Het begint met weeënHet voelt als een soort kramp in je onderbuik. Het komt langzaam op en zwakt weer af. De weeën volgen elkaar steeds vaker en regelmatiger op. Bij begin weeën kan het af en toe een beetje “borrelen”, voelen als een harde buik of een kleine kramp.
Je kunt ze herkennen doordat ze steeds sneller achter elkaar komen en steeds langer gaan duren. In de beginnende fase van de bevalling zullen ze pauzes van 10 minuten hebben en zo'n 30 seconden duren, maar dit zal snel toenemen. Ook de pijn wordt hierbij heviger, wat je kunt voelen in je buik, rug of bovenbenen.
In het begin voelen deze vroege weeën aan als menstruatiekramp of pijn in de onderrug die komt en gaat met tussenpozen van 20 tot 30 minuten. Geleidelijk aan nemen pijn en krampen toe en duren deze vroege weeën langer.
Het oxytocinegehalte is het hoogst als de zwangere het meest ontspannen is.Dat is in de regel als ze slaapt. Dit is de verklaring voor het feit dat weeën vaak 's nachts beginnen. Oxytocine heb je nodig om weeën te maken.
Voorweeën/oefenweeën zijn samentrekkingen van de baarmoederspier. De baarmoeder is een holle spier die aan het einde van de zwangerschap door hormonen gaat samentrekken. Dit voelt als een menstruatieachtige pijn in de onderbuik. Vaak is dit onregelmatig.
Het is lastig om te omschrijven wat nu precies een wee is, daarom een globale omschrijving: Een wee is een pijnlijke, steeds terugkerende samentrekking van de baarmoeder. Je buik wordt hierbij hard en je kunt de pijn voelen in je buik, in je rug en soms ook in je bovenbenen.
De eerste uren van de bevalling beweegt de baby vaak tussen de weeën door. Dit kan pijnlijk zijn. Het bewegen van het kindje maakt het je soms moeilijk om te ontspannen. Warme handen op de buik maken het kindje rustig.
De adrenaline concentratie zal namelijk stijgen bij, onder andere; pijn, stress, angst en onrust. Dus ook wanneer de omgeving als niet rustig en/of veilig genoeg ervaren wordt. Dat is dan ook de reden dat de meeste bevallingen 's avonds of 's nachts starten.
In week 40-41, de week van de uitgerekende datum, heb je de meeste kans om te bevallen.
Soorten weeën
Meestal doen ze niet echt pijn, maar ze kunnen op menstruatiepijn of darmkrampen lijken. Deze komen onregelmatig en gaan vanzelf weer weg.
Meestal begint de bevalling met weeën. In het begin vaak als menstruatieachtige krampen in onderbuik en /of onderrug. Ze beginnen vaak mild met lange tussenpozen en zijn kort van duur. Gedurende de dag of nacht volgen weeën sneller op elkaar, duren langer en worden pijnlijker.
Al dagen tot weken voor je bevalling kun je beginnen met “rommelen”. Hiermee bedoelen wij dat je regelmatig harde buiken hebt die soms ook echt wel een beetje pijn kunnen doen. Met deze harde buiken is je lichaam zich aan het voorbereiden op de bevalling. Je baarmoeder is een spier en die spier is aan het oefenen.
Past er één vinger tussen, dan heb je één centimeter ontsluiting, met twee vingers zit je op drie centimeter ontsluiting, kan ze een V maken, dan is het vier centimeter, en zo verder. Als er uiteindelijk geen rand van de baarmoedermond meer te voelen is rond het hoofdje van je baby, heb je volledige ontsluiting.
Het komt regelmatig voor dat vrouwen al weken voor de bevalling last hebben van voorweeën. Deze voorweeën komen vooral 's nachts omdat de baarmoeder dan het meest actief is.
Tekenen van vroegtijdige bevalling
Andere tekenen van een vroegtijdige bevalling zijn: Menstruatieachtige krampen boven het schaambeen. Druk of een pijnlijk gevoel in het bekken, de dijen of de lies. Een zeurende onderrugpijn of tegendruk.
In ongeveer 90% van de gevallen begint een bevalling met weeën, in 10% met het breken van de vliezen. Maar soms kan het ook nog loos alarm zijn.
Onder invloed van hormonen en onder druk van je baby wordt de baarmoedermond wat losser en weker. Hierdoor verlies je de slijmprop en kan je deze tegenkomen in je ondergoed of in het toilet. De slijmprop is te herkennen als een slierterige prop slijm van een paar centimeter, soms met wat bloed.
Er zijn verschillende soorten weeën: voorweeën, indalingsweeën, ontsluitingsweeën en persweeën.
Elke vrouw hoopt natuurlijk op een vlotte bevalling. De bevalling van de Australische Mary Gorgens voltrok zich echter wel héél snel: binnen slechts twee minuten zette ze haar vijfde kindje op de wereld.
Wandelen
Lekker in beweging blijven op een tempo dat bij je past, het hoofdje van de baby schommeltje mee en stimuleert de baarmoedermond en kan daarmee de bevalling natuurlijk opwekken.
De beweeglijkheid van jouw baby zegt iets over zijn conditie. Daarom is het belangrijk dat je het beweegpatroon van je baby goed leert kennen. Als je baby minder of anders beweegt dan je gewend bent, kan dit een signaal zijn dat er iets verandert in de conditie van je baby.
Het timen van weeën is vrij eenvoudig. Je houdt de tijd bij vanaf het begin van een wee tot het begin van de volgende wee.Bij het vaststellen van de frequentie, moet je het aantal minuten tussen elke wee noteren. Er zijn verschillende manieren om weeën te timen, waaronder met een stopwatch of een app op je telefoon.
Pas wanneer je 10 centimeter ontsluiting hebt is de baarmoedermond volledig open en klaar voor de geboorte van je baby. Dit wordt ook wel de uitdrijvingsfase genoemd. Je mag dan gaan persen. Waarschijnlijk heb je dit al geoefend, thuis of tijdens een zwangerschapscursus.
'Zo'n snelle bevalling noemen we wel een stortbevalling', vertelt verloskundige en Ouders van Nu expert Karlijn Janssen. 'Er bestaat geen harde definitie voor, maar ik zou spreken van een stortbevalling als de bevallingsduur bij een eerste kind minder is dan zo'n drie tot vier uur', zegt ze.
Je verloskundige of arts meet tijdens een vaginaal toucher de ontsluiting. Met de wijs- en middelvinger voelt ze in je vagina hoeveel ruimte er is in de baarmoedermond. Afhankelijk van hoe ver de wijs- en middelvinger van elkaar geopend kunnen worden tijdens dit onderzoek, schat ze hoeveel ontsluiting er is.