Bewijsvergaring is een must. Denk hierbij aan het horen van getuigen of camerabeelden veiligstellen en bekijken. De politie legt de onderzoeksresultaten vast in een proces-verbaal en stuurt dit naar de Officier van Justitie (OvJ). De OvJ vertegenwoordigt het OM.
Om tot een bewezenverklaring te komen, moet er sprake van voldoende wettig en overtuigend bewijs. De eis dat er voldoende wettig bewijs is, houdt in dat er een minimum aan bewijs aanwezig moet zijn in het dossier om een verdachte te kunnen veroordelen.
Vervolgens moet de rechtbank beoordelen of het wettige bewijs overtuigend is. Dit betekent dat de rechter door het bewijs de persoonlijke overtuiging moet hebben dat een verdachte datgene heeft gedaan waarvan hij of zij wordt beschuldigd.
Voldoende bewijs maakt van de beschuldiging, een hypothese, een juridische waarheid op basis waarvan de beschuldigde persoon door een rechter kan worden veroordeeld en een straf kan worden opgelegd.
Ten eerste moet een onafhankelijke rechter – of in het geval van zware criminaliteit een volksjury in het Hof van Assisen – beslissen over schuld of onschuld. Het openbaar ministerie, die de Staat vertegenwoordigt, en de verdachte krijgen allebei de kans om met bewijsmateriaal schuld of onschuld te doen bewijzen.
De meeste misdrijven zijn ambtshalve vervolgbaar. Dat wil zeggen dat de verdachte ook zonder dat er aangifte is gedaan vervolgd kan worden. Bij een klein aantal delicten kan het wel nodig zijn dat er aangifte gedaan wordt.
De verplichting tot het leveren van bewijs in een proces.
Het civielrechtelijk bewijsrecht is het geheel van rechtsregels die ertoe strekken om de rechter in een civiele procedure een redelijke mate van zekerheid te verschaffen omtrent de door partijen gestelde feiten, opdat deze tot de overtuiging komt dat de feiten zijn aangetoond.
De bewijsmiddelen in een strafzaak kunnen bestaan uit verklaringen van verdachten, getuigen, deskundigen, waarnemingen van de rechter en schriftelijke bewijzen. In de praktijk zien we met name de volgende bewijzen: Zendmastgegevens; Uw telefoon straalt bij bellen, smsen en internetten een zendmast (in de buurt) aan.
Steunbewijs voor een bewezenverklaring van een zedendelict kan al in de kleinste dingen zitten. Het kan ook een beschrijving van de emotie van het slachtoffer zijn, kort na het vooral. In sommige gevallen kan dat voldoende zijn. Evenwel kan die emotie ook door andere redenen worden verklaard.
'Het bewijs dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, dient op wettige bewijsmiddelen te steunen. Het bewijs kan slechts worden aangenomen als buiten redelijke twijfel staat dat de verdachte het feit heeft begaan.
De hoofdregel van het bewijsrecht is eenvoudig: wie zich beroept op rechtsgevolgen van gestelde feiten of rechten moet die feiten of rechten bewijzen (bewijslast). Lukt dat niet, dan worden de effecten van het bewijsrisico ondervonden: de rechter wijst de vordering af.
U kunt alleen veroordeeld worden voor mishandeling als met bewijs kan worden aangetoond dat u opzettelijk schade, verwondingen of letsel heeft aangebracht aan/bij een persoon. De politie en officier van justitie zullen door middel van onderzoek en verhoor dit bewijs tegen u proberen te verzamelen.
Bijvoorbeeld om uw vingerafdrukken af te nemen of foto's te maken. De tijd tussen 0.00 uur en 9.00 uur telt hierbij niet mee. In totaal kan de politie u dus maximaal 18 uur vasthouden voor onderzoek.
150 Rv (Wie stelt moet bewijzen) De partij die zich beroept op rechtsgevolgen van door haar gestelde feiten of rechten, draagt de bewijslast van die feiten of rechten, tenzij uit enige bijzondere regel of uit de eisen van redelijkheid en billijkheid een andere verdeling van de bewijslast voortvloeit.
Een indirect (of onrechtstreeks) bewijs heeft betrekking op een feit waaruit de rechter kan afleiden dat het te bewijzen feit waar is. Het indirect bewijs is het bewijs van een zogenaamd hulpfeit (feiten waaruit de rechter het bestaan van het te bewijzen feit kan afleiden).
Zoals in de inleiding al staat, is de hoofdregel dat degene die iets stelt, ook de juistheid van zijn stelling moet bewijzen. Dat geldt ook als er een verweer wordt gevoerd. Als bepaalde feiten als verweer tegen een stelling worden aangevoerd, dan draagt de verweerder de bewijslast daarvan.
Omkering van de bewijslast betekent dat de taak om de feiten in een fiscale procedure aannemelijk te maken omdraait, van de inspecteur naar de belastingplichtige. De verzwaring van de bewijslast, die daarmee gepaard gaat, betekent dat het bewijscriterium 'aannemelijk maken' verandert in 'overtuigend aantonen'.
De partij op wie de bewijslast rust, draagt ook het 'bewijsrisico'. Dat betekent dat wanneer die partij er niet in slaagt bewijs te leveren van de door haar gestelde feiten, de vordering door de rechter wordt afgewezen.
Strenge regels rond bevoegdheid
Sommige bevoegdheden mag de politieagent zelf toepassen. Zwaardere opsporingsbevoegdheden, zoals een telefoon tappen, iemand observeren of een woning doorzoeken (huiszoeking) mogen pas worden toegepast na toestemming van de officier van justitie of de rechter-commissaris.
Nee. Alleen de ambtenaren die daarvoor geautoriseerd zijn door de politie. Omdat de politie zulke gevoelige persoonsgegevens verwerkt, stelt de wet strikte eisen aan het systeem dat regelt wie waar toegang toe heeft.
Bij overtredingen blijven de gegevens 5 jaar bewaard (als er een taakstraf of vrijheidsstrafvoor is opgelegd blijven ze 10 jaar bewaard). Voor misdrijven blijft het 20 jaar; of 30 jaar bewaard (als de maximale straf van het strafbare feit 6 jaar of meer is) en. Bij zedenmisdrijven blijft het 80 jaar bewaard.