Het algemeen voortgezet onderwijs kent de volgende schoolsoorten: vwo (voorbereidend wetenschappelijk onderwijs) met een duur van zes jaar; hieronder vallen het atheneum, het gymnasium en het lyceum (een combinatie van atheneum en gymnasium);
Laag: Dit omvat onderwijs op het niveau van basisonderwijs, het vmbo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo of de assistentenopleiding (mbo-1). Middelbaar: Dit omvat de bovenbouw van havo/vwo, de basisberoepsopleiding (mbo-2), de vakopleiding (mbo-3) en de middenkader- en specialistenopleidingen (mbo-4).
Mbo niveau 4 is het hoogste niveau binnen het middelbaar beroeps onderwijs (mbo). De mbo-opleidingen niveau 4 leiden je op tot een baan waarbij je zelfstandig specialistische, uitvoerende taken kunt verrichten. Denk hierbij aan opleidingen als MBO Bedrijfsadministrateur, MBO Onderwijsassistent of MBO Doktersassistent.
Havo staat voor hoger algemeen voortgezet onderwijs. Deze opleiding duurt vijf jaar en bereidt leerlingen voor op het hoger beroepsonderwijs (hbo). Het tempo en niveau ligt hoger dan op het vmbo. Leerlingen moeten zelfstandig werken, lezen en schrijven en er wordt veel huiswerk gegeven.
Wanneer je van havo naar mbo gaat, kan je elk niveau van mbo opleiding volgen. De enige vereiste om een mbo niveau 4 opleiding in te stromen, is dus dat je de onderbouw van de havo hebt afgerond. Als het dus moeizaam gaat in de bovenbouw, is een stap naar mbo niveau 4 dus goed om te overwegen.
De cijfers die de leerlingen halen voor toetsen dalen gemiddeld met 0,5 – 1 cijferpunt, en dat is aanzienlijk. Veel HAVO-leerlingen blijken moeilijk in staat deze teruggang in cijfers om te buigen, en blijven daardoor zitten, of stromen af naar de MAVO.
Het vwo is een onderwijssoort in het voortgezet onderwijs, die vooral bedoeld is als voorbereiding op het wetenschappelijk onderwijs. Het vwo heeft zes leerjaren. In de bovenbouw (leerjaren 4, 5 en 6) kan gekozen worden uit vier profielen.
In het kort: Met een vwo-advies kan je zowel naar het atheneum als het gymnasium. Het niveau is op het atheneum en gymnasium gelijk. Het enige verschil is dat je op het gymnasium ook de vakken Latijn, Grieks en klassieke culturele vorming krijgt. Ook krijg je een gelijke diploma als je na klas 6 geslaagd bent.
Het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) bereidt leerlingen voor op een studie aan de universiteit. Het vwo duurt 6 jaar.
Een typische vwo leerling is zeer zelfstandig en vormt graag zijn of haar eigen mening. Daarbij is er altijd de drang naar onderzoek. Een vwo'er is uiteraard slim, beschikt over een uitstekend zelfreflectie en is kritisch. Op zichzelf, maar ook op de directe omgeving.
Meer jongeren zijn naar de havo of het vwo gegaan en minder naar het vmbo. In 2020/2021 zit 45 procent van de leerlingen in het derde leerjaar op het havo of vwo. 22,5 procent van de derdejaars leerlingen in het voortgezet onderwijs volgt een vwo-opleiding en bijna 23 procent zit in het derde jaar van de havo.
Als je over bent naar 4 havo/vwo, kun je terecht op het mbo. Volg je een opleiding op niveau 4, dan kun je daarna doorstromen naar het hbo. Heb je je havodiploma niet behaald en wil je overstappen naar een praktische opleiding? Kies dan voor een mbo-opleiding.
Het antwoord op deze vraag is “Ja” u kunt tegenwoordig een diploma kopen met registratie. Wij hanteren een waterdichte methode waardoor u 100% veilig bent en geen problemen krijgt. U kunt deze registratie ook nakijken door in te loggen in het duo-register.
Samengevat zijn de opties als volgt: Het hele jaar overdoen: alle vakken opnieuw volgen en het examen opnieuw maken. Dit kan op een middelbare school, bij het vavo of op een privéschool. Deelcertificaten halen: het examen opnieuw maken voor de vakken die je onvoldoende hebt afgesloten.
Vroeger bestond de mulo, de mms en de hbs. Dit zijn de voorlopers van de vmbo, havo en het vwo. Op het moment dat de Mammoetwet inging veranderde er best veel. Er was meer keuze uit verschillende schoolvakken.
Nee, dat kan niet. Bij wet zijn er toelatingseisen; ofwel een MBO niveau 4 diploma, ofwel havo of vwo diploma. Overgang van 5 naar 6 vwo is niet voldoende, een toelatingstest kan pas op je 21e.
We vergelijken het Diploma van Secundair Onderwijs in de richting Algemeen Secundair Onderwijs (ASO) met een vwo-diploma.
Het atheneum is een richting binnen het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo). Het vwo duurt in principe altijd zes jaar. Met een vwo-advies kan je naar het atheneum of gymnasium. Vergeleken met het gymnasium volg je op het atheneum niet de vakken Grieks en Latijn.
Vwo'er is voor de gewone mensen, Gymnasiast hoor je vaak ouders hun kind noemen om even duidelijk te maken dat ze exceptioneel zijn. Zijn ze ook maar dat is elk kind, punt uit. Gymnasium is niet zomaar iets, het gewoon VWO+ omdat je verplicht bent grieks/latijn te hebben.
Belemmeringen voor de doorstroom havo-vwo
In het havo-profiel cultuur en maatschappij (CM) is wiskunde niet verplicht. Op het vwo maakt wiskunde deel uit van ieder profiel, ook CM. Doorstromers met een CM-profiel zullen dus alsnog examen in wiskunde moeten doen.
Ook het vijfde jaar (pre examenjaar) wordt genoemd als zwaar jaar. Maar als je het vierde jaar goed doorkomt zal het vijfde ook wel lukken.
Waarom zou je eigenlijk vwo gaan doen? De meest voorkomende reden om vwo te gaan doen is dat je daarna naar de universiteit kan. Zo wilde Jaimie bijvoorbeeld Sterrenkunde studeren en was Wouts voorkeur Biologie. Er zijn ook leerlingen die het nog niet weten en vwo doen om straks meer keuze te hebben.
Het vwo bestaat uit twee opleidingen: het gymnasium en het atheneum. Beide opleidingen hebben hetzelfde niveau, duren allebei zes jaar en bereiden je voor op het wetenschappelijk onderwijs (WO), de universiteit. Het belangrijkste verschil tussen de twee opleidingen is dat je op het gymnasium Grieks en Latijn leert.
Bij veel studies is het een voordeel als je gymnasium hebt gedaan, denk bijvoorbeeld aan geneeskunde, biologie, rechten, maar ook aan filosofie en studies over taal en cultuur. Houd je meer van exacte vakken? Ook dan is het volgen van Latijn en Grieks voor jou een aanrader.
Aangezien er nog geen wettelijk doorstroomrecht is, kunnen scholen zelf bepalen welke eisen zij stellen voor toelating van havo-gediplomeerden tot het vwo. Bijna alle scholen met een vwo-afdeling stellen dergelijke eisen.