Leem is overal verkrijgbaar. Indien je in het zuiden woont of op de veluwe kun je het bij ieder grondboer krijgen/kopen. Eventueel zelf opgraven in een bouwput.
Voeg steeds wat zand, stro of zaagsel toe aan de klei om een mooie, stevige leem te krijgen. Voeg eventueel een scheutje water toe om goed te mengen. Hoe meer ingrediënten je toevoegt aan de klei, hoe dichter de substantie wordt en hoe minder de leem bij het drogen gaat scheuren.
Het grootste verschil tussen klei en leem is dat klei oorspronkelijk door water afgezet is (dus door een rivier of de zee), en dat leem door de wind afgezet is. Zowel klei als leem bestaan uit lutumdeeltjes, platte plaatjes die kleiner zijn dan 0,002 mm.
Werking en eigenschappen van groene leem
zuigt de gifstoffen uit het lichaam op en geeft mineralen af, zowel inwendig als uitwendig. stimuleert de doorstroming van het bloed en activeert de heropbouw van de rode bloedlichaampjes. remt bacteriologische activiteiten. neemt geur en uitscheidingen van de huid op.
In de volksmond wordt met leem vaak materiaal fijner dan zand bedoeld. Leem kan zowel door de wind, door rivieren als door ijs worden afgezet. Bovendien is Leemstuc in ruimtes binnen zeer geschikt: vrij sterk, niet brandbaar, damp doorlatend, antistatisch, schimmelwerend, En natuurlijk supermooi !…
Draagkracht. Slappen lagen zoals klei, veen en leem hebben geen of zeer beperkte draagkracht. Zandlagen die dik genoeg zijn hebben dat wel. Daarop kan worden gefundeerd.
Textuur en waterdoorlatendheid
De deeltjes in leem zijn kleiner dan zandkorrels en hierdoor is leem vaster van structuur dan zand. De korrelgrootte van leem ligt tussen de 20-40 µm. Toch is de waterdoorlatendheid weer beter dan die van klei.
Met leemstuc bedoelen we basisleem. Basisleem is bruin of rood van kleur. Het bestaat uit klei, silt en zand. Nadat het gedolven is wordt er meestal enkel nog zand toegevoegd om een voor stucwerken optimaal mengsel te verkrijgen.
Leemstuc bestaat uit water, klei en zand
In Nederland is dit materiaal ongeschikt voor buiten. Door de vele regen spoelt het gewoon weg. Het kan wel tegen waterdamp, maar niet tegen regen. Daarom wordt het hier vooral gebruikt voor het stuken van binnenwanden.
De tweede grondsoort is leemgrond. Deze grond is te herkennen aan de geelrode kleur en is iets fijner en compacter dan zand, waardoor water en voedingsstoffen beter vast gehouden kunnen worden. De kleideeltjes zakken als laatste naar beneden in de pot, omdat kleigrond uit heel fijne korrels bestaat.
Nee, isoleren met leem kan niet want leem is geen specifiek isolerend materiaal. Wil je isoleren tegen geluid van de buren en tegen de kou van buiten dan gebruik je veel beter houtvezelplaten. Voor warmte- of geluidsisolatie heb je een specifiek isolatiemateriaal nodig, zoals houtvezel of cellulose.
Verdun verf van leem met maximaal 10% water. Het mengen met water is met name aan te raden als leemstuc de ondergrond is. Het water zorgt ervoor dat de verf soepeler smeert. Ten slotte heeft leemverf tijd nodig om te drogen, pas dan kan men zien dat het een mooie egaal gekleurd oppervlak is.
Leemgrond is een vruchtbare grondsoort waar veel planten zich goed bij voelen. Belangrijke eigenschappen zijn: Leem houdt voedingsstoffen goed vasthoudt en afwatert. Leemgrond is goed te bewerken.
Na de winter is de grond in je tuin niet meer zo luchtig. Door Pokon Gedroogde Mestkorrels te strooien in het voorjaar geef je de bodem een echte oppepper. Het verbetert je grond door het hoge gehalte organische stof en maakt het hierdoor weer een luchtig geheel.
Nog altijd worden houten heipalen geslagen onder woningen, bedrijfsruimten en Grond- Weg- en Waterwerken. De heipalen kunnen worden geleverd in een lengte van 1 tot 23 meter. Een houten heipaal met een puntdiameter van 16 cm kan een belasting tot 240 kN dragen.
Leem is een grondsoort die voornamelijk bestaat uit silt (deeltjes met korrelgrootte tussen de 2 en 50/64 micrometer). In de volksmond wordt met leem vaak materiaal fijner dan zand bedoeld.
Bij funderen op staal worden traditioneel sleuven gegraven tot op circa 80 cm beneden het maaiveld. De aanleg van de fundering is op deze diepte vorstvrij. Bij erg strenge winters komt de vorst niet onder de fundering. In deze sleuven wordt meestal een kantplank gesteld waartussen de wapening komt.
Harde kleigrond kun je spitten met een goede stevige spade, maar ga nooit hele scheppen tegelijk proberen te nemen. Eerst stukje bij beetje ene klein kuiltje graven. Heb je eenmaal genoeg diepte om de hele spade in te steken, dan kun je van daaruit verder spitten.
Leem en klei zijn fijner dan zand. Ze houden het water en de voedingsstoffen beter vast. Ze zijn dus van nature vruchtbaarder dan zandgronden en kunnen in een droogteperiode de planten langer van water voorzien. Je moet dus minder snel gieten.
Je kunt kleigrond duurzaam verbeteren door er een flinke lading compost, organische mest of bladaarde doorheen te mengen. Werk die oppervlakkig in de toplaag en regenwormen doen de rest wel. De humusdeeltjes maken de bodem luchtiger, verbeteren de vochthuishouding en stimuleren het bodemleven.
Tegenwoordig wordt leem nog steeds gebruikt om mee te bouwen of stuccen. Leemstuc is in ruimtes binnen zeer geschikt: vrij sterk, niet brandbaar, dampdoorlatend, antistatisch en bescherming tegen straling. Leem is ook een grondstof voor het maken van aardewerk, in het bijzonder majolica.
Groen klei/leem wordt normaal maar een uur of twee op een been geplaatst. Als je een wond hebt dan kan je klei erop smeren en een uurtje of zo wachten, en dan het zachtjes afspoelen, dat gedeeltelijk dat dan misschien nog overblijft in de wond laat je zitten. Na een uur herhaal je de oefening.