Staat voor 'leer- en opvoedingsmoeilijkheden'. Benaming voor onderwijs dat is afgestemd op de specifieke moeilijkheden die kinderen en jongeren ondervinden bij het volgen van onderwijs.
In het Lom-onderwijs wordt onderwijs gegeven aan kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden. De Lom-schoolleerlingen zijn kinderen met een normale intelligentie bij wie het schoolse leren echter door bepaalde ontwikkelingsstoornissen wordt belemmerd.
Het SBO is voor leerlingen die het op een reguliere basisschool (een gewone basisschool) niet redden. Deze leerlingen hebben een lichtere problematiek dan leerlingen op een SO-school.
Het (voortgezet) speciaal onderwijs is er voor leerlingen die specialistische ondersteuning nodig hebben, dat het regulier onderwijs niet kan bieden. Er is speciaal onderwijs (so) en voortgezet speciaal onderwijs (vso).
ZMOK is een vorm van speciaal onderwijs, vallend onder Cluster 4, bestemd voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen. ZMOK-scholen bieden hetzelfde onderwijs als andere scholen, maar aangepast aan de specifieke problemen van de leerlingen.
Tot 1985 werd het speciaal onderwijs in Nederland 'buitengewoon lager onderwijs' (BLO) genoemd. Onder het BLO vielen vele vormen van onderwijs, bijvoorbeeld ook dat voor kermis- en schipperskinderen.
Een mytylschool is net als een tyltylschool een aangepaste school voor kinderen met een handicap. De namen Mytyl en Tyltyl zijn overgenomen van het sprookje l'Oiseau bleu, van Maurice Maeterlinck en soortnamen geworden voor lichamelijk en meervoudig gehandicapte leerlingen.
Er zijn verschillende soorten speciaal (basis)onderwijs. Er zijn bijvoorbeeld scholen die speciaal onderwijs (SO) bieden aan leerlingen die zeer moeilijk leren, deze leerlingen hebben vaak een IQ onder de 70. Er zijn ook scholen die speciaal onderwijs bieden aan kinderen met een lichamelijke of meervoudige beperking.
Speciaal basisonderwijs (SBO)
Het speciaal basisonderwijs is voor kinderen die het niet redden op een gewone school. Het gaat vaak om kinderen met leerproblemen of gedragsproblemen, zoals ADHD, dyslexie, autisme of kinderen die moeite hebben met leren.
Het speciaal basisonderwijs (SBO) is bedoeld voor leerlingen die het niet redden op de gewone basisschool. Leerlingen die leerproblemen en|of gedragsproblemen hebben. Kinderen kunnen meerdere hulpvragen tegelijk hebben. Kinderen die het te moeilijk vinden om het op de gewone school bij te benen.
Voordat de school uw kind toelaat, moet de school bij het samenwerkingsverband een toelaatbaarheidsverklaring aanvragen. Dit is een bewijs dat uw kind recht geeft op een plek in het speciaal onderwijs. Deskundigen adviseren het samenwerkingsverband of uw kind (voortgezet) speciaal onderwijs nodig heeft.
Bijzondere scholen kunnen leerlingen soms weigeren. Dat kan bijvoorbeeld als ouders de grondslag van de school niet onderschrijven. Voor aanmelding op een school voor voortgezet onderwijs moet de school zich baseren op het basisschooladvies.
De voordelen. Het belangrijkste voordeel van speciaal onderwijs is dat er extra aandacht is voor je kind, of dat nu een gedragsprobleem is of een psychische stoornis. Ook zijn de klassen een stuk kleiner en laat de docent de kinderen nooit alleen. De dochter van Michel – “een frietje moeilijk” – kwam “enorm tot rust”.
ZMLK-onderwijs is een onderwijsvorm gericht op zeer moeilijk lerende kinderen, kinderen met een verstandelijke handicap/beperking of ernstige leerproblemen.
Huiswerk: Kinderen met ADHD vinden het zelf moeilijk om te plannen en structuur aan te brengen, ondersteuning daarbij is onmisbaar. Heen en weer schriftje en / of agenda's zijn belangrijke hulpmiddelen. Leer het kind samen met de ouders een agenda bij te houden.
Onlangs kwam de sfeer samen met de kwaliteit van onderwijs naar voren als belangrijkste aspecten voor de keuze. Andere aspecten, die meewegen voor de schoolkeuze: Goede sfeer en uitstraling. Kwaliteit van onderwijs.
Gemiddeld verdienen leraren in het basisonderwijs en leraren in het speciaal (basis- en voortgezet) onderwijs zo'n € 5.100 per maand. In die berekening is rekening gehouden met de schalen en tredes van alle leraren (gewogen gemiddelde) in loondienst. Dit is gemiddeld ruim anderhalf keer het modale inkomen.
In het algemeen is IQ nog steeds de beste voorspeller voor schoolsucces. Fossen vond een vrij sterke samenhang (een correlatie van . 64) tussen IQ en schooltype in het voortgezet onderwijs in een gemengde steekproef van basisschoolleerlingen en leerlingen uit het speciaal (basis)onderwijs (Fossen, 2005).
Van 85 tot 115 spreek je van een normaal IQ. Boven de 115 is het IQ bovengemiddeld en boven de 130 spreek je van hoogbegaafd. Een IQ onder de 85 is beneden gemiddeld maar wordt ook wel zwakbegaafd genoemd. Een IQ tussen de 70 en 50 wordt licht zwakzinnig genoemd.
Een vorm van speciaal onderwijs (so) voor kinderen met een lichamelijke handicap. Een tyltylschool is voor kinderen met meervoudige handicaps. Een van de kenmerkende aspecten van mytyl--tyltylscholen is dat in een klas of groep naast onderwijs ook revalidatiezorg wordt gegeven.
ZML-scholen voor leerlingen met een verstandelijke beperking. Leerlingen met een verstandelijke beperking kunnen naar een ZML-school (zeer moeilijk lerende kinderen). Niet alle ZML-scholen zijn hetzelfde: sommige hebben ook plaats voor meervoudig gehandicapte leerlingen.
Bij preteaching krijgen zwakke leerlingen voor de les alvast uitleg over de lesstof. Op deze manier krijgen de kinderen twee keer instructie, dat heeft een positief effect op de resultaten.
speciaal onderwijs {het}
special education {znw.}
Bijzonder onderwijs wordt soms verward met speciaal onderwijs (in Vlaanderen het buitengewoon onderwijs), onderwijs aan kinderen die vanwege leer- of gedragsproblemen, vanwege lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke handicaps of door gedragsstoornissen extra zorg op school nodig hebben.