Kenmerkend voor deze lange periode in de westerse geschiedenis zijn een fragmentatie van het politieke gezag, een overwegend agrarische economie, een samenleving verdeeld tussen een militaire adel (die eigenaar is van het land) en een horig gemaakte boerenklasse, en ten slotte een op religie gebaseerde denkwijze, ...
Middeleeuwen betekent letterlijk: tussenperiode. In deze tijd wordt in Europa de Christelijke godsdienst erg belangrijk. Er komen veel kerken en kloosters en de geestelijken krijgen veel macht. Ook de mensen van adel hebben een belangrijke positie.
Met de term middeleeuwen wordt de periode bedoeld tussen ca. 500 en 1500. Het is een periode waarin zich veel veranderingen voordoen zoals de opkomst van de steden en een steeds toenemend belang van het schrift, niet alleen in het Latijn maar vanaf de twaalfde eeuw ook de volkstaal (de voorloper van het Nederlands).
De geschiedenis van de Middeleeuwen gaat over een hele lange tijd, wel 1000 jaar. Daarom verdelen we deze tijd vaak in twee stukken: de vroege Middeleeuwen van 500 tot 1000 na Christus ( tijd van Monniken en Ridders), en de late Middeleeuwen van 1000 tot 1500 na Christus (Tijd van Steden en Staten).
Enkele andere belangrijke uitvindingen waren het spinnewiel, de mechanische klok, het trekpaardentuig, de stijgbeugel, verbeteringen van windmolens en natuurlijk de drukpers, die in 1450 door de Duitser Johannes Gutenberg werd ontwikkeld.
Deze munt heette de penning en werd geslagen naar voorbeeld van de oude Romeinse dinarius. Hiernaast werden ook rekeneenheden ingevoerd, de solidus en het pond. Een pond stond gelijk aan twintig solidi en een solidus was weer 12 penningen waard.
Afgezien van het menstruatiebloed was de middeleeuwse mens misschien wel schoner dan wij. De middeleeuwen staan bekend als een duistere tijd vol ziekte, dood, verderf en viezigheid. Mensen gooiden hun afval gewoon op straat, tandenborstels en zeep waren non-existent, en wie de puberteit haalde was een uitzondering.
Vlees, melk en kaas
Een groot deel daarvan was van bekende landbouwdieren, zoals rund, varken, schaap, geit en paard. De bewoners van de nederzetting aten vooral rundvlees. Varken en schaap kwamen minder vaak op het bord, al hadden ze in de loop van de eeuwen wel steeds meer voorkeur voor schapenvlees.
Tijdlijn Middeleeuwen
Het tijdperk begon na de val van het West-Romeinse Rijk in 476, en die eerste periode wordt ook wel de 'donkere Middeleeuwen' genoemd, omdat deze gekenmerkt werd door politieke instabiliteit en beperkte culturele vooruitgang in Europa.
Door ziekte en aftakeling was de gemiddelde leeftijd in de middeleeuwen extreem laag. Door opgravingen op middeleeuwse begraafplaatsen en botanalyses is vastgesteld dat de gemiddelde levensduur in grote delen van Europa 30 tot 35 jaar was. Nu is dat in West-Europa 79 jaar voor mannen en 84 voor vrouwen.
Vooral de rijke mensen, de koningen en de mensen van adel, woonden in kastelen. De ridders woonden vaak in landhuizen. Vaak kwamen veel mensen samen in de grote zaal van een kasteel. Daar werd met veel mensen gegeten of werden zaken geregeld.
De in de Middeleeuwen overheersende theorie was dat de koning was aangesteld door God. Als de 'gezalfde des Heren' was hij onschendbaar en verheven boven zijn onderdanen. Dit gaf hem veel gezag, maar geen onbeperkte, absolute macht.
De middeleeuwse samenleving was ingedeeld in standen. Bovenaan stond de koning of keizer met daaronder de geestelijken. Daarna de edelen (graven, hertogen en ridders) en onderaan de boeren en burgers. Rond 800 behoorde Nederland tot het Frankische rijk, met Karel de Grote als koning.
De middeleeuwen begonnen toen het Romeinse Rijk definitief scheurde in een Oostelijk en een Westelijk deel. Het oostelijk deel bleef bestaan als een keizerrijk. Het westelijk deel ontaardde in chaos waar barbaarse volkeren de overblijfstelen van het West-Romeinse Rijk onder de voet liepen.
Met de 'middeleeuwen' bedoelt men de periode uit de westerse geschiedenis van ca. 500 tot ca. 1500, doorgaans begrensd door de val van het West-Romeinse rijk (476) en de ontdekking van Amerika (1492), of, ruimer geformuleerd, de periode tussen de klassieke oudheid en de renaissance.
De vrouwen droegen ruim geplooide lange jurken die om het middel met een koord waren ingesnoerd. Daaraan hing vaak, onder hun schort, ook een buideltje. Zij droegen vaak een aantal onderrokken waardoor ze dikker leken. Dat duidde op een goede gezondheid en misschien wel zwangerschap en dus vruchtbaarheid.
Om met elkaar te communiceren, was fysieke nabijheid een must. In gesprekken en door het vertellen van verhalen wisselden mensen kennis, informatie en emoties uit. Met de komst van het geschreven woord ontstond ook een vorm van communicatie waarbij sprake kon zijn van eenrichtingsverkeer.
Naast brood en pap aten mensen in de middeleeuwen veel bonen en peulvruchten. Van melk maakten ze de 'luxeproducten' boter en kaas.
Onze prehistorische voorouders aten vroeger veel groenten en fruit, noten en zaden en vlees en vis. Dit 'oervoer' was rijk aan eiwitten en vezels en bevatte amper koolhydraten en verzadigde vetten. Het voedsel was puur en onbewerkt en volgens wetenschappers aten onze voorouders erg gezond.
De meest gegeten riviervis was: zalm, snoek en paling.De rijksten aten wel eens luxe vissoorten als: bruinvis en zeehond. (geen vis, maar vlees uiteraard) Page 3 Maar er werden ook vissen gegeten waar wij nu direct niet zo aan zullen denken. Zeehonden, bruinvissen en ook walvissen werden gegeten.
Door het gebrek aan riolering en goede hygiëne konden bacteriën zich explosief vermenigvuldigen, en in de krappe huizen en smalle straten werden mens en dier gemakkelijk besmet. Dat had als resultaat dat veel mensen stierven aan ziekten als dysenterie, lepra en tuberculose.
De mensen in de Middeleeuwen waren schoner dan je denkt. Ze poetsen hun tanden met linnen, maakten tandpasta van zout, houtskool en munt en gebruikten een kippenbotje als tandenstoker. Ook gaan ze wekelijks naar het badhuis.
Kindersterfte, dijkdoorbraken, hongersnoden, stadsbranden, dodelijke ziekten, plunderende landsheren of grootschaliger oorlogsgeweld beheersten het dagelijks leven.