Fietsers vallen in de wet onder bestuurders. Voetgangers vallen hier niet onder. Dat maakt dat de voorrangssituaties voor fietsers niet hetzelfde zijn als voor voetgangers. Op kruispunten verlenen bestuurders voorrang aan bestuurders die van rechts komen, dus ook aan fietsers.
Een fietser is voor de wet een bestuurder. Dat betekent dat dezelfde voorrangregels gelden als voor alle andere bestuurders. Maar je bent wel kwetsbaar op de fiets.
Fietsers moet zich aan de verkeersborden en verkeersregels houden. Zo moeten zij op het fietspad rijden. Als er geen fietspad is, moeten zij rechts op de rijbaan rijden. Voor een elektrische fiets (of e-bike) gelden dezelfde verkeersregels als voor een gewone fiets.
Bestuurders zijn alle personen die aan het verkeer deelnemen met uitzondering van voetgangers. Voetgangers vallen hier dus niet onder.
Voorrangsregels. Voorrangsregels gelden voor alle bestuurders, dus ook voor fietsers. Voetgangers vallen niet in de categorie bestuurders, maar wel in de categorie verkeer en verkeersdeelnemers. De voorrangsweg wordt aangegeven door haaientanden en/of door voorrangsborden.
Wie een fietser aanrijdt, moet niet alleen diens lichamelijke schade vergoeden, maar ook de eventuele schade aan kleding en bril. Deze regel geldt altijd, ongeacht wie schuld heeft aan het ongeval. Alleen als de fietser ouder is dan 14 jaar en het ongeval bewust heeft uitgelokt, moet hij zelf voor de kosten opdraaien.
Voor alle duidelijkheid: als je fietst, ben je een bestuurder die deelneemt aan het verkeer. Als je de fiets aan de hand hebt, ben je een voetganger. Enkel een voetganger heeft voorrang op een voetgangersoversteekplaats.
Regeling voertuigen
De fiets is een voertuig in de zin van de wet, en ook in praktische zin. In de Regeling voertuigen is de fiets omschreven in Afdeling 9 'Fietsen'.
Een fietser heeft voorrang op het fietspad. Een fietspad is het deel van de openbare weg dat afgebakend is door twee evenwijdige witte onderbroken strepen en dat niet breed genoeg is voor het autoverkeer.
Oversteken
Aan een zebrapad moet je van je fiets stappen om voorrang te krijgen. Voorrang op zebrapaden is enkel voorbehouden aan voetgangers. Steek je al fietsend het zebrapad over, dan moet je dus zelf voorrang verlenen.
Inmiddels is de wet al weer jaren terug veranderd. Fietsers worden nu, net als auto's en scooters door de wet aangezien als 'bestuurders'. Zij zijn wat betreft de voorrangregels gelijk gesteld met motorvoertuigen. Een auto van links moet een fietser van rechts voorrang verlenen.
Fietsers zijn bestuurders en moeten dezelfde regels naleven als de bestuurders van andere voertuigen.
Plaats waar je mag fietsen (artikel 5 Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990) Fietsers gebruiken het verplichte fietspad of het fiets/bromfietspad. Zij gebruiken de rijbaan indien een verplicht fietspad of een fiets/bromfietspad ontbreekt. Zij mogen het onverplichte fietspad gebruiken.
De fietser hoeft geen schuld aan te tonen. De bestuurder van een motorrijtuig kan de fietser aansprakelijk stellen voor de schade door de aanrijding, maar dat is wel complex. De zwakke verkeersdeelnemers worden door de wet beschermd, in artikel 185 Wegenverkeerswet.
Voorbeelden. Een fietser rijdt tegen een stilstaande auto aan die voor een rood verkeerslicht staat te wachten waardoor de zijspiegel beschadigd wordt. Omdat de fietser een fout maakt en de automobilist niets te verwijten valt (overmacht), is de fietser aansprakelijk. De automobilist krijgt 100% van zijn schade vergoed ...
Bij een ongeval wordt de zwakke verkeersdeelnemer, waaronder de fietser, wettelijk beschermd. Wanneer ligt de schuld voor autoschade wel 100% bij de fietser? Zodra je in een motorrijtuig deelneemt aan het verkeer sta je bij een ongeluk met een voetganger, fietser of andere zwakke verkeersdeelnemer niet sterk.
Bestuurders mogen zwakke weggebruikers niet in gevaar brengen en moeten hun in de meeste gevallen voorrang verlenen. Zo moeten bestuurders bijvoorbeeld stoppen aan een zebrapad. Ook moeten ze extra aandachtig zijn in speelstraten of op oversteekplaatsen voor fietsers en voetgangers.
Vaak is het asfalt van een fietsstrook rood. De rode kleur heeft geen wettelijke betekenis. Wanneer de strook alleen rood is, (in Nederland: zonder fietssymbool), dan wordt de strook officieel fietssuggestiestrook genoemd, en kunnen andere voertuigen er ook gebruik van maken.
- als er geen fietspad is mag je met twee naast elkaar op de rijbaan fietsen: binnen de bebouwde kom moeten tegenliggers kunnen kruisen. buiten de bebouwde kom moet je ook achter elkaar gaan rijden als er achteropliggend verkeer komt.
Een fiets is een voertuig dat oorspronkelijk veelal louter met spierkracht werd aangedreven. De hedendaagse fiets bestaat doorgaans uit twee wielen, een frame, een zadel, een stuur en een trapas met pedalen.
Gemotoriseerd voertuig, niet zijnde een bromfiets, snorfiets, invalidenvoertuig of tram. Geen motorvoertuigen zijn bromfietsen, fietsen met trapondersteuning en gehandicaptenvoertuigen.
Gemotoriseerd voertuig voor het wegverkeer. Hieronder vallen personenauto's, bedrijfsmotorvoertuigen (bestelauto's, vrachtauto's, trekkers, speciale voertuigen, bussen), motorfietsen en voertuigen met een bromfietskenteken. Op rails rijdende voertuigen en fietsen met trapondersteuning vallen hier niet onder.
Voetgangers voorrang verlenen is niet moeilijk, maar toch doen sommigen het niet. Je mag uit je zelf voetgangers altijd voorrang geven, al staat er een verkeersborden voorrang voor jou als bestuurder. Je mag het voor dat moment negeren. Vooral kinderen of ouderen kunnen liever voorrang krijgen.
Mensen met skeelers, rolschaatsen, skateboard, kinderwagen, step of skelter zijn voetgangers. Ook de bestuurder van een gehandicaptenvoertuig die zich op het trottoir of voetpad begeeft, of oversteekt van het ene naar het ander trottoir/voetpad wordt gezien als voetganger.
“Er geldt een aantal basisregels in het verkeer. Zo moeten voetgangers gebruikmaken van een trottoir of voetpad. Als dit niet beschikbaar is, mag er op het (brom-)fietspad gelopen worden. Ontbreekt ook een fietspad, dan mag de voetganger gebruikmaken van de berm of de uiterste zijde van de rijbaan.