Sluit de LED's nooit onder spanning aan.
Zorg ervoor dat de installatie spanningsvrij is voordat je begint. Sluit eerst de secundaire zijde van de LED driver aan. Dat is de kabel van de driver naar het LED product. Sluit daarna de primaire zijde van de LED driver aan.
Wordt een CC-led verkeerd aangesloten, dan brandt de led in het algemeen door zodra de stroom wordt aangesloten. Wordt een CC-led aangesloten op het moment dat er al stroom op de kring staat, dan is schade aan een of meer leds aannemelijk.
Om een Led Strip aan te sluiten heeft u een Led Strip adapter nodig. Deze adapter dient van hetzelfde voltage te zijn als de Led Strip. Verder hangt de sterkte van de adapter van de lengte en de wattage van de Led Strip af.
Voor de werking maakt het niets uit. Maar de nul zit normaal op de schroefdraad van de fitting en de spanning op de stift, dit voorkomt dat je bij uitdraaien van een lamp onder spanning kan komen. Een aardlek kan altijd weigeren!
Kies daarom altijd voor een directe aansluiting op 220/230V. Je kunt kiezen voor spotjes met een los LED lampje, spots met een externe driver en spots met een interne driver. Vooral dat laatste is heel interessant wanneer je geen ruimte in het plafond hebt voor een trafo.
Een LED strip op 220v / 230v sluit je aan met een plug and play plug stekker. De stekker kan je eraf halen. Het wit bakje / omvormer moet wel nog aan plug blijven. Dit is een 230v DC naar 230v AC omvormer.
Werkt je ledstrip op 12V, kies je voor een 12V voeding. Werkt je ledstrip op 24V, kies je voor een 24V voeding. Het is van groot belang dat dit juist is, omdat dit de ledstrip onherroepelijk kan beschadigen!
De waarde van de nominale spanningsval is afhankelijk van de kleur van de led; bij rode leds is dit meestal zo'n 1,9 volt, bij gele en groene leds 2,0 respectievelijk 2,1 volt, en bij blauwe en witte leds 3,6 volt.
De Anode is de positieve kant (+) en de Cathode (of Kathode) de negatieve kant (-). Een mooi en makkelijk ezelsbruggetje om dit te onthouden is het woord KNAP, Kathode Negatief Anode Positief. Sluit je een LED verkeerd om aan dan zal deze dus geen licht geven.
Eigenlijk is die regel van 10 lichtpunten voor een lichtkring er ook maar, omdat het AREI voorschrijft, dat je op 1 kring maximum 10 stopcontacten (multi wordt geteld als 1) mag hangen, waarbij een lichtpunt geteld wordt als een stopcontact.
Bij oude TL-buizen wordt in de armatuur gebruikgemaakt van een ballast (de stroomopwekker) en een starter (deze zorgt dat de lamp aan gaat). Bij led-TL zijn zowel de ballast als starter niet meer nodig. Led-TL-buizen kunnen dus direct worden aangesloten.
Vervang je echter TL één op één door LED, dan ontstaat in de nieuwe situatie een piek die wel tien keer hoger kan zijn. Bij 2 of 3 LED-armaturen is dit meestal geen probleem, maar als meerdere armaturen tegelijk worden ingeschakeld dan geeft dat wel problemen.
Een transformator met een belasting van 20-70W is ontworpen voor twee lampen. Om ervoor te zorgen dat je de levensduur van de transformator niet verzwakt, zou de collectieve wattage van de twee lampen niet moeten werken op 100% van de maximale belasting.
Het inkorten of knippen van een ledstrip is erg eenvoudig. U knipt namelijk de ledstrip simpelweg door met de schaar die u thuis heeft liggen. Zoek even het daarvoor bestemde streepje op en knip hierover de ledstrip doormidden. De ledstrip blijft gewoon werken en het stuk wat u over heeft kunt u zelfs hergebruiken.
Een LED-strip kan dus niet gedimd worden door de voedingsspanning te verlagen. Een PWM dimmer of controller dient tussen de 12/24 V voeding en LED-strip te worden geplaatst. Voor RGB strips zijn RGB controllers beschikbaar waarmee vele kleuren en effecten ingesteld kunnen worden. Ook dit is PWM sturing.
Een LED strip voeding 12 volt heeft een stroomsterkte van 1 ampère, wat genoeg is om LED strips tot 3 meter lang met 60 LED's per meter aan te drijven. Voor LED strips die meer LED's hebben heb je een LED strip voeding 24 volt nodig. Het voltage van de adapter moet altijd gelijk zijn aan dat van de LED strip.
De helderheid van een LED-strip wordt ook meestal uitgedrukt per meter. Een strip van hoge kwaliteit biedt zo'n 420 – 1500 lumen per meter. Dit niveau staat ongeveer gelijk aan de helderheid van conventionele lampen.
Een 20W halogeen lamp op 12V geeft evenveel licht als een 50W lamp op 230V. Een 45W halogeen lamp op 12V geeft 3 keer meer licht dan een 50W lamp op 230V. De lampen gaan langer mee omdat deze minder spanning moeten verwerken. De lampen geven helderder licht (witter) en deze blijven wit als ze gaan gedimd worden.
Ik heb 12 volt halogeenverlichting, moet ik ook de transformator vervangen? LED spots kunnen prima werken met een transformator die u nu gebruikt voor uw halogeen spots. Een ongeschikte transformator kan echter de levensduur van LED spots verkorten of zorgen dat de verlichting niet werkt zoals het hoort.
Gestabiliseerde trafo's of 'LED trafo's' zijn doorgaans geschikt omdat de spanning stabiel is (bijvoorbeeld 12 Volt) en omdat ze vaak ook werkzaam zijn wanneer je energiezuinige LED lampen aansluit.
Of u nu LED-verlichting moet aarden of niet, hangt dus enkel af op welke spanning uw LED-lamp dient aangesloten te worden: Een LED-lamp die werkt met een armatuur op 230 V dient wel aangeloten aan de aardingsgeleider. Een LED-lamp die werkt met een armatuur op 12 V dient niet aangeloten aan de aardingsgeleider."