Laat de cliënt, indien hij bedrust heeft, zoveel mogelijk een halfzittende houding aannemen. Lucht en/of vocht loopt dan zo goed mogelijk af. Stimuleer de cliënt tot diep zuchten en hoesten om een pneumonie te voorkomen. Fixeer de drain met stevige pleister, bijvoorbeeld Fixomull, om tractie aan de drain te voorkomen.
Houd het drainagesysteem altijd onder het niveau van de thoraxholte. Controleer tijdens de verzorging of de hechting waarmee de drain gefixeerd is nog intact is. Verzorg de insteekopening 1x per 24 uur.Bij gebruik van huidfolie is 1x per week verzorgen voldoende.
Bij thoraxdrainage wordt door middel van een kunststof slang (drain) de lucht of het vocht tussen de longvliezen weggezogen. De long kan zich dan weer ontplooien en meedoen met de ademhaling.
Het is belangrijk te constateren dat de drainage middels waterslot veilig is bij patiënten met luchtlekkage. Slechts bij een forse luchtlekkage, toename van een pneumothorax of toename van subcutaan emfyseem is zuigdrainage mogelijk geïndiceerd.
Na de opvangkamer volgt het waterslot (“water seal”). Het waterslot dient ervoor om te zorgen dat er wel lucht uit, maar geen lucht vanuit de buitenwereld in de patiënt kan komen.
Thoraxdrain bij longvocht
Dit om te voorkomen dat het vocht zich terug ophoopt tussen de vliezen. Via de drain wordt een medicijn tussen de vliezen gespoten. Hierdoor “kleven” de longvliezen aan elkaar. Na het inspuiten van het medicijn wordt de drain gedurende 1,5 uur afgeklemd.
Na een operatie aan uw longen krijgt u meestal een thoraxdrain. Vaak komt er bloed of vocht in uw borstholte tijdens de operatie. Om te zorgen dat uw long na de operatie goed kan werken, krijgt u een thoraxdrain.
Hoelang u de thoraxdrain houdt, is afhankelijk van de snelheid waarmee lucht of vocht uit de borstholte verdwijnt. Een thoraxdrain kan een pijnlijke ervaring zijn. Met pijnstillers proberen we te zorgen dat u zo min mogelijk pijn heeft. U blijft opgenomen zolang u de drain heeft.
De verpleegkundige controleert regelmatig de thoraxdrain. Ze zal u vragen om diep in te ademen en/of te hoesten zodat er gecontroleerd kan worden of de drain nog goed zit en nog goed functioneert. Ook kan er aan de luchtlekkage in het systeem gezien worden of de long al ontplooid/teruggeklapt is.
Het heeft een plastic opvangbak waarin vocht wordt opgevangen. Een 'waterslot': dit voorkomt dat lucht van buitenaf in de borstholte komt. Het zorgt er wel voor dat de lucht, die reeds tussen het borst- en longvlies zit, afgevoerd kan worden. Dit waterslot zit verwerkt in het opvangsysteem.
Een grote(re) klaplong behandelen we door het plaatsen van een buisje of slangetje (drain) in de ruimte tussen borstkas en long (pleuraholte). Dit gebeurt onder plaatselijke verdoving. Deze drain sluiten we aan op een vacuümsysteem (zuigsysteem) , om de lucht uit de pleuraholte te verwijderen.
Thoraxdrainage kan op twee manieren plaatsvinden. Passief (op 'waterslot'): voor de drainage dient de zwaartekracht en er is een open verbinding met de buitenlucht. Een voordeel is dat eventuele overdruk in de thoraxholte zo kan ontsnappen.
Symptomen klaplong
Hij krijgt plots een scherpe, snijdende pijn. Die pijn voelt u vooral tijdens de ademhaling. Na enige tijd kan er ook kortademigheid, benauwdheid optreden. Meestal wordt de pijn afgewacht.
De belangrijkste symptomen zijn pijn aan één zijde van de borst en een gevoel van kortademigheid. Deze klachten treden plots op en verergeren bij ademhalen en bij inspanning. Soms straalt de pijn uit naar de schouder en heb je een prikkelhoest.
Er zijn verschillende vormen van een pneumothorax: spontane pneumothorax. secundaire pneumothorax. traumatische pneumothorax.
Bij een pneumothorax komt de long los en wordt de long platgedrukt. Bij een spanningspneumothorax is er zoveel lucht aanwezig in de pleura dat niet alleen de long wordt platgedrukt, maar dat door de overdruk in de pleura ook het hart en de bloedvatstructuren naar de andere zijde worden verdrongen.
De geïntegreerde Heimlichklep voorkomt dat de afscheiding door het inademen van lucht terugstroomt in de borstholte. De steriele secreetzak heeft twee ventilatiekleppen en een uitstroomopening voor luchtafvoer.
Bij het ontlasten van een pneumothorax is drainage met een dunnere thoraxdrain of pleurakatheter voldoende.
Bij een pneumothorax stroomt er lucht in de pleuraholte, waardoor er geen sprake meer is van een vacuüm. Hierdoor klapt de long samen en ontplooit zich niet meer. De lucht die in de pleuraholte stroomt kan afkomstig zijn uit de long (gesloten pneumothorax) of komt van buiten het lichaam (open pneumothorax).
De drain wordt met enige druk in de holte tussen de twee longvliezen (pleuraholte) ingebracht. De drain wordt vastgehecht aan de huid om te voorkomen dat deze verschuift. Het inbrengen van de drain duurt ongeveer 30 minuten. De drain wordt aangesloten op een pomp die naast uw bed hangt.
Pleurodese betekent letterlijk: het plakken van beide pleurabladen. De pleurabladen zijn de vliezen die aan de buitenkant van de longen, en aan de binnenkant van de borstholte zitten. We doen een pleurodese als je een klaplong hebt of als je last hebt van vocht in de borstholte.
Tussen beide vliezen zit een denkbeeldige ruimte, de pleuraholte. Deze ruimte is luchtdicht afgesloten (vacuüm) en is gevuld met een dun laagje vocht. Door verschillende oorzaken kan zich extra vocht ophopen tussen deze vliezen. Dit vocht noemen we pleuravocht.
Een pleurodese is een behandeling bij een klaplong (pneumothorax) (http://www.jeroenboschziekenhuis.nl/aandoeningen/klaplong-pneumothorax) om te voorkomen dat de long opnieuw inklapt. Daarnaast kan de longarts een pleurodese doen als u vochtophoping heeft tussen de longvliezen.
Wanneer er vocht achter de longen zit, wordt de afstand tussen de lucht en het bloed steeds groter en wordt het wederzijdse transport van zuurstof en koolstofdioxide ernstig belemmerd. Acuut longoedeem kan levensbedreigend zijn en moet onmiddellijk worden behandeld.