Wiskunde wordt veel gebruikt in de natuurwetenschappen en de techniek en de ict, maar ook veel in de economische wetenschappen. Steeds vaker worden in de sociale wetenschappen en de geneeskunde wiskundige modellen gebruikt.
Wiskunde is overal.
Daar zitten ze volledig naast! Ten eerste, zoals je zal zien, is wiskunde aanwezig in veel aspecten van het dagelijks leven, van een bezoekje aan de bank tot aan koken of zelfs het doen van het huishouden.
Wiskunde schept orde in de chaos van de wereld
Formules zijn daarom niet alleen belangrijk bij het vak wiskunde zelf. Zij zijn ook onmisbaar bij vakken als natuurkunde, scheikunde, biologie en economie. Je moet dus kunnen werken met formules om in deze vakken verder te kunnen komen.
De invulling van het vak is verschillend: Basisonderwijs: Wiskunde bestaat hier vooral uit tellen, rekenen en eenvoudige meetkunde.Voortgezet onderwijs: Wiskunde bestaat hier vooral uit meetkunde, analyse, kansberekening, statistiek en algebra.
De meeste leerlingen vinden wiskunde vooral moeilijk omdat het abstract is. Het is onzichtbaar, er bestaan eenmaal geen werkelijke wiskundige objecten. Leerlingen die veel visualiseren zullen wiskunde daarom ook moeilijker vinden. Zij kunnen dan niet een goed beeld krijgen en snappen zij het niet.
Wiskunde is een vakgebied waar iedereen goed in kan worden, zelfs als je zogenaamd geen wiskundeknobbel hebt.
Wiskunde wordt veel gebruikt in de natuurwetenschappen en de techniek en de ict, maar ook veel in de economische wetenschappen. Steeds vaker worden in de sociale wetenschappen en de geneeskunde wiskundige modellen gebruikt.
Wiskunde D is namelijk de meest zware versie van wiskunde die je zult vinden op de middelbare school en alleen geschikt voor mensen die een enorme passie of talent voor het vak hebben.
Wiskunde B is wat moeilijker. Het is vooral bedoeld voor wie graag wiskunde deed in de onderbouw en het ook goed kon. Het is een keuzevak, behalve voor scholieren die het profiel Natuur en Techniek kiezen.
Verschil opleidingen
Technische Wiskunde/Technische Natuurkunde is in principe niet moeilijker of makkelijker dan 'gewone' Wiskunde/Natuurkunde.
HAVO en VWO
Het grootste verschil tussen wiskunde A en B is statistiek. Vaak wordt gezegd dat wiskunde A makkelijker is dan wiskunde B.
Conclusie. De kernvakkenregel eist dat je voor Nederlands, Engels en Wiskunde ten minste een: 4,5 – 5,5 – 5,5 haalt op je diploma. Deze drie cijfers worden immers naar boven afgerond en daarmee komen je gemiddelde eindcijfers dan uit op een: 5 – 6 – 6.
Wiskunde is onmisbaar in veel gebieden en zie je overal terug in het dagelijks leven. Zo speelt wiskunde een fundamentele rol in de logistiek en telecommunicatie, in de beveiliging van het internetverkeer, in het klimaatdebat, bij het ontrafelen van het menselijk DNA, en in de financiële wereld.
Het vak wiskunde D is een profielkeuzevak binnen het profiel Natuur en Techniek en kan ook door de leerlingen van Natuur en Gezondheid, die wiskunde B gekozen hebben, opgenomen worden in het vrije deel. Het is voor scholen niet verplicht wiskunde D aan te bieden als keuzevak.
Wiskunde bestaat lang niet alleen uit getallen. Ook grafieken, tabellen, modellen en figuren horen bij wiskunde. Aangezien wiskunde zo'n groot geheel is, wordt het onderverdeeld in verschillende delen. Voorbeelden hiervan zijn rekenen, statistiek, meetkunde en algebra.
Vooral als je wiskunde echt heel moeilijk vindt, is wiskunde A de beste optie voor jou. Lukte dat vak in de onderbouw best aardig, ga dan voor wiskunde B. Met die variant word je namelijk op veel meer opleidingen toegelaten. Je beperkt jezelf met wiskunde B dus minder in je keuzevrijheid dan met wiskunde A.
Ook voor universitaire studies zoals natuurkunde en scheikunde is wiskunde B verplicht. Wiskunde B is abstracter dan wiskunde A en de meeste leerlingen vinden wiskunde B moeilijker dan wiskunde A.
Om biologie te studeren is officieel alleen wiskunde-a nodig, maar studenten die niet ook wiskunde-b hebben gedaan, zijn ernstig in het nadeel bij het volgen van statistische en biomathematische vakken....
Wiskunde studeren is het ontrafelen van wiskundige structuren, intellectuele puzzels en problemen analyseren met behulp van logische gedachtestappen. Wiskunde studeren is een manier van denken. Het gaat om het herkennen en analyseren van structuren, het leggen van verbanden en het maken van modellen en voorspellingen.
Wiskunde is overal en vaak onmisbaar. Denk aan veilig internet, weersvoorspellingen en in de financiële wereld. Ze kunnen niet zonder wiskunde. In de bachelor Wiskunde aan de UvA maak je kennis met de vele kanten van wiskunde en leer je om op een wiskundige manier te denken en oplossingen te verzinnen.
Rekenen nodig in vervolgopleidingen, werk of dagelijks leven
Zoals in je werk en ter voorbereiding op een eventuele vervolgstudie. Rekenen heb je bijvoorbeeld nodig om uit te rekenen wat een zorgverzekering of een telefoonabonnement kost. Of hoeveel geld je overhoudt van je salaris als je vaste lasten betaald zijn.
Over het algemeen geldt: hoe meer bèta, hoe meer keus. Toch slaagt maar liefst 5,6 procent van de havisten uiteindelijk zonder wiskunde voor het eindexamen, blijkt uit navraag bij het CBS. Gemiddeld telt elke klas dus een of twee leerlingen die wiskunde laten vallen.
In Nederland is wiskunde verplicht voor vwo-leerlingen. Havisten kunnen wiskunde laten vallen als ze kiezen voor het profiel cultuur & maatschappij (c&m). In het vmbo is wiskunde bij veel profielen een keuzevak.