Mollen houden niet van de geur van de wortels, daarom wordt deze plant ook wel 'mollenkruid' genoemd. Wel opletten met deze plant, want het melksap is giftig. Keizerskroon tegen mollen helpt ook. De mollen houden niet van de geur van de bollen, omdat het ze doet denken aan een geur die door vossen wordt verspreid.
Strooi uien of knoflooksnippers in de gangen. Door de stank worden de mollen verjaagd. Stop een in terpentijn, ammonia of petroleum gedrenkte doek in de mollengang. Plant keizerskronen (Fritillaria imperialis) in groepjes om de 8 m.
Mollen bezoeken minder snel je tuin als je verschillende soorten planten en bomen plant in plaats van alleen gras. Boomwortels zijn mooie obstakels voor de mol. Je kunt mollen ook effectief uit je tuin weren door een mollennet verticaal in te graven tot een diepte van 70 cm.
Het plan: je maakt reepjes van oude stof, bijvoorbeeld katoen. Week de reepjes in azijn en leg ze dan in een mollengang. De mol zit niet te wachten op sterke geuren. Als deze theorie klopt, dan kom je dankzij de azijn wel van het beestje of de beestjes af.
De molshoop spoelen met een tuinslang
Druk je tuinslang middenin de molshoop en vind met waterkracht de opening van de hoop. Vaak zit die in het centrum van de molshoop. Spoel net zo lang tot het water gemakkelijk in de grond wegzakt, dan heb je de opening gevonden.
Dieper graven van nieuwe gangen levert grond op die ze kwijt moeten. Wanneer het weer warmer wordt, kruipen de regenwormen weer richting aardoppervlak. De mol gaat er ook dan weer achteraan, graaft nieuwe gangen en werpt dus extra hopen op.
Stilzitten is er niet bij; een mol graaft zo'n 4 meter tunnel per uur. Ze eten wormen, emelten, engerlingen en andere insecten die in de bodem leven. Mollen zijn solistische dieren en behalve in het paarseizoen (van februari tot april) leven ze alleen.
Een goedkope manier die je ook kunt proberen is het plaatsen van plastic flessen in een mollengang. Je plaatst hiervoor een plastic fles zonder bodem met de hals naar boven in de mollengang. Zodra de wind dan in de hals van het flesje blaast gaat het flesje fluiten en trillen en hier hebben mollen een hekel aan.
Onder de grond heeft de mol geen natuurlijke vijanden, alleen zijn eigen soortgenoten. Boven de grond wordt de mol bejaagd door onder andere uil, buizerd, blauwe reiger, ooievaar, wezel, hermelijn en vos. Andere doodsoorzaken zijn honger door droogte en verdrinking door overstromingen.
Mollen graven gangen tot zo'n 120 centimeter diep, dit zijn de diepgelegen gangen. Deze gangen zijn ongeveer 5 centimeter breed. De mol graaft soms ook gangen die meer aan de oppervlakte liggen. De ondergrondse gangen zijn soms wel 200 meter lang.
Mollen hebben een hekel aan sterke geur, bijvoorbeeld die van sommige knollen en wortels. Er zijn planten die mollen om die reden niet fijn vinden: keizerskroon (Fritillaria imperialis), nieskruid of kerstroos (Helleborus), tuingloxinia (Incarvillea) en kruisbladwolfsmelk (Euphorbia lathyris).
De leefruimte (burcht) ligt meestal onder de grootste molshoop. Graaf de molshoop voorzichtig een beetje open om te kunnn voelen welke kant de gang precies op loopt. De hoofdgang is niet alleen belangrijk om te weten bij het mollen vangen met een mollenklem. Ook de mollenval moet in een hoofdgang geplaats worden.
Mollen komen slechts zelden boven de grond, dus de kans dat u er een te zien zult krijgen is klein. Maar wees voorzichtig als u een levende mol vangt, want ze hebben heel scherpe tanden en zullen zeker proberen te bijten.
De molshoop moet eerst open gegraven worden met een schepje of de handen. Dan worden er een paar brokjes carbid in de molshoop gestrooid. Wanneer de grond vochtig is, zal het carbid gelijk reageren. Het sist dan een beetje en er komt gas vrij.
Mollen houden niet van water, dus het zou logisch zijn om te denken dat je ze kunt verjagen door water in de mollengangen te spuiten. Het probleem is echter dat mollengangen ellenlang kunnen zijn. Voor je het weet, ben je honderden liters kwijt en heeft de mol zich slechts verplaatst.
Na 1 dag controleer je de val. Je verwijdert de afdekking en je ziet al snel of de klem opnieuw in de oorspronkelijke, ongespannen positie staat. Dan is de kans heel groot dat je de mol gevangen hebt.
Ze zijn steeds afwisselend 3 à 4 uur wakker en gaan dan een paar uur rusten. Ook als ze wakker zijn, blijven ze bij voorkeur onder de grond. Daar graven ze hun tunnels en zoeken hun voedsel. Mollen eten per dag zo'n 50 gram voedsel.
Als er teveel grond achter hem ligt draait hij zich om en duwt die met zijn kop verder naar achteren De voorpootjes zijn korte, stevige schepjes. Deze animatie laat zien, hoe een mol zijn gangen graaft. Hier komt een gang. De uitgegraven grond moet naar boven.
Een kleine tuin zal dus meestal maar plaats bieden aan één mol. Omdat die mol zijn eigen territorium heeft, is het verwijderen van je bodemgast vaak zinloos. Het enige wat je doet is een thuis aanbieden aan een nieuw exemplaar.
Hoeveel mollenklemmen plaatsen? Wanneer je een mollenklem gaat plaatsen, moet je er niet altijd vanuit gaan dat het om één mol gaat. In sommige gevallen gaat het om meerdere mollen die schade aanrichten in je tuin. Voor een grotere vangkans kun je meerder mollenklemmen plaatsen in je tuin.
Dat gewroet zorgt voor bodemverbetering: ze mixen de boven- en onderlaag van de grond, de gangen geven de grond meer lucht en ze zorgen voor een betere drainage. Regenwormen zijn het belangrijkste voedsel van de mol. Ook slakken, spinnen en jonge muizen of eieren staan op het menu.
Zijn reuk- en tastzintuigen zijn dusdanig ontwikkeld dat hij ondergronds goed uit de voeten kan. Hierdoor kan een mol met 7 km/u ondergronds graven en per uur graven ze gangen tot en met 15 meter lang.
Bij droogte (vb zomer) graaft de mol zijn gangen dieper tot zelfs op 2 meter diepte om toch nog voldoende voedsel te vinden. Want als het grondwater zakt, dan zitten de regenwormen ook dieper en moet de mol dus dieper ondergronds wroeten om zijn voedsel te bemachtigen.
Mollen zijn in principe niet gevaarlijk, maar kunnen door hun graafgedrag wel behoorlijke schade aanrichten aan uw gazon, terras of stoep. Dit maakt dan ook hun bestrijding soms noodzakelijk.
Molshopen ontstaan tijdens het graven van de mol in de grond. De uitgegraven aarde wordt gebruikt om de wanden van de gegraven gangen te verstevigen en het overtollige zand wordt door de achterpoten naar achteren gewerkt en vervolgens naar buiten geduwd. Op de grond ontstaat dan een molshoop.