoners zich vestigden in diverse steden in de regio. Ze hadden niet veel rechten als burger. Zo mochten Joden geen lid worden van een gilde en werd het hen verboden om openlijk hun geloof te belijden.
Joden moesten dichter bij christelijke cultuur komen
Daarom moesten ze achternamen bedenken. Na 1787 voerden andere Duitstalige staten dezelfde regel in, en de namen verspreidden zich via het Jiddisch, de op het Duits gebaseerde taal die vrijwel alle joden in Midden- en Oost-Europa onderling spraken.
The Jewish surname Meijer is a re-spelling of the Jewish personal name Meyer or Meir, as though it were the Dutch occupational or status name. Van Leeuwen (habitational) and De Leeuw (a nickname, 'the lion'), are deliberate adaptations of the Jewish name Levi (a patronymic).
Peereboom en Van Thijn zijn twee van de oudste Zaans-joodse namen. In 1829 was al een Peereboom als groenteventer werkzaam in Zaandam. Saartje was de kleindochter van Levij Salomon van Thijn, loot van de bekendste joodse slagersfamilie.
Arye Shimron het bijna zeker: Jezus van Nazareth is na Pasen niet opgestaan uit zijn graf en later ten hemel gevaren. Nee, Jezus lag begraven in het graf van Talpiot in het zuidoosten van Jeruzalem. Bovendien lag hij daar niet alleen. Hij was getrouwd met Maria en had een zoon, Judas.
In het Nieuwe Testament staat Jezus Christus centraal. Joden beschouwen alleen het Oude Testament als Heilige Schrift; zij noemen dit Tora of Tenach. Het woord TeNaCH is samengesteld uit de beginletters van de drie delen van de verzameling: Tora, Nebiim, Chetubim, dat wil zeggen Wet, Profeten en Geschriften.
West-Aramees was de taal die Jezus waarschijnlijk sprak en de taal waarin een deel van de Dode Zeerollen geschreven zijn. Oorspronkelijk werd het Aramees door de Arameeërs gesproken, zij woonden in het huidige Syrië, Irak en Turkije.