De meeste kruiden hebben zon nodig om goed te kunnen groeien en gezond te blijven. Ook doe je er goed aan je kruiden te beschermen tegen wind. Als je kunt kiezen, is de beste ligging van je kruidentuin dan ook een zonnige, beschutte plek. Maar ook als je een dergelijke plek niet hebt, kun je prima kruiden kweken.
Op een zonnige en beschutte plek
Omdat de meeste kruiden uit zuiderse landen komen, kunnen ze best wat zon verdragen. Kies daarom voor je kruidentuin een zonnige plaats uit. Ideaal is wanneer deze bovendien ook nog beschut is tegen de wind en slechte weersomstandigheden.
Kruiden staan bekend om hun liefde voor zon. Als je een schaduwrijke tuin hebt zijn er gelukkig ook kruiden die prima gedijen als ze niet in de zon staan. Peterselie, lievevrouwebedstro, munt, Roomse kervel, citroenmelisse en bieslook groeien heel goed in de schaduw.
Niet alle kruiden hoeven in de volle zon te staan, je kunt gezonde kruiden kweken in schaduwrijke gebieden. De ideale situatie voor de meeste kruiden zijn acht tot tien uur van volle zon, maar eigenlijk is er geen moestuin die hier aan voldoet.
Tijm en rozemarijn groeien daarnaast naar beneden, waardoor je ze in een moestuin beter niet in de buurt van venkel kunt plaatsten. Dat geldt ook voor salie, al staat die liever ook niet in de buurt van uien, prei, knoflook, bieslook of sjalotten omdat die een vochtigere grond nodig hebben.
Losse grond en een goede drainage van de grond is de basis voor een gezonde groei van de kruiden. Kruimelige, iets zandige humusrijke grond is ideaal voor de Zuiderse kruiden. Arme zandgrond kan je verrijken met compost of wormenmest. Leemgrond moet beslist worden losgemaakt voor de aanleg.
Het belangrijkste om te onthouden is: kruiden pakken graag zelf water. Giet dus geen water op de aarde, maar maak een waterreservoir, zodat de wortels zelf het water kunnen opnemen. Hier zijn speciale handige potten voor. Check elke dag of de planten nog in een laagje water staan en vul zo nodig bij.
Over het algemeen is het voorjaar de beste tijd om te zaaien voor mediterrane, eenjarige kruiden of kruiden die je wilt gebruiken in salades. Ook planten doe je het best in het voorjaar.
De smaak en geur van de plant gedijt het beste als de plant een paar uur per dag (min. 4-6 uur) zon krijgt zonder de plant daar steeds voor te hoeven verplaatsen. De afgeknipte blaadjes basilicum bewaar je het best in een droog keukenpapiertje in de koelkast.
De meeste kruiden houden van zon en hebben een hekel aan teveel water. Kies voor uw tuinkruiden een standplaats met een goede afwatering en werk de grond flink los. Zware kleigrond kunt u het beste een winter omgespit laten liggen. Dan kan de vorst de grote kluiten afbreken.
Wat zon betreft is de volle zon de meest ideale standplaats voor jouw Lavendel. Maar halfschaduw of een schaduw standplaats is ook geen enkel probleem. Wel moet je rekening houden met het feit dat jouw Lavendel minder uitbloeit zoals die dat wel doet in de volle zon. Ook zal de Lavendel minder bloemen bevatten.
Kruidenspiraal zelf maken
Het enige wat je nodig hebt om zelf een spiraal te maken, is grond vermengd met compost en bakstenen of andere stenen om de spiraal mee te bouwen. Kies een plek in de tuin met voldoende zonlicht (minimaal vijf uur zon per dag). Zet een stok in het midden van de plek waar de spiraal moet komen.
Een standaard moestuinbak is 120 x 120 cm en is ongeveer 20 cm diep. Je kunt natuurlijk ook voor ander afmetingen kiezen, maar de binnenmaat van je bak moet altijd een veelvoud van 30 cm zijn. Bijvoorbeeld 120 bij 60, 90 x 120, enzovoort.
Basilicum groeit het beste op een warme plek met veel licht/zon. Bescherm de plant tegen wind, vorst en (te) hete middagzon. Geef voldoende water want basilicum droogt snel uit.
Deze plant is zeer geschikt voor 'de tuin op het zuiden'. Verlangt een zonnige, warme plek op niet te arme grond en buiten de schaduwzone van bomen en heesters. U kunt haar ook gebruiken in de rotstuin en de stapelmuur.
Laagblijvende eenjarige kruiden plant je vooraan. Zo geef je alle kruiden de ruimte en krijgen ze genoeg zonlicht. De meeste kruiden nemen niet veel plaats in beslag. In een kruidentuin van ongeveer 3 x 4 m is plaats voor wel zeventig kruidenplanten.
Koop je toch een kruidenplantje in de supermarkt en wil je deze een goede kans geven? Houd dan het folie er dan omheen als je hem in huis hebt staan. Knip de helft van de stengels eruit en zet ze in een glas water. Wacht tot ze wortels krijgen en plant ze dan in een ruime pot.
Salie, tijm, rozemarijn, hysop, bonenkruid, currykruid, citroenverbena, laurier, oregano houden van veel warmte en weinig water – geen wonder dat ze het in ons koel klimaat vaak wegkwijnen.
Munt: knip je tot net boven de grond af. De plant vormt wortelscheuten die altijd opnieuw uit de grond ontstaan. Tijm: knip je niet helemaal kaal. Haal hier en daar wat scheuten weg, zo vormt de plant snel nieuwe scheuten.