Het pedagogisch beleidsplan is belangrijk voor medewerkers. Er staat in beschreven wat de organisatie met ouders afspreekt. Ook staat erin wat de organisatie van haar medewerkers verwacht: op welke manier zij bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen. Als pedagogisch medewerker moet je je daarin kunnen vinden.
Je belangrijkste taak is om een veilige en verantwoorde omgeving te creëren. Het kan voorkomen dat je als pedagogisch medewerker samenwerkt met ouders van kinderen en/of hen goed op de hoogte moet houden van ontwikkelingen van hun kind. Ook signaleer en rapporteer je eventuele achterstanden of problemen bij kinderen.
Er zijn 5 verschillende pedagogische benaderingen: de constructivistische benadering, de collaboratieve benadering, de reflectieve benadering, de integratieve benadering en tot slot de op onderzoek gebaseerde benadering .
Een paar voorbeelden van kwaliteiten/vaardigheden van een pedagogisch medewerker, zijn: Je bent sociaal: je vindt werken met kinderen leuk en geniet ervan om hen wat bij te brengen. Je werkt graag samen met anderen om dat doel te bereiken. Je bent zorgzaam: je haalt voldoening uit het helpen en verzorgen van kinderen.
Een pedagogisch werkplan, ook wel een pedagogisch beleidsplan genoemd, is een document waarin wordt beschreven hoe een kinderdagverblijf, een buitenschoolse opvang of een gastouderbureau omgaat met de verantwoordelijkheden die komen kijken bij het opvangen van een kind.
Waar staan we voor? (missie) ■ Waar gaan we voor? (visie) ■ Waar geloven we in? (kernwaarden) ■ Hoe pakken we het aan met het oog op alle belanghebbenden? (strategie) ■ Wat zijn onze doelen? Met welke middelen gaan we die realiseren?
In een werkplan geef je duidelijk aan wat de doelen van het project zijn en welke werkzaamheden moeten plaatsvinden om die te bereiken. Je splitst het werk op in overzichtelijke stukken, plant die in binnen de tijd, en stelt vast wie wat wanneer oppakt en welke medewerker hiervoor eindverantwoordelijk is.
De pedagogisch medewerker creëert op basis hiervan een uitdagende, veilige omgeving waarin het kind zich in de groep optimaal kan ontwikkelen op de vier ontwikkelingsgebieden: sociaal- emotioneel, spraak- en communicatief, cognitief en motorisch.
ondersteuning bij het implementeren van de in RA10533 voorgeschreven benaderingen
De vijf belangrijkste benaderingen zijn constructivistisch, collaboratief, integratief, reflectief en onderzoekend leren (2C-2I-1R).
Er zijn drie pedagogische kernwaarden: veilig, welkom en aansluitend bij de kinderen. Deze waarden zijn voor elke organisatie belangrijk. Daar komen vaak nog aanvullende pedagogische waarden bij waar elke organisatie een eigen keuze in maakt.
Structuur betekend hierin een vaste volgorde van handelingen. Hierbij kan gedacht worden aan een dagritme een vast ritueel voor het eten of een bepaald liedje voordat er geslapen gaat worden. Grenzen stellen gaat om het op een effectieve en positieve manier richting geven aan het gedrag van kinderen.
Basale interactievaardigheden
Deze vaardigheid betekent dat je gevoelig bent voor wat kinderen bezighoudt. Je merkt signalen en behoeften van kinderen op, begrijpt ze of probeert ze te begrijpen. Je bent ook in staat om daar passend op te reageren. Zo geef je kinderen het gevoel dat ze worden gezien.
Er zijn verschillende pedagogische stromingen waarop visies op kinderopvang vaak gebaseerd zijn: de reformpedagogiek, geesteswetenschappelijke pedagogiek, empirisch-analytische pedagogiek en de kritisch emancipatorische pedagogiek.
De meld-, overleg- en aangifteplicht (hierna: moa) is in 2013 wettelijk vastgelegd in de Wet kinderopvang. Deze maatregel is ingevoerd om de veiligheid van kinderen in de kinderopvang (nog meer) te waarborgen.
In principe bedoelen we, wanneer we het hebben over onze pedagogische doelstellingen, de specifieke verwachte leerresultaten van de student . Welke nieuwe vaardigheid zal de student kunnen uitvoeren na de activiteit die de student niet kon uitvoeren vóór de activiteit?