Een 30km/uur-gebied, ook wel 'Zone 30' of 'verblijfsgebied' genoemd, ligt meestal binnen de bebouwde kom. Het is een gebied van aaneengesloten erftoegangswegen met een snelheidslimiet van 30 km/uur.
Als het aan Veilig Verkeer Nederland ligt, wordt een maximumsnelheid van 30 km/u de norm in de bebouwde kom en wordt 50 km/u de uitzondering. Nu is het nog andersom. De lagere maximumsnelheid kan volgens de organisatie veel leed voorkomen.
De maximumsnelheid van een 30 km/uur zone wordt aan de randen van de zone met een zonebord aangegeven. De maximumsnelheid geldt binnen de gehele zone, tot het verkeersbord einde 30 km/uur zone. Dit betekent dat niet na elke kruising of in elke straat een verkeersbord staat die de maximumsnelheid aangeeft.
Een zone 30 is een gebied waar je niet sneller mag rijden dan 30 kilometer per uur. Zone 30 is ingevoerd omdat de woonfunctie daar belangrijker is dan de verkeersfunctie. Chauffeurs rijden traag waardoor de verkeersleefbaarheid stijgt en de straten veiliger worden.
Verkeersborden langs of boven de weg geven de maximumsnelheid aan. Houd de borden in de gaten als je wilt weten hoe hard je ergens mag. Omdat de maximumsnelheid in de avond en nacht hoger is dan overdag, hebben veel borden een zogeheten tijdvenster. Dit tijdvenster geeft aan welke snelheid binnen welke uren geldt.
Geen stuk asfalt waar je zo hard mag rijden als je wilt, maar op de Abu Dhabi-Al Ain-snelweg en de Sheikh Khalifa-snelweg mag je wel 160 km/u rijden. Abu Dhabi is het enige emiraat waar je niet (zonder bekeuring) 20 km/u te hard mag rijden; dat is in andere emiraten wel zo.
Voor motorvoertuigen op autosnelwegen geldt een maximum snelheid van 130 km/u. Voor motorvoertuigen op een autoweg geldt een maximum snelheid van 100 km/u. Voor motorvoertuigen op andere wegen geldt een maximum snelheid van 80 km/u. Voor T-100 bussen geldt een maximum snelheid van 100 km/u.
15 kilometer per uur, ook wel stapvoets genoemd, is de snelheid die geldt op woonerven. Daar zijn doorgaans ook geen voetpaden aangelegd en mogen voetgangers en spelende kinderen de hele breedte van de straat gebruiken.
Het geldt nagenoeg altijd
De snelheidsbeperking tot 30 km per uur in zo'n zone (ongeacht of deze gelegen is in een stadscentrum dan wel in de buurt van een school) geldt in de regel altijd. Je moet er dus ook buiten de schooluren, in de weekends en in vakanties rekening mee houden.
Een 30km/h-zone (Nederland) of een zone 30 (België) is een gebied waar de maximumsnelheid op 30 kilometer per uur is vastgesteld, doorgaans toegepast op erftoegangswegen en in de buurt van scholen.
Zone 30. De maximumsnelheid is 30km/u voor alle voertuigen. Deze maatregel geldt vanaf het bord dat het begin van de zone aangeeft (F4a) tot het bord dat het einde van de zone aangeeft (F4b), op alle straten en kruisingen.
Binnen een woonwerf mogen voetgangers op de rijbaan wandelen en kinderen mogen er spelen. Daarom mag je er maximaal maar 20 km/uur rijden.
Het begin en einde van een 30km/uur-gebied moeten duidelijk herkenbaar zijn door een poortconstructie: met borden, ondersteund door een in- en uitritconstructie. Binnen een 30km/uur-gebied heeft verkeer van rechts voorrang; er zijn in beginsel geen voorrangswegen of -kruispunten.
Als je de snelheid weet, in dit geval 20 km/u, dan weet je dat de fietser 20 kilometer aflegt in 60 minuten.
Is er geen middenstreep en staat langs de weg een bord met 60 km/uur dan mag u maximaal 60 km/uur. Staat er geen snelheidsbord dan mag u 80 km/uur. Houd daarom goed de verkeersborden in de gaten, die blijven bepalend! De onderbroken zijstrepen laten de weg smaller lijken, zodat u langzamer gaat rijden.
Hoe hard mag je binnen de bebouwde kom? Binnen de bebouwde kom geldt een maximaal toegestane snelheid van 50 km/uur. Met hier en daar uitzonderingen: waar een Zone 30 van kracht is, geldt een maximumsnelheid van 30 km/uur.
70 km/u. Buiten de bebouwde kom is de maximumsnelheid 70 km/u. Er moet dus geen verkeersbord geplaatst worden om je aan deze limiet te doen herinneren.
Motorvoertuigen mogen alleen op autowegen als zij minimaal 50 kilometer per uur kunnen en mogen rijden. Voor autosnelwegen is dit 60 kilometer per uur.
op de rijbaan rijden. U mag dus niet op het fietspad, het fiets/bromfietspad en niet op het voetpad rijden. het kentekenbewijs bij u hebben.
In die zones mogen de voetgangers de volledige breedte van de openbare weg volgen. De bestuurders die er mogen in rijden, moeten stapvoets rijden; ze moeten de doorgang vrij laten voor de voetgangers en zo nodig stoppen. Ze mogen de voetgangers niet in gevaar brengen en niet hinderen.
Maximumsnelheid staat op borden
Welke maximumsnelheid geldt, staat op borden langs en boven de weg. Bijvoorbeeld op de matrixborden (elektronische verkeersborden). De snelheid op een matrixbord geeft de maximumsnelheid op dat moment aan. Die kan wijzigen bij files, een ongeluk of slecht weer.
Maar na 19.00 uur is de situatie inderdaad heel verschillend. 's Avonds en 's nachts gelden maximumsnelheden van 100, 120 of 130 kilometer per uur. Op de website van Rijkswaterstaat is een wegenkaart te downloaden waarop alle trajecten met de limieten terug te vinden zijn.
Om met 100% zekerheid te kunnen garanderen dat iemand te hard heeft gereden, trekt de politie van de gemeten snelheid een paar kilometer af. De meetcorrecties zijn: bij minder dan 100 km/u: 3 kilometer meetcorrectie. bij meer dan 100 km/u: 3 procent meetcorrectie.