Hele fijne plek waar je bitloos kan paardrijden. In een mooie omgeving, bos, riviertje, heuvellandschap of in de beschutting van een afgesloten ruimte. Plek voor overnachting op de camping of in een yurt, woonwagen of vakantie huisje op de biologische boerderij.
De school legt zich toe op bitloos paardrijden. Het paard wordt dan niet langer met de leidsels en het bit gestuurd, maar met de bewegingen van het lichaam. “Zonder bit rijden is prettiger voor het paard,” zegt Friedrich.
Een paard ervaart wel degelijk pijn als hij een zweepslag krijgt, of zweren, blaren, kloofjes of schuurplekken oploopt door een neusriem of bit. De mate waarin het bit en de neusriem het paard pijn doen, hangt af van verschillende factoren.
Met een bitloos hoofdstel werk je juist met druk op de neus in plaats van in de mond. Het is een misvatting dat bitloos rijden vriendelijker zou zijn dan met een bit; de inwerking is afhankelijk van de teugeldruk oftewel de manier waarop de ruiter met zijn hand inwerkt.
Het bit wordt doorgaans gebruikt om de sturing van het paard met de teugel te verfijnen. Vanwege de gevoeligheid van de mond is het ongeschikt om uitsluitend daarmee te sturen of te remmen; hiervoor gebruikt men vooral gewichtsverdeling en benen.
Een te dun bit gebruiken
Een dun bit werkt scherper in dan een dik bit omdat de druk wat hoger wordt. Als je sterker bent in je hand heeft een te dun bit nadelige gevolgen voor een paard. Het gebruik van een (te) dun bit is zeker niet aan te raden bij beginners of ruiters met een onrustige hand.
Om te kijken welk formaat bit het best bij jouw paard past probeer je de '2-vingertest'. Leg je wijs- en middelvinger op elkaar en steek deze ter hoogte van het bit in de mond van het paard. Afhankelijk van de druk kan je het volgende aanhouden: Veel druk -> weinig ruimte -> dun mondstuk (14-16mm)
Je kunt dus concluderen dat bitloos rijden de pijn met 87% vermindert. In totaal verbeterden 65 van de 66 paarden aanzienlijk bij bitloze optoming. Dit bewijst dat het bit an sich de hoofdoorzaak is van pijnbeleving bij paarden. Naast het paardenwelzijn, wel zo veilig voor jou, als ruiter.
Bij de betere kaptoom zonder metaal is de neusriem van dubbel gestikt leer. Hierdoor zijn de ringen op de neusriem goed beschermd voor de gevoelige paardenneus en niet voelbaar voor het paard op de gevoelige paardenneus.
Het contact op de teugel mag uitsluitend zachtjes en symmetrisch in de mondhoeken van het paard blijven zodat het paard rustig op het bitje kan blijven kauwen (kaken los kan houden) zonder dat het vanuit pijn in de mond in een oncomfortabele positie wordt getrokken.
Als je pony niet soepel is kan hij van last al snel het bit vast willen pakken. Pony is erg soepel alleen heeft hij wel moeite met zijn balans. Bit pakt hij vooral vast als er veel interessants om zich heen gebeurt. Normaal geen probleem maar op wedstrijd wel erg vervelend want dan is er natuurlijk van alles gaande.
Zwiepen. De staart zachtjes heen en weer slaan is om de vliegen weg te jagen. Maar als het paard de staart zo hard mogelijk heen en weer slaat is hij geïrriteerd of boos. Dit is meestal een behoorlijk duidelijk waarschuwingssignaal dat hij gaat trappen of bokken en je moet er direct aandacht aan besteden.
In een krappe stal is het voor een paard lastiger om op te staan. Heeft hij daar een slechte ervaring mee, dan zal hij angst krijgen om te gaan liggen. Dat kan ertoe leiden dat hij zo moe wordt, dat hij staand slapend omvalt, met alle nare gevolgen van dien.
Door contact op te nemen met de teugels, kantelen de scharen naar achteren en omhoog. Hierdoor ontstaat een neerwaartse en terugwaartse druk op de neus. De kinriem of kinketting treed in werking en geeft druk op de kingroeve en via de bakstukken komt er druk achter de oren van het paard.
Je moet altijd constante druk hebben maar het paard moet daarbij ook voorwaarts zijn. Eerst de achterhand dán de voorhand. En met zagen ben je de hele tijd met de voorkant bezig. Zagen is elke methode waarbij het bit steeds van links naar rechts beweegt.
Bij het longeren is het aan te raden om een kaptoom te gebruiken om zo de mond te sparen en deze sensibel te houden. Het paard moet leren om op een circel te lopen en in de lengte te buigen. Bij het stelling vragen wordt via de middelste ring ingewerkt op het neusbeen en dus niet op de lagen in de mond.
Re: Wat is Groen gereden??
Ja, dit betekent inderdaad dat het paard nog maar net onder het zadel is en nog niet veel kent. Zadelmak dus.
Een tongboog zorgt dat het mondstuk ook op de lagen inwerkt en daardoor een scherpere inwerking krijgt. Het ongebroken mondstuk maakt het onmogelijk eenzijdige teugelhulpen te geven en het mondstuk is daardoor niet geschikt voor ruiters die nog niet voornamelijk op been- en zithulpen rijden.
Een mullen bit ligt stil in de mond maar hiermee kan de ruiter wel wat sterker inwerken dan met de flexi soft variant. Het materiaal zorgt er weer voor dat het paard gestimuleerd wordt om het bit aan te nemen.
Het enkelgebroken bit is voor de meeste mensen een van de eerste bitten waar ze mee in aanraking komen. Een simpele enkelgebroken bustrens of watertrens wordt vaak gebruikt bij manegepaarden en wordt gezien als een vriendelijk bit.
Een dubbelgebroken bit geeft meer druk op de tong en werkt iets minder in op de lagen. Het kan niet dubbel vouwen waardoor het bit niet tegen het gehemelte kan komen. Ook een dubbelgebroken mondstuk is vrij standaard en kan voor veel verschillende paarden worden gebruikt.
Paarden die vaak onrustig zijn in de aanleuning kunnen baat hebben bij het gebruik van een ongebroken trens. Met het mondstuk van de ongebroken trens kan de ruiter wel sterker inwerken met de hand, waar wel rekening mee gehouden moet worden.
Paarden bijten om zoveel verschillende redenen: om te spelen, om te domineren of te beschermen, bij spanning, pijn of angst, bij het allogroomen of het liefdesspel, omdat ze koekjes willen, omdat ze je niet leuk vinden, ze iets moeilijk vinden of je te dicht staat, enz.