De Provo's protesteerden op een ludieke manier tegen de atoombom, de Vietnamoorlog, het gezag, de kerk en milieuvervuiling.
Doel. De beweging was een ludieke heropleving van het anarchisme dat grotendeels geweldloos was en vooral zichtbaar werd door het provoceren van de gevestigde orde. De beginselverklaring luidde onder andere: "Provo ziet zich voor de keus gesteld: desperaat verzet of lijdzame ondergang.
Provo verzette zich tegen de bestaande maatschappij. De provo's waren tegen gezag op iedere manier, en dan hadden ze met name kritiek op het gezag van de politie. Hiernaast verzetten ze zich ook tegen de verburgerlijking van de grote massa, de aantasting van het leefmilieu, het consumptiedenken, en de taboe over seks.
Provo werd in mei 1965 opgericht door onder meer Roel van Duijn (filosoof), Rob Stolk (drukker), Luud Schimmelpennink (uitvinder) en Hans Metz. In de zomer van 1965 sloten de provo's zich aan bij de happenings van Robert Jasper Grootveld (kunstenaar) op het Spui in Amsterdam.
Ze hebben lange haren en baarden en zijn gekleed in felgekleurde kleding. Vooral t-shirts, spijkerbroeken (die eruit zien als vodden), kralenkettingen, bloemen en andere versierselen horen bij hen.. Ze wijzen de industriële welvaartsmaatschappij, die veel gebruikt maakt van technologie af.
De leefwijze van de hippie was gericht op vrijheid, spontaniteit, creativiteit en plezier. De vrijheid omvatte ook seksuele vrijheid, waarbij seksuele taboes (bijvoorbeeld op openbare naaktheid) werden doorbroken en de vrije liefde (ook buiten vaste relaties om) werd bedreven.
Hippies hielden van psychedelische rock, een combinatie van rock, blues, country en western, volk en reaggae. Deze meeste muziek was eenvoudig en emotioneel. De muzikanten leefde hun muziek die, net als drugs, bedoeld was om het bewustzijn te 'vergeten'.
Nozems waren jongeren in de jaren '60 die tegen de manier hoe mensen dachten en de kleinburgerlijkheid protesteerden. Ze wilden niet meer bij jongerenbewegingen, kerken en politieke partijen horen. Ze wilden vrij zijn. Ze deden dit doormiddel van rellen.
Nozem is een Nederlands woord dat werd geïntroduceerd in 1955. Hiermee werd een destijds nieuw type jongeling aangeduid: zelfbewust en vaak agressief, gekleed in spijkerbroek en leren jack en uitgedost met vetkuif, onverschillig hangend op zijn bromfiets voor de snackbar.
De nozems hadden, anders dan jongerenculturen als de Provo's en hippies, geen politiek manifest of doelgerichte boodschap. Ze wilden gewoon lolmaken, rondhangen, luieren en op hun brommertje rond crossen.
Jongeren mochten hun verdiende geld zelf nu besteden. Ze kochten platen met hun favoriete muziek, kleding, sigaretten en een brommer. Jongeren gingen er ook anders uitzien dan de ouderen. Ze droegen andere kleren: de jongens leren jacks en spijkerbroeken, de meisjes wijde petticoats onder hun rokken.
De Artistiekelingen of Pleiners waren een jeugd/subcultuur van jongeren die in de jaren 50 bestond. Het waren voornamelijk kunstzinnig en Filosofie/filosofisch ingestelde jongeren die naar jazzmuziek luisterden, zich donker kleedden en belangstelling hadden voor de Franse cultuur (voornamelijk Franse literatuur).
Naast de nozems, waren er ook de provo's. Deze naam is afgeleid van provoceren. Deze jeugdcultuur ontstond doordat de jongeren teleurgesteld waren in het klassieke socialisme. De provo's bemoeiden zich luidruchtig met de binnen- en buitenlandse politiek.
Nozems luisterden vaak Rock & Roll en hingen rond, waarbij ze zich gedroegen als vandalen. Hierdoor ontstond er in de samenleving een negatieve sfeer rondom hen.
Nozem is eigenlijk een letterwoord: Nederlandse Onderdaan Zonder Enige Moraal (dit is een taalkundig onjuiste maar buiten de taalkunde vaak gebruikte verklaring van het woord).
Hippies waren gek op de natuur en aten het liefst onbespoten. Vaak verbouwden ze hun groenten zelf. Het milieubewuste van de hippies is nog zoiets wat anno 2012 nog bést wat meer doorgevoerd kan worden.
Hippie kleding, ook wel flower power kleding genoemd komt uit de late jaren 60 en de vroege jaren 70. De kleding kenmerkt zich door vrolijke bloemenprints en uitlopende broekspijpen.
De mensen die in de flowerpower-subcultuur zaten werden ook wel hippies genoemd. Ze leefden vaak in communes, rookten wiet, dronken thee en luisterden naar psychedelische muziek. Ze protesteerden tegen de oorlog, honger en armoede op de wereld.
Hippies verzetten zich ook tegen liefdeloosheid, oorlog, discriminatie en geweld. Het verlangen van de hippies naar een andere samenleving uitte zich doorgaans niet in een confrontatie met anderen, noch in politieke actie met het doel om de hele maatschappij te veranderen.
50 jaar geleden bloedde de flowerpower dood op het Altamont-festival. Op 6 december 1969 vielen vier doden op het Amerikaanse rockfestival in Altamont met als hoofdact de Rolling Stones. Het gewelddadige einde van de hippietijd. Het jaar 1969 was memorabel, met hoogtes en laagtes.
Kikkers, hippies en soulkikkers verschijnen in de jaren '60. In de jaren '70 komen daar de metalheads, disco's, rasta's, punkers, skinheads en hiphoppers bij. Uit deze verschillende jeugdculturen verschijnen, als vertakkingen, weer allerlei jeugdsubculturen.
Nozems kwamen niet alleen in opkomst in Nederland, maar ook in Engeland (Teddy-boys), Duitsland (Halbstarken) en Frankrijk (Blousons Noirs). De groepen hadden dezelfde kenmerken: ze kleedden zich opvallend en vielen voorbijgangers lastig. Veel Nederlands wilden niet geassocieerd worden met dit soort 'tuig'.
Nozems hadden veel vrije tijd en in de vrije tijd luisterden ze veel muziek. Muziek was voor de nozems erg belangrijk. Ze luisterden veelal naar rock (een muziekstroming die toen in opkomst was). Hun grootste idolen waren onder andere Marlen Brando en James Dean.