De meeste sportvissers gaan met wormen aan de slag als ze gaan forelvissen. Wormen zijn een favoriet aas van de forel. De forelvisser kan het beste één wat grotere worm te gebruiken. Als je met wormen gaat forelvissen dan vis je vrijwel altijd met een dobber.
Denk hierbij aan onder andere Wasmotten, Meelwormen, Morio's, Tebo larven, Viswormen, Maden, Casters, en Dauwpieren. Vooral wasmotten zijn erg geschikt voor het vissen op forel. Forellen houden namelijk erg van wasmotten. Ook kunstaas en het bekende forellendeeg is erg geschikt voor het vissen op forel.
Techniek forelvissen
Stel je dobber op ongeveer een meter diepte af en werp in. De forel is een vrij zwemmende vis, dus deze kan zich overal in de vijver bevinden. Belangrijk is dus dat je verschillende dieptes en plekken probeert tot je de vis gevonden hebt.
Forelvissen met kunstaas
Denk hierbij met name aan plugjes tot een centimeter of 3 a 4. Drijvende pluggen en ondiep lopende pluggen werken het beste. Dit komt omdat de stromende wateren waar je in vist vaak ondiep zijn. Pluggen met patronen van andere vissen erop hebben een goede naam.
De forel (Oncorhynchus mykiss) is een zoetwatervis, die familie is van de zalm. In het wild leven ze gewoonlijk in sterk stromend en helder water. Forel is hoofdzakelijk een carnivoor. In de natuur voedt hij zich met wormen, insecten en soms met kleine visjes.
Wormen zijn een favoriet aas van de forel. De forelvisser kan het beste één wat grotere worm te gebruiken. Als je met wormen gaat forelvissen dan vis je vrijwel altijd met een dobber. Je laat de dobber en het aas dan meedrijven met de stroom van het riviertje waar je in vist en hoopt zo dat de forel toehapt.
Vanaf april, zowat het officiële begin van het vijverforel seizoen is het water meestal warm genoeg en gaat de forel actief jagen in zowat alle waterlagen, ook in het oppervlak. In de zomer wordt het oppervlakte water steeds warmer en als het te warm wordt gaat de forel op zoek naar koeler en zuurstofrijker water.
De gevangen forellen moet je mee naar huis nemen. Terugzetten mag niet, legt Bremer uit: ? Een forel is gevoelig en slikt het aas behoorlijk ver in. Daardoor raakt het dier gewond.
Tijdens het actief vissen of slepend vissen met een foreldobber, gooi je het aas meerdere malen achter elkaar in en haal je het daarna langzaam binnen. De beweging van het aas in het water lokt de forel uit tot aanbeet. Het is tijdens actief forelvissen wel belangrijk om in beweging te blijven.
Bij gebruik van drijvend aas of deeg knijp je op de onderlijn op ongeveer 10 cm van de haak een klein knijploodje. Het laat het aas langzaam zakken en voorkomt dat licht aas gaat drijven. Je gooit de montage in over de plaats waar je vermoed dat de forellen zich ophouden.
Zoals bij elke visserij is de haak het belangrijkste onderdeel van je montage. Bij het forelvissen moet je denken aan forelhaken met een grote tussen maat 4 en 12. Vaak wordt gedacht dat het vissen met een zo klein mogelijke haak het meest effectief is.
Bij het forelvissen gebruik je altijd soepele zachte nylon lijn. Tijdens het forelvissen zijn er veel technieken waarbij actief gevist wordt en soepele lijnen dus een must zijn. De aanbeten van een forel zijn soms explosief en onder de dril mag de forel graag springen.
De juiste forelhengel voor jou
Voor een beginnend forelvisser raden we een lichte spinhengel aan van 2,40 tot 3,00 meter met een maximaal werpgewicht van 20 tot 25 gram. Ben je een wat gevorderde visser dan kun je ook een lichtere hengel nemen zodat je de vis nog beter kunt voelen.
Pas je techniek aan op het seizoen en het weer. In de winter is het kouder aan het wateroppervlak omdat dit het snelste afkoelt. De forel zal dan net als alle andere vissen de warmte opzoeken en die zit onderin. Vis dus in de winter diep.
Bij het forelvissen pas je je lood aan op het gewicht van je dobber, op forelvijvers hoef je vaak niet ver te werpen om vis te vangen. Een combinatie van een 3 grams dobber met een 3 grams loodje is meestal al meer dan genoeg. In de zomerse dagen zit de vis vaak heel hoog en vis ik zelfs met 1 of 2 grams combinaties.
Pluggen als forel kunstaas
Het beste zijn kleine plugjes die een felle zwemactie hebben. Omdat de kunstaas plugjes klein moeten zijn vallen tweedelige plugjes eigenlijk af. Eendelige plugjes zijn dus een goede keuze. Afhankelijk van het water waar je in vist kan je ondiep of diep lopende plugjes gebruiken.
De trekkracht is middelmatig waardoor je een relatief dikke lijn nodig hebt. Dit heeft invloed op de souplesse en de weerstand in het water. Wil je met een nylon lijn op forel gaan vissen dan raden wij een lijn aan met een diameter van 0,16mm tot 0,22mm aan.
Springt er regelmatig een forel of zalmforel op, dan zijn de vissen aan het jagen. Dit betekent dat ze veel hoger in het water zitten.
Powerbait gebruik je door een beetje aas uit het potje te pakken, dit tot een balletje te rollen en de haak in het aas te drukken. Het bovenste deel van je balletje Powerbait rol je tot een puntje over de haak en de onderkant druk je plat tot je het op een soort van eendenvoetje lijkt.
Of wat is nou de beste kleur powerbait? In de regel zijn er drie kleuren zijn altijd wel forel vangen, dit zijn de kleuren zwart, wit en groen. Neem deze kleuren powerbait dan ook altijd mee.
Eerst even goed kijken hoe het haakje zit en daarna de gevangen vis voorzichtig iets “in de richting van de punt van de haak drukken. Vrijwel altijd zal de vis nu al zijn onthaakt. Ook kan het voorkomen dat een gevangen vis de haak wat dieper heeft geslikt.
Houd de vis aan de kop vast met je linkerhand met de rug naar je toe. Maak langs de kieuw een insnede naar de kop toe en draai je mes een kwartslag, houd het mes bijna horizontaal en goed met de zijkant op de graat. Snijd in één beweging de filet eraf.
Werplood en dobber zijn niet nodig. Door de vorm van de Spoon zal deze gaan waggelen (een snelle op en neer gaande beweging) wanneer hij door het water wordt gesleept. Door deze beweging zal de forel gelokt worden. Omdat de haak direct op de Spoon gemonteerd is zal de vis vaak bij de eerste aanbeet gehaakt worden.
Laat het haakaas zakken op je stek en plaats de lijn vervolgens in de swinger. Stel deze wel zo af dat hij met wat spanning er in blijft zitten en wanneer je een aanbeet hebt hij er ook weer uit kan schieten. Zet je hengel op de rodpod en stel deze af. Op deze manier blijft je lijn boven water.