Wel tot 500 jaar in een woning kunnen wonen. Uit onderzoek blijkt dat een jaren 30 woning wel tot 500 jaar mee kan gaan. Hoogleraar Peter Boelhouwer van de TU Delft zegt namelijk dat de technische duur van een woning enorm verlengd kan worden door het juiste onderhoudt uit te voeren.
Bij een oud huis kopen kun je niet verwachten dat de woning instapklaar is. Meestal is er het nodige achterstallige onderhoud te verrichten. Houd dus zeker rekening met bijkomende kosten als je comfortabel in de woning wilt wonen. Bij een oud huis is het extra verstandig om een bouwkundige keuring te laten doen.
Bouwjaar woning tussen 1970 en 1980
Woningen die tussen 1970 en 1980 zijn gebouwd, zijn vaak van goede kwaliteit. Er werd gebruik gemaakt van onderhoudsarme materialen, waardoor de onderhoudskosten laag liggen. Woningen die in de jaren '70 gebouwd zijn, beschikken meestal over goede isolatie.
Vaak hebben jaren '30 woningen een houten-, granieten- of tegelvloer. Deze vloeren hebben die echte typische jaren '30 uitstraling en geven de woning karakter.
Kenmerken van een jaren '30 woning zijn onder meer de bijzondere vormgeving van kozijnen, brede dakoverstrekken, gedetailleerd gevelmetselwerk, een entree met luifel, omlopende dakgootconstructies, hoge plafonds, paneeldeuren en glas-in-lood ramen.
Wat je vaak ziet bij jaren '30 woningen is de combinatie van wit met een andere kleur zoals groen of rood, zoals de foto's hieronder. Het voordeel is dat je niet per se voor houten kozijnen hoeft te kiezen, maar dat dit ook mogelijk is met kunststof kozijnen met houtlook (beter dan het klinkt).
IN de jaren dertig werd er nog met aandacht voor detail en degelijk gebouwd. Vloerconstructies zijn bijvoorbeeld veel beter dan van huizen uit latere periodes. Een ander voordeel is dat de woningen op aantrekkelijke locaties staan, in of dicht bij het centrum. Buitenwijken hadden dorpen en steden toen immers nog niet.
Solide gebouwd. Sfeer maakt een huis natuurlijk prettig om in te wonen, maar niet alleen uiterlijkheden maken jarendertighuizen zo geliefd. Ze zijn ook solide gebouwd, zegt De Kok. 'De houten vloerconstructie van huizen uit die tijd bestaat bijvoorbeeld vaak uit meer balken dan die van huizen die later zijn gebouwd.
Onder normale omstandigheden stort een huis niet zomaar in. Er moet wel écht iets aan de hand zijn zoals een gasexplosie of aardbeving. Laat je huis periodiek inspecteren op gaslekkage. Vooral in oudere woningen, en door slechte aansluitingen van een gastoestel kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan.
Inspecteer alle wanden en plafonds goed bij de bezichtiging.
Waar kun je op letten: Of het stucwerk nog netjes en stevig is. Of de afwerking van het stucwerk naar je smaak is. Zijn er vochtplekken en scheuren te zien (probeer de oorzaak te achterhalen)
Zonder isolatie verliezen jaren 30-woningen veel warmte via de vloer. Dit kunt u oplossen door vloer- of bodemisolatie aan te brengen. Vloerisolatie is het isoleren van de bovenkant van de kruipruimte, zodat het warmteverlies wordt teruggekaatst en de begane grond beter opwarmt.
Er is echter een enorme erfenis van grenen funderingspalen. Wareco heeft berekend dat een houten funderingspaal zijn draagvermogen verliest na 180 maanden droogstaan. 'Bij veel voorkomende situaties als 2 maanden droogstand per jaar betekent dat een levensduur van 90 jaar.
Bakstenen gaan gemiddeld ruim honderd jaar mee en uiteraard maakt het daarbij niet uit voor welke precieze uitvoering je nu kiest. Bij steenstrips ligt dat wel even anders.
Terug in de tijd: historische blik op de huizenprijs
De eerste geregistreerde huizenprijs stamt uit het jaar 1949. Toen kostte een eigen huis € 9.200. Nu, bijna 70 jaar later, is de prijs vijfentwintig keer zo hoog. Als je in dit huis had belegd, was je rendement 4,85% per jaar geweest.
De huizen in de stad waren gebouwd van: steen, hout, gedroogde klei of leem of van baksteen. Vaak waren de huizen van hout op een fundering van steen. Voor de rijken waren de huizen helemaal van steen. De daken waren soms belegd met leisteen of pannen, maar zeker tot 1400 veel vaker met riet.
De huidige woningnood heeft vier hoofdoorzaken: Weinig nieuwbouw. Lage rente, gunstige hypotheekregels. Sterke economie, open land.
Hoge plafonds Een authentieke jaren 30-woning heeft plafonds van 3,10 tot 3,20 meter hoog. Bij nieuwbouwwoningen zijn de plafonds lager, namelijk 2,60 meter hoog.
Een herenhuis is een woningtype met een chique, statige look. Dit woningtype kenmerkt zich onder andere door: minimaal twee volledige woonlagen én een zolder, geen schuine wanden, royale woonruimte en hoge plafonds.
Een opvallend detail van de jaren 50 woningen inrichting is het gebruik van inbouwkasten, alle ruimte wordt optimaal benut. Om de zolder te betreden zul je eerst de vlizotrap naar beneden moeten hengelen. Halverwege op de gammele trap voel je een licht briesje, de woning is niet bepaald goed geïsoleerd.
Monumentengroen lijkt redelijk veel op grachtengroen, een hele donkere variant van groen die op zijn beurt veel naar zwart neigt. Monumentengroen is iets lichter dan grachtengroen en is een kleur die relatief vaak wordt gebruikt voor deuren en kozijnen.
Populaire kleuren buitenverf
Wittinten zoals RAL 9010 (zuiver wit), RAL 9001 (crèmewit) en RAL 9016 (verkeerswit) worden geregeld gekozen. Ook grijze kozijnen buiten zijn een populaire optie. Daarnaast kan er gekozen voor een wat donkerdere kleur, bijvoorbeeld antraciet kozijnen buiten.
Als je werkt met echt witte wanden in je kamer, is de keus voor off-white kozijnen de juiste. Het doet de kamer groter lijken en de muren nog witter. Varieer en experimenteer eens in de glansgraden van de verf in ral 9010. Hierdoor voorkom je dat de het gebruik van wittinten steriel en saai overkomen.