Een vlindernaald wordt subcutaan op de buik geplaatst. Het infuus blijkt op deze locatie minder vatbaar te zijn voor accidentele verwijdering en wordt door patiënte met rust gelaten. Zij komt met deze behandeling tot rust en overlijdt in aanwezigheid van haar naaste familie.
Geschikte plaatsen om het infuus in te brengen zijn het dijbeen of de buik. De voorkeur heeft de buikhuid in het gebied 2 cm van de navel verwijderd. De subcutane canule mag niet worden ingebracht in plaatsen met littekenweefsel, bindweefsel, ontstekingsreacties, wratten of moedervlekken.
subcutaan in. a Pak met de niet-injecterende hand een brede huidplooi op. b Pak met de andere hand de vleugelnaald of de kunstof canule. c Breng de vleugelnaald of de kunststof canule halverwege de huidplooi onder een hoek van 30° - 45° in.
De WIP1-richtlijnen doen geen uitspraken over de frequentie van het verwisselen van de (vleugel)naald of de kunststof canule bij een subcutaan infuussysteem. Experts adviseren om de naald/canule eens per 7-10 dagen te verwisselen2. Fabrikanten adviseren om eens per 3-4 dagen de canule te verwisselen.
Maximaal 2 ml/ toediening !
Een subcutane canule wordt gebruikt voor subcutane infusie. Het doel is om via het onderhuidse bindweefsel vocht of medicatie toe te dienen. De medicatie wordt vanuit het onderhuidse bindweefsel opgenomen in het bloed, en verder verspreid door het hele lichaam.
Het inbrengen van een vleugelnaald om subcutane infusie toe te passen, behoort tot de voorbehouden handelingen. Je mag deze handeling alleen uitvoeren in opdracht van een arts. Ook dien je als zorgprofessional bevoegd te zijn en over de juiste vaardigheden te beschikken.
Intraveneus (in de ader) 2,5-15 mg in 4-5 minuten toegediend. Subcutaan (onderhuids), intramusculair (in de spier) 5-20 mg, gewoonlijk 10 mg per keer, indien nodig elke 4 uur toegediend.
Daarnaast dien je ook te kijken naar waar de bloedvaten lopen. Als een bloedvat diep in de elleboog ligt, kan het moeilijk zijn om een infuus daar aan te prikken.
Een vleugelnaald ook wel butterfly genoemd is een roestvrijstalen naald, voorzien van een siliconenlaagje, met een zeer scherpe punt en een uiterst dunne naaldwand. De naald heeft flexibele vleugels, die dienen als handgreep bij het inbrengen en voor makkelijke fixatie van de naald.
Een vleugelnaald wordt gebruikt voor subcutane toepassing of kortdurende intraveneuze toediening in een perifeer bloedvat. Deze vleugelnaalden hebben een actief veiligheidsmechanisme. Bij het verwijderen van de naald moet het mechanisme worden ingedrukt, vervolgens verdwijnt de naald in de huls.
Rond de navel moet niet worden gespoten omdat in dit gebied vrij veel zenuwen en bloedvaten lopen, waardoor het injecteren pijnlijker kan zijn. Houd altijd 3 vingers afstand rond de navel.
Let op: na het injecteren niet over de injectie plaats wrijven, dit kan blauwe plekken veroorzaken en/of verergeren!
Waar wordt de Insuflon ingebracht? Je kan de Insuflon plaatsen in de buik, benen en billen (de prikplaatsen waar ook de insuline met de pen gespoten wordt). Let bij plaatsing op dat je wel bij het membraan kunt om de insuline in te spuiten.
Tijdens het inbrengen van het centraal infuus is de kans op infectie groter dan bij het perifeer infuus. Daarom brengt de specialist dit infuus in op een plaats waar hij bacterievrij kan werken, bijvoorbeeld op een behandelafdeling of in een operatiekamer.
Bij intracutane injecties vindt de inspuiting plaats in de bovenste huidlaag (de opperhuid of epidermis). Bij de intracutane injectietechniek wordt de naald bijna evenwijdig aan het huidoppervlak ingebracht (maximale hoek van de naald met de schuine kant van de punt naar boven.
Prik onder ongeveer 30 graden door de huid. Wacht dan 1 seconde en oriënteer je opnieuw op de vene.
Aders kunnen om verschillende redenen moeilijk te vinden zijn. Bij een obese of oedemateuze patiënt liggen de aders vaak dieper en zijn ze minder goed zichtbaar; bij ondervulde patiënten zijn de aders minder goed gevuld en dus kleiner en bij een patiënt met een donkere huidskleur zijn de aders minder goed zichtbaar.
Flushen (spoelen) en locken (afsluiten) is essentieel voor het goed laten werken van een infuuscanule. Op die manier voorkom je dat het infuus verstopt raakt en voortijdig verwisseld moet worden. Voor het uitvoeren van deze handeling gelden wettelijke richtlijnen.
Een vlindernaald wordt subcutaan op de buik geplaatst. Het infuus blijkt op deze locatie minder vatbaar te zijn voor accidentele verwijdering en wordt door patiënte met rust gelaten. Zij komt met deze behandeling tot rust en overlijdt in aanwezigheid van haar naaste familie.
Morfine wordt gebruikt tegen pijn en benauwdheid, doordat het hart minder goed pompt. Als tabletten, capsules, drank of zetpillen niet meer goed werken, kan de arts injecties geven of een infuus aanbrengen.
Oxycodon is een morfineachtige pijnstiller (opiaat). Het heeft een sterke pijnstillende werking. Artsen schrijven het voor bij hevige pijn, zoals pijn na een operatie of pijn als gevolg van kanker. Artsen schrijven het ook voor in de zorg voor mensen die niet meer beter worden (palliatieve zorg).
Om de werking van de insuline goed te kunnen sturen, is het van belang dat de insuline in het onderhuidse vetweefsel wordt geïnjecteerd (subcutane injectie) en niet in de spier. Als de insuline in een spier wordt geïnjecteerd, kan er ernstige hypoglykemie optreden.
Voor een intramusculaire injectie geldt dat er maximaal vijftien millimeter vloeistof mag worden ingespoten.
Hoe lang kan de Insuflon blijven zitten? Dat varieert van 3 tot 5 dagen.