Literatuurlijst makenAan het einde van je onderzoek komt de literatuurlijst te staan. Hierin komen alle bronnen te staan die in het onderzoek hebt gebruikt. Het maken van een literatuurlijst is altijd veel werk als je dit nog op het laatste moment moet doen.
Aan het eind van je verslag neem je een lijst op met de volledige vermelding van alle bronnen die je hebt gebruikt, ofwel bronnenlijst of literatuurlijst.
De bronnenlijst komt voor de bijlagen. Zet je bronnen op alfabetische volgorde en noteer deze precies zoals de APA-richtlijnen voorschrijven.
Rangschik de referenties alfabetisch op achternaam van de (eerste) auteur, gevolgd door de initialen. Alfabetiseer letter voor letter. Houd aan: 'niets komt vóór iets': Brown, J. R. staat voor Browning, A. R..
Alle publicaties die je gebruikt moet je achterin je artikel of verslag vermelden in een lijst: de bronnenlijst. Deze wordt ook wel referentielijst of literatuurlijst genoemd. De bronnenlijst is een complete lijst van gebruikte publicaties. Bij de citaten en parafrases in je tekst verwijs je naar de bronnenlijst.
Iedere bron die je gebruikt in je scriptie schrijf je op in de literatuurlijst. De literatuurlijst staat helemaal aan het eind van je scriptie maar nog voor de bijlagen. Deze lijst wordt ook wel bronnenlijst, literatuurlijst of reference list genoemd.
APA in Bronnenlijst
De bronnenlijst is een nieuw hoofdstuk en komt na de hoofdtekst en voor de eventuele bijlage(n). De lezer van de tekst kan in de bronnenlijst alle gegevens terugvinden die nodig zijn om de bron eventueel zelf te raadplegen.
De literatuurlijst en de bijlagen krijgen geen hoofdstuknummer, maar staan wel in de inhoudsopgave.
De literatuurlijst sorteer je op alfabetische volgorde. Je gaat uit van de achternaam van de eerste auteur van een bron. De eerste auteur is de auteur die als eerste genoemd wordt in de bron, dit hoeft dus niet de auteur te zijn van wie de eerste letter van de naam als eerste in het alfabet voorkomt.
De bibliografie wordt in alfabetische volgorde gezet op basis van de achternamen van de auteurs en redacteuren die u citeert . Als u twee auteurs met dezelfde achternaam citeert, zet ze dan in alfabetische volgorde op basis van hun voornamen of initialen.
Een appendix (meervoud appendices) bevat materiaal dat bij uw paper hoort, in plaats van erin. Ze komen helemaal aan het einde van uw paper, na uw referentielijst .
Standaard de eerste regel laten inspringen
Klik op het tabblad Start, klik met de rechtermuisknop op de stijl Normaal en kies Wijzigen. Selecteer Opmaaken kies vervolgens Alinea. Selecteer op het tabblad Inspringingen en afstand, onder Inspringing, de optie Eerste regel. Selecteer OK.
Je plaatst de bijlagen na je literatuurlijst. De titel “Bijlage” komt bovenaan de pagina te staan, dikgedrukt en gecentreerd. Op de volgende regel geef je een beschrijvende titel, ook dikgedrukt en gecentreerd.
Een verwijzing in de tekst volgens APA-richtlijnen bestaat uit de achternaam van de auteur en het publicatiejaar.Als je naar een specifiek deel van een bron verwijst, moet je ook een plaatsaanduiding toevoegen, zoals een paginanummer of tijdstempel. Een voorbeeld is: (Habibi, 2021, p. 170).
Hoe ziet een bibliografie eruit? Afhankelijk van de stijlgids die u gebruikt, kunnen bibliografieën er anders uitzien. Over het algemeen bevatten bibliografieën het paginanummer, de titel en alle werken die u hebt gebruikt in alfabetische volgorde . Geannoteerde bibliografieën bevatten ook een korte samenvatting van de tekst.
Maak een referentieblad dat u bij de hand hebt voor het geval een potentiële werkgever ernaar vraagt en neem de volgende informatie op: naam, huidige baan/positie, bedrijf, telefoonnummer, e-mailadres en een referentie. Beschrijving: Schrijf in één zin hoe u deze persoon kent of met deze persoon hebt samengewerkt, waar, wanneer en hoe lang .
Volgorde van bronvermeldingen
Rangschik de bronvermeldingen alfabetisch op achternaam van de (eerste) auteur, gevolgd door de initialen. Alfabetiseer letter voor letter. Houd aan: 'niets komt vóór iets': Brown, J. R. staat voor Browning, A. R..
De bronvermelding in academische teksten bestaat altijd uit verwijzingen in de tekst en uit een literatuurlijst op het eind. In de literatuurlijst geef je voor elke gebruikte bron gedetailleerde informatie. De precieze opmaak van bronnen in de APA-literatuurlijst verschilt per type bron.
In de inhoudsopgave (ook inhoudstafel genoemd) som je alle hoofdstuk- en paragraaftitels van je scriptie op en vermeld je daarbij het paginanummer. Je plaatst de inhoudsopgave na je samenvatting en vóór je inleiding.
Wat zet je in je literatuurlijst van je scriptie? De literatuurlijst neem je op als bijlage in je document, waarin alle volledige bronverwijzingen (referenties) staan waarnaar je hebt verwezen in je geschreven tekst.
Zoals alinea's gemiddeld bestaan uit zo'n zes à zeven zinnen, zo bevatten paragrafen gemiddeld ongeveer een zevental alinea's en bestaan hoofdstukken gemiddeld uit ongeveer zeven of acht paragrafen. Een boek telt veelal acht tot tien hoofdstukken.
In een literatuurlijst staan de bronnen altijd op alfabetische volgorde. Je sorteert alle bronnen op de achternaam van de auteur.