Vleermuizen kunnen niet zelf een verblijfplaats maken. Ze gebrui- ken bestaande plekjes zoals gaten in bomen en zolders, kelders of spleetvormige ruimten in gebouwen. Met vleermuiskasten kunnen we die vleermuizen een extra plekje bieden. Vooral mannetjes of kleine groepjes vleermuizen gebruiken graag een vleermuiskast.
Meestal is dat op de muur of in de gordijnen. Als de vleermuis daar vrij hangt (u ziet de vleermuis) wacht dan 10-15 minuten tot de vleermuis tot rust is gekomen. Probeer niet de vleermuis met je handen te pakken, maar zet er rustig een doosje of potje overheen.
Ze hebben ongeveer het formaat van muizenkeutels. Omdat vleermuizen veelal onder een dakbeschot of andere hoge plek kruipen blijven de uitwerpselen op de muur geplakt. Ook kunt u op het dak keutels vinden. In de keuteltjes zijn vaak delen van insecten terug te vinden zoals schilden of vleugeltjes.
Het merendeel van de in Nederland voorkomende vleermuissoorten overwintert in koele, vorstvrije en vochtige ruimten, zoals bunkers, ijskelders, brughoofden, steenfabrieken en (mergel)groeves. Sommige soorten, zoals de gewone dwergvleermuis, overwinteren vooral in gebouwen, bijvoorbeeld in de spouw.
Wanneer het gaat over de verspreiding van levensbedreigende virusinfecties, wordt geregeld in de richting van de vleermuizen gekeken. Maar zolang mensen hen niet opeten of met blote handen aanraken, valt er niets te vrezen.
Heb je een vleermuis in huis ontdekt? Dan kun je het beste het raam openzetten en het licht uitdoen. Het duurt in dat geval vaak niet lang voordat een vleermuis weer naar buiten vliegt. Een vleermuis in huis bestrijden is niet mogelijk, enkel een vleermuis verjagen door ramen open te zetten is toegestaan.
Helaas mag je een vleermuis niet bestrijden of verjagen. In de Nederlandse wet staat namelijk dat dit verboden is. Indien het beestje in jouw huis zit, mag je hem wel vangen.
Overdag slapen vleermuizen hangend op hun kop of weggekropen op plekken waar ze moeilijk te bereiken zijn voor hun vijanden (roofvogels, uilen, katten, marters). Ze zitten op warme, droge, donkere plekken. Bijvoorbeeld in een spouwmuur, onder dakpan- nen van een modern gebouw of in een boomholte.
Verblijfplaatsen van vleermuizen
Sommige soorten geven de voorkeur aan boomholtes, terwijl andere soorten zolders verkiezen. De gewone dwergvleermuis, een typische huisbewoner, verblijft onder meer in spouwmuren, in rolluikkasten, onder dakpannen en achter houten planken. Die maakt geen nesten of knaagt nergens aan.
In het vroege voorjaar en late najaar jagen vleermuizen vooral aan het begin van de nacht. In de periode dat ze jongen moeten voeden, jagen de vrouwtjes de hele nacht. Wel keren zij dan halverwege terug om hun jong te zogen.
Stinkende uitwerpselen van vleermuizen
De stank van de uitwerpselen van vleermuizen wordt vaak vergeleken met de geur van rottend knoflook. Maar in combinatie met de urine van ratten, zal de ammoniaklucht van de urine overheersen.
in een enkel geval maakt de kolonie, of een deel ervan, ook voor en na de kraamtijd van een woning gebruik. de meeste vleermuizen verhuizen regelmatig. ze zoeken iedere keer een plek op met de gunstigste temperatuur. Soms wonen ze op een plek een maand, soms een week of maar enkele dagen voordat ze alweer verhuizen.
Het kan gebeuren dat ze zo soms rakelings langs je heen scheren. Hun sonar heeft hen echter al lang laten weten dat jij geen smakelijk insect bent maar een groot, te mijden voorwerp. In je haren vliegen - en erin verstrikt raken - doen ze dus niet.
Inleiding. Bij vleermuizen zijn de armen en benen helemaal aangepast om te kunnen vliegen. Daardoor kunnen vleermuizen niet zelf een nest maken, een gat in een boom hakken of een hol graven. Vleermuizen zijn daardoor voor hun verblijfplaatsen helemaal aangewezen op al bestaande omstandigheden.
Vleermuizen gaan het liefst 's nachts op pad om eten te zoeken. Dan gaan ze vaak met een heleboel tegelijk hun schuilplaats uit. Ze zoeken naar muggen, nachtvlinders, torren en vliegen. Midden in de nacht jagen kan lastig zijn.
Overdag kom je zelden vleermuizen tegen, ze vliegen en jagen vooral 's nachts. Hun vermogen tot echolocatie en het bezit van vleugels biedt hun de mogelijkheid om 's nachts op insecten te jagen en een unieke ecologische niche te bezetten.
Vleermuizen kunnen zich verschuilen in spleten tussen dakpannen en de muur, achter overhangende loodslabben van een dak, in spouwmuren of onder vensterbanken en leien. Soms ook in rolluikkasten, achter vensterluiken of tussen het dakgebinte.
Om in het donker op insecten te kunnen jagen, maken vleermuizen slim gebruik van echolocatie: ze maken met hun stembanden korte piepjes en luisteren of deze terugkaatsen (echoën) van objecten en insecten in de ruimte om hen heen.
Dat vleermuizen in uw tuin rondvliegen hoeft er helemaal niet op te wijzen dat ze ook in uw huis verblijven. Meestal zijn ze gewoon op zoek naar voedsel. Vleermuizen zijn grote insecteneters en zorgen ervoor dat u minder last hebt van insecten rond uw woning. Zo vangen ze tot 1000 muggen per nacht.
De vleermuis zal enkele rondjes door de ruimte cirkelen. Dat is zijn manier om met behulp van zijn echolocatie de omgeving te verkennen. Al snel zal hij het open raam ontdekken en hierdoor naar buiten vliegen.
Katten kunnen levende vleermuizen zelf vangen. Het hoeft niet zo te zijn dat het al een dood exemplaar was. Vaak vinden katten (dwerg)vleermuizen bij u in of nabij uw huis of bij een spouwmuur.
Vleermuizen mijden daglicht en jagen daarom 's nachts op insecten. Ze hebben daarbij weinig concurrentie van andere diersoorten, en de duisternis zorgt ervoor dat roofdieren hen niet zien. Tenminste, als kunstlicht het donker niet verstoort.
Het zijn insecteneters en hun gebit is niet geschikt om te knagen. Zij maken ook geen nest. Wel kunnen hun uitwerpselen voor vervuiling zorgen en kan het in-en uitvliegen voor geluidsoverlast zorgen. Als een vleermuis per ongeluk in een woning terecht komt helpt het meestal een raam of een deur open te zetten.