Veel vogels verstoppen zich daarom 's nachts. Merels kruipen weg in de struiken, spechten zoeken holletjes op en ransuilen (nachtvogels) rusten met hun schutkleuren op een boomtak.
De meeste vogels slapen met hun kop naar achter gedraaid en onder de veren gestoken. Ze slapen vaak waar ze overdag ook zijn. Dat is op een tak verscholen tussen de bladeren, of zoals spechten, hangend aan een boomstam.
Schuilen voor de storm
Laag, in de luwte van groenblijvende naaldbomen en in dichte hagen en riet. Daar zijn ze beschermd tegen regen en wind. Daarbij geldt: hoe lager hoe warmer. Holenbroeders, zoals mezen, schuilen ook in holtes.
Het liefst maken ze hun nest in dichte struiken of lage bomen, in klimop en andere lage beplantingen. De nesten zijn vaak makkelijk te vinden waardoor veel eieren en jongen aan katten en kraaien ten prooi vallen.
Koolmees in de winter
Het lijken misschien steeds dezelfde individuen, maar gedurende de winter zoeken koolmezen voedsel in groepen die van samenstelling kunnen wisselen. 's Nachts slapen de koolmezen individueel in nestkasten, indien die beschikbaar zijn.
De ouders verblijven 's nachts wanneer de kuikens nog klein zijn ook in het nestkasje om de jonegn warm te houden. Wanneer de jongen groter zijn kunnen ze en is het niet echt meer nodig om ze warm te houden. Ze verblijven dan vaak wel in het nestkasje of er vlak bij in de buurt.
Het beste antwoord. De merels zingen 's avonds zo lang omdat het langer licht blijft. Als de zon op komt beginnen ze. Veel vogels reageren op het langer worden van het licht.
Wat kan je doen? Leg een grasveldje aan (grasmatten of graszaad), want in het gras vinden vogels insecten en merels jagen er op wormen. Gebruik boomschors of grind voor paden. Kies voor dichte bomen en struiken: die bieden beschutting, veiligheid en voedsel.
Merel, zanglijster, koperwiek, kramsvogel en spreeuw
Voedsel: gewelde krenten en rozijnen, fruit, schillen en klokhuizen, alle soorten bessen, wat broodkruimels, Premium voedertafelmix. Voerplaats: een sneeuwvrije plaats op de grond met beschutting vlakbij.
Kou kost vogels extra energie om warm te blijven. Ze beschikken over een uitstekende isolatielaag; dons geldt als een van de best isolerende materialen ter wereld en de buitenlaag van veren maakt dat vogels veel kunnen hebben. Maar de interne kachel moet wel blijven branden en daar is voedsel voor nodig.
Bij een storm (windkracht negen) houden de meeste vogels zich schuil. In de lucht blijven is veel te gevaarlijk. Elke soort zoekt de beschutting die bij hem past. Zangvogels zoeken bijvoorbeeld een veilig plekje in een struik, heg of boom.
Het gehoorbereik van vogels verschilt per soort, maar is vergelijkbaar met dat van mensen (20-20.000 hertz). Vogels kunnen tóch veel beter horen, want ze kunnen beter details onderscheiden (grotere gehoorscherpte). Vogels zijn vooral ontvankelijk voor geluiden die dezelfde toonhoogte hebben als hun eigen geluiden.
Merels bouwen in april of mei een nest op een veilige plek. Ook hiervoor zijn dus dichte struiken en hagen belangrijk. De ouders vlechten een keurig nestje van takjes in elkaar en werken het af met modder en gras. Een legsel bevat meestal vier of vijf eitjes.
Voor het eerst hebben onderzoekers bewezen dat vogels tijdens hun vlucht kunnen slapen. Het zijn echter maar korte dutjes. Sommige vogels maken lange trektochten en zijn dagen, weken of zelfs maanden op rij in de lucht te vinden.
Veel vogels gebruiken graag een nestkast. Niet alleen om in te nestelen; ze gebruiken de kasten ook om in te slapen. Met een nestkast lokt u vogels naar uw tuin of balkon, wat veel leuke bedrijvigheid met zich meebrengt. En met een groene, vogelvriendelijke tuin, helpt u de vogels om hun jongen groot te brengen.
Merels eten wormen en insecten maar ze zijn ook gek op de bessen in je tuin. Leg in de winter eens een appel in je tuin en ze zijn voor altijd je vriend. Als een merel aan je gewend is zal hij zich redelijk tam gedragen al blijft hij altijd voorzichtig en op scherp.
Geen (oud) brood!
In brood zit zout en dat zout is niet goed voor vogels. Soms zit op het brood boter/margarine. Daar krijgen watervogels diarree van en de olie die in het brood zit komt in het verenkleed te zitten. Brood dat blijft liggen gaat bovendien schimmelen en trekt dieren zoals ratten aan.
Havermout: havermout kan je zowel als strooivoer op de grond gebruiken als op de voedertafel. Zaadeters zoals mussen, mezen, vinken, groenlingen en roodborstjes houden hiervan. Meelwormen en insecten: bevatten veel proteïnen en zijn bijzonder voedzaam voor vogels.
De merel staat onder grote predatiedruk: nesten worden vaak geroofd door eksters, volwassen vogels vallen ten prooi aan huiskatten en sperwers. Bovendien is de merel één van de meest voorkomende verkeersslachtoffers: tussen 2008 en 2012 werden in het kader van het project Dieren onder de wielen 991 dode merels gemeld.
De voorhersenen staat in verbinding met de hersenschors, dat de ingewikkelde cognitieve functies mogelijk maakt. Bijvoorbeeld het herkennen van patronen en het vooruit denken. Dit is de verklaring voor het cognitieve vermogen van vogels dat niet minder is dan van primaten. Dus ook die van mensen.
Ze maken nesten in bossen, maar ook in houtwallen, open landschappen, in de grond, in struiken en in dichte klimop. De merel maakt dan een kom van takjes en bekleed deze met modder en gras. De broedperiode van de merel kan van eind maart tot juli plaatsvinden. Ze kunnen tot wel 3 legsels in deze periode hebben.
2/ Slimme gauwdief
Al luisterend en kijkend voedsel zoeken, kost tijd en concentratie. Om aan een snelle hap te geraken, hebben merels een aantal slimme trucjes bedacht. Ze trippelen hevig in het gras waardoor de wormen de trillingen voelen. Deze denken dat er een mol aankomt of dat het regent.
Dit geeft verkoeling. Dit doen ze al zonnebadend. Dan spreiden ze alle veren helemaal uit. Dit heeft nog iets moois extra, want de zon kan dan op de huid komen en daardoor nemen ze extra vitamines op.
Dit doen ze om aan te geven wat hun territorium is. In steden en dorpen is veel meer licht, in dit geval kunstlicht, en dus gaan de vogels daar ook langer in de avond door met zingen dan in het buitengebied.