Utrecht had van de vier grote steden het hoogste aandeel jongeren; 32 procent van de Utrechters was begin 2019 jonger dan 25 jaar. Daarna volgden Den Haag en Rotterdam (beide 29 procent) en Amsterdam (27 procent). Uit de vier grote steden vertrokken meer jonge gezinnen dan uit kleinere gemeenten (CBS, 28 juni 2019).
Randstad en studentensteden populair onder jongvolwassenen
Ook in Groot-Amsterdam, Utrecht, de Agglomeratie 's-Gravenhage (Randstad), Noord-Drenthe, Flevoland en Midden-Noord-Brabant (Tilburg) wonen relatief veel jongeren die elders geboren zijn.
Uit Amsterdam vertrokken relatief de meeste jonge gezinnen, bijna 12 procent. Utrecht (9 procent) en Rotterdam (8 procent) zitten ertussenin. Het vertrekpercentage van jonge gezinnen uit de stad nam vanaf 2014 elk jaar toe en daalde in 2018 licht.
Zowel vrouwen als mannen die in 2020 uit huis gingen, deden dat iets eerder dan het jaar ervoor. Vrouwen waren gemiddeld 23,0 jaar, mannen 24,4 jaar toen ze het ouderlijk huis verlieten. In 2019 was dat 23,2 en 24,6 jaar. De meeste jongeren verlaten tussen hun 18e en 30e het ouderlijk huis.
De meeste jongeren verlaten tussen hun 18e en 30e het ouderlijk huis. Van de 18-jarigen woonde 89,2 procent op 1 januari 2022 nog bij één of beide ouders. Met 25 jaar was dat 30,8 procent, en van de 29-jarigen was 11,1 procent nog thuiswonend. Vrouwen zijn minder vaak thuiswonend dan mannen.
De jeugdrechter kan hulp verplichten om de situatie thuis op te lossen. Je bent 'meerderjarig'. Je kan zelf beslissen of je ergens anders gaat wonen. Je hebt geen toestemming meer nodig van je ouders of van een jeugdrechter.
De afgelopen vier decennia vond een verschuiving plaats in de redenen om het huis uit te gaan. Eind jaren zestig verliet tweederde van de jongeren het ouderlijk huis om samen te wonen of te trouwen. In 2000-2002 vertrokken nog maar vier van de tien jongeren om deze reden uit het ouderlijk huis.
Jongeren in Europa gaan steeds later op zichzelf wonen. Dat geldt ook voor Nederland, waar jongeren gemiddeld uit huis gaan als ze 24 zijn. Dat meldt Eurostat, het Europees bureau voor de statistiek. Jongeren blijven ook tijdens hun studententijd steeds vaker thuis wonen.
Je kan als minderjarige niet alleen wonen. Je kan namelijk wettelijk geen contract ondertekenen. In sommige gevallen én met toestemming van je ouders kan je wél alleen wonen. Dat doe je met begeleiding van een erkende dienst.
Het gros van de jongeren woont nog thuis (77%), maar 41% daarvan wil graag uit huis. Daarbij zoekt maar liefst 88% naar zelfstandige woonruimte en slechts 2% speurt naar een kamer.
De gemiddelde Nederlander zou het liefste zo'n 2,25 kind krijgen en krijgt dus een 'half' kind minder dan gewenst. Hongaren zijn een stuk minder gelukkig. Gemiddeld zouden zij graag een gezin met bijna 2,5 kind hebben, maar krijgen maar iets meer dan 1 kind per vrouw.
'In Nederland is ongeveer 17 procent kinderloos, een verrassend hoog percentage,' zegt onderzoekster Renske Verweij van de Rijksuniversiteit Groningen.
Meerderheid verliest vader en wordt halfwees in pubertijd
Ongeveer een op de vijf overkomt dit voor hun zesde levensjaar. De helft wordt (half)wees in de pubertijd (12 tot 18 jaar). Twee op de drie van deze minderjarigen verliest hun vader.
Voor sommige jongeren verloopt die ontwikkeling naar zelfstandigheid niet vanzelfsprekend. Jongeren kunnen op allerlei gebieden moeilijkheden ervaren die vragen om extra hulp of ondersteuning, denk bijvoorbeeld aan: opleiding, sociale contacten, geld, huisvesting, werk, gezondheid, omgaan met alcohol of drugs.
De behoefte aan autonomie, competentie en verbondenheid is universeel en van toepassing op alle jongeren. Deze drie punten zijn je referentiekader, met als startpunt competentie (ontwikkeling). De vervulling van deze basisbehoeften leidt ertoe dat jongeren intrinsiek gemotiveerd raken om hun potentieel waar te maken.
Jongeren tussen de 16 en 27 jaar hebben soms extra steun nodig om zelfstandig te worden. Het gaat om steun waardoor ze een stevige basis hebben en lekker in hun vel zitten. Daarbij wordt gekeken naar de verbinding tussen leren, werken, relaties opbouwen, omgaan met instanties, gezond leven en zelfstandig wonen.
Beschermd wonen valt onder de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). U betaalt een eigen bijdrage voor zorg in een instelling. De berekening van deze bijdrage is dezelfde als voor de Wet langdurige zorg (Wlz).
Een tiener is een persoon die, strikt genomen, een leeftijd heeft tussen de tien en negentien jaar. Doorgaans wordt hiermee een puber bedoeld.
Heb je plannen om alleen te wonen en wil je daar hulp bij? Vraag na hoe het OCMW je kan ondersteunen. Dat kan een leefloon zijn, als het OCMW dat goedkeurt.
Uw kind kan terecht bij kamertraining of in een fasehuis als uw kind: 15 jaar of ouder is. niet meer thuis kan wonen door problemen. begeleiding nodig heeft om in de toekomst zelfstandig te wonen.
Als je op jezelf gaat wonen, verandert er veel in je uitgavenpatroon. Je moet niet alleen huur en verzekeringen betalen, maar bijvoorbeeld ook boodschappen. Houd in het begin een digitaal huishoudboekje bij om te kijken hoeveel je per maand uitgeeft. Je zult ook veel meer post krijgen.
Als je 18 jaar bent en dus meerderjarig dan mag je zelf beslissen waar je woont. Wanneer je als meerderjarige niet meer welkom bent thuis en je in een crisissituatie bevindt dan kan je terecht bij het CAW en/of bij het JAC (tot 25 jaar). Je kan langsgaan bij een onthaal in je buurt of telefonisch contact opnemen.
Maar zegt ze: 'Idealiter is de gemiddelde leeftijd rond de 20 jaar.
Maak duidelijk dat je hém niet zat bent, maar dat je denkt dat het jullie allebei goed zal doen als hij zelfstandig gaat wonen. Laat hem vervolgens vertellen hoe hij erin staat en vraag daarbij door. Wat maakt dat hij nog niet weg wil? Luister goed naar hem, zonder meteen een weerwoord te geven.