Veel vogels verstoppen zich daarom 's nachts. Merels kruipen weg in de struiken, spechten zoeken holletjes op en ransuilen (nachtvogels) rusten met hun schutkleuren op een boomtak. De gierzwaluw dut onbereikbaar hoog in de lucht. Veel vogels zoeken slaapgenoten, wel zo veilig.
Het grootste deel van de Nederlandse merels is standvogel, een ander deel overwintert in Engeland of zuidelijker tot in Spanje en Portugal. In september tot november trekken veel Noord-Europese vogels door ons land, met name 's nachts. Tussen half maart en half april vindt de trek in omgekeerde richting plaats.
De meeste vogels slapen met hun kop naar achter gedraaid en onder de veren gestoken. Ze slapen vaak waar ze overdag ook zijn. Dat is op een tak verscholen tussen de bladeren, of zoals spechten, hangend aan een boomstam.
In het vroege voorjaar zingen merels ook vaak 's avonds. In de winter bezoekt hij regelmatig je voedertafel. Vaak houdt hij ook de wacht bij een molshoop. Zo hoopt hij regenwormen, op de vlucht voor een wroetende mol, uit de grond te kunnen trekken.
In de winter kunnen merels gemakkelijker aan water komen en als er sneeuw ligt pikken ze sneeuw. In een strenge winter, als het water bevroren is en er geen sneeuw ligt, wordt het moeilijk voor de merel om het verenkleed te onderhouden en als het overdag lichtjes vriest, is een bakje met water dan ook zeer welkom.
Merels komen af op appels of peren en eten 's winters ook krenten en broodkruimels. Roodborstjes zijn gek op ongekookte havermout, zaden, meelwormen en rozijnen. Mussen zullen een handje zonnebloempitten niet onberoerd laten. Je maakt ze ook blij met andere zaden of (af en toe) bruin brood.
Merel, zanglijster, koperwiek, kramsvogel en spreeuw
Voedsel: gewelde krenten en rozijnen, fruit, schillen en klokhuizen, alle soorten bessen, wat broodkruimels, Premium voedertafelmix. Voerplaats: een sneeuwvrije plaats op de grond met beschutting vlakbij.
Kenmerkend voor de mannetjes is hun melodieuze gezang. Al vroeg in het voorjaar kondigen ze het naderende broedseizoen aan, vaak boven in een boom of op het dak.
Wat kan je doen? Leg een grasveldje aan (grasmatten of graszaad), want in het gras vinden vogels insecten en merels jagen er op wormen. Gebruik boomschors of grind voor paden. Kies voor dichte bomen en struiken: die bieden beschutting, veiligheid en voedsel.
Ze hebben een territorium dat door het mannetje vinnig wordt verdedigd tegen soortgenoten en ook wel tegen kleinere vogels. Het voedsel van de merel is erg gevarieerd. Ze foerageren meestal hippend op de grond en in de grond hakkend.
Schuilen voor de storm
Laag, in de luwte van groenblijvende naaldbomen en in dichte hagen en riet. Daar zijn ze beschermd tegen regen en wind. Daarbij geldt: hoe lager hoe warmer. Holenbroeders, zoals mezen, schuilen ook in holtes.
Voor het eerst hebben onderzoekers bewezen dat vogels tijdens hun vlucht kunnen slapen. Het zijn echter maar korte dutjes. Sommige vogels maken lange trektochten en zijn dagen, weken of zelfs maanden op rij in de lucht te vinden.
Veel vogels gebruiken graag een nestkast. Niet alleen om in te nestelen; ze gebruiken de kasten ook om in te slapen. Met een nestkast lokt u vogels naar uw tuin of balkon, wat veel leuke bedrijvigheid met zich meebrengt. En met een groene, vogelvriendelijke tuin, helpt u de vogels om hun jongen groot te brengen.
Elke tuin een mereltuin!
Jip Louwe Kooijmans: ”Merels zijn dol op appels. Dus leg eens wat restjes fruit in de tuin. Met een rommelhoekje en een stukje gras helpt u ze ook bij het zoeken naar eten. Merels broeden in dichte struiken en klimplanten, plant bijvoorbeeld een klimop tegen de schutting aan.”
De merels zingen 's avonds zo lang omdat het langer licht blijft. Als de zon op komt beginnen ze. Veel vogels reageren op het langer worden van het licht. De daglichtlengte wordt door de vogels gemeten en zorgt dat de hypofyse hormonen gaat aanmaken om het paargedrag in gang te zetten.
Havermout: havermout kan je zowel als strooivoer op de grond gebruiken als op de voedertafel. Zaadeters zoals mussen, mezen, vinken, groenlingen en roodborstjes houden hiervan. Meelwormen en insecten: bevatten veel proteïnen en zijn bijzonder voedzaam voor vogels.
Geen (oud) brood!
In brood zit zout en dat zout is niet goed voor vogels. Soms zit op het brood boter/margarine. Daar krijgen watervogels diarree van en de olie die in het brood zit komt in het verenkleed te zitten. Brood dat blijft liggen gaat bovendien schimmelen en trekt dieren zoals ratten aan.
Merels eten wormen en insecten maar ze zijn ook gek op de bessen in je tuin. Leg in de winter eens een appel in je tuin en ze zijn voor altijd je vriend. Als een merel aan je gewend is zal hij zich redelijk tam gedragen al blijft hij altijd voorzichtig en op scherp.
Wanneer een ouder op het nest landt, sperren de jongen hun snavel wijd open. Tot het moment van uitvliegen, nemen zowel het mannetje als het vrouwtje deel aan het voeren van de jongen. Nadat de jongen uitgevlogen zijn, begint het vrouwtje vaak alweer met de bouw van het volgende nest.
Soms laat de merel langdurige monotone klanken horen die als een lichte opgewondenheid / alarm klinken. Of je hoort en ziet het vrouwtje keelklanken maken als ze aan is komen vliegen.
5 tips om vogels te voederen
Na een lange, koude nacht hebben vogels behoefte aan een stevig ontbijt en tegen de avond eten ze hun buikje rond om de nacht door te komen. Strooi niet te veel, dat kan muizen en ratten aantrekken. Geef geen voedsel waarin zout is verwerkt of kaas of brood.
Gezond vogels voeren
Als het voer nat wordt en lang blijft liggen wordt het een vieze bende. Borstel of schud voerhuisjes, voertafels en silo's regelmatig schoon. Silo's zijn zo ontworpen dat de zaden niet snel nat worden, maar met regen en wind is het niet uitgesloten. Als de zaden gaan klonteren, moet u ze weggooien.