Het grondgebied van het huidige Limburg was vanaf de latere middeleeuwen meestal verdeeld tussen het hertogdom Brabant, hertogdom Gelre, hertogdom Gulik, het prinsbisdom Luik, de prins-bisschop van Keulen en het middeleeuwse hertogdom Limburg.
In 1749 werd Limburg bezet door de Fransen. Zo werd Limburg weer verenigd. De Fransen zorgden ervoor dat Limburg behoorde tot het Departement Beneden-Maas. Na de Franse Tijd hoorde Limburg bij het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden.
Haar unieke ligging in het hart van Europa maakte Limburg een gewild en strategisch gebied. Deze regio was dan ook meermaals een speelbal van de Grote Mogendheden. Vanaf 1814 behoorde Limburg officieel tot het Soeverein Vorstendom der Verenigde Nederlanden en vanaf 1815 tot het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden.
Ontstaan en gebied
Het oudste Limburgs stamt uit +/- 1170, in het werk van Henric van Veldeke (een volkstalige schrijver uit Hasselt). Binnen Nederland wordt het logischerwijs gesproken in de provincie Limburg. Maar ook in een deel van België en Duitsland wordt Limburgs gesproken.
In 1839 kreeg de provincie Limburg de vorm die ze vandaag de dag nog steeds heeft. Tegen de zin van koning Willem I werden in dat jaar namelijk definitief de provincies Nederlands- en Belgisch-Limburg gescheiden. Daarmee was een einde gekomen aan zijn droom van een Verenigd Koninkrijk der Nederlanden.
De laatste negen jaar was het gebied, op Maastricht na, deel van België geweest. Voor koning Willem I was het een pijnlijke verrassing dat de grote mogendheden −Pruisen, Oostenrijk, Rusland, Groot-Brittannië en Frankrijk − in 1831 het ontstaan van het nieuwe België aanvaardden.
Na de Napoleontische tijd werd de regio onderdeel van het nieuwe Koninkrijk der Nederlanden. In 1839 werd België onafhankelijk en werd de regio in tweeën gedeeld, waarbij België en Nederland beide een provincie Limburg kregen.
Naar het oosten toe vormt het Limburgs een continuüm met de Rijnlandse dialecten. De dialecten aan de overkant van de staatsgrens met Duitsland worden Duitse dialecten genoemd omdat ze door de Duitse cultuurtaal worden overkoepeld.
De verstaanbaarheid tussen het Limburgs en het Nederlands is beperkt en niet alle Nederlandstaligen kunnen de taal verstaan, tenzij ze in een gebied wonen waar ze hun taal regelmatig horen en horen. Eigenlijk lijkt het Limburgs op een variant van het Nederlands met sterke Duitse invloeden.
De Limburgse taal is West-Germaans
Het Limburgs is een West-Germaanse taal. Taalkundig verschilt het Limburgs van de buurtalen Nederlands en Duits vanwege zijn contrastieve tonaliteit en eigen klankleer, grammatica en woordenschat.
Wist je dat Sittard de op-een-na oudste stad van Limburg is, en tevens ook één van de oudste steden van Nederland?
In 1839 erkende koning Willem I de onafhankelijkheid van België door het Verdrag van Londen te ondertekenen. Volgens de voorwaarden van het verdrag moesten de Belgen het oostelijk deel van Limburg aan Nederland afstaan.
De Rijksoverheid en de provincie Limburg willen de Limburgse taal behouden en het gebruik ervan aanmoedigen. Het Limburgs is daarom erkend als regionale taal.
De naam van de provincies komt van de Belgische vestingstad Limburg, de hoofdstad van toenmalig hertogdom Limburg. De naam van de stad is afgeleid van lint (draak, lintworm) en burg (burcht).
Definitie van 'Limburg'
1. een middeleeuws hertogdom in West-Europa : verdeeld tussen Nederland en België in 1839. 2. een provincie in Zuidoost-Nederland: bevat een kolenmijn en industriële centra.
Limburgers staan niet voor niets bekend als echte levensgenieters. Er is meer persoonlijke aandacht en alles lijkt er net een tandje langzamer te gaan. Van oudsher is de verbinding met de zuidelijkere culturen van Europa sterker vergeleken met de rest van Nederland.
oma. Ama is 'n aajd Mestreechs woord veur bomma. Ama is een oud Maastrichts woord voor groetmoeder.
Het Limburgs is geen toontaal ; het heeft een toonhoogte-accent ontwikkeld, iets dat gebruikelijk is in het Indo-Europees, inclusief het Germaans.
Het dialect verbindt alle omliggende regio's met elkaar, door de hoorbare invloeden uit de Franse en Duitse taal. Elk dorp of zelfs gehucht kent zijn eigen dialect: op een paar minuten fietsen zijn de verschillen al hoorbaar. En dat maakt het Limburgs nou juist zo charmant.
Gronings, Brabants en Limburgs zijn dat niet. Waarom? Heel eenvoudig: Fries voldoet als enige van de regionale talen aan de gestelde eisen. Zo heeft het een duidelijke grammatica, is er sprake van historische ontwikkeling en vinden de sprekers zelf dat ze de taal Fries spreken.
Elke week post Chapeau! een typisch Limburgs Lijstje dat ons Zuiderlingen bekend in de oren klinkt. Dit keer: 7 typisch Limburgse uitdrukkingen. Aomzeike (mieren), sjwelmensje (aardappel), pompestein (aanrecht) en kammezeualke (gilet) zijn woorden die steeds minder worden gebruikt in het dialect.
Het waren Provinciale Staten van 1886 die in hun voorjaarsvergadering - zoals dat toen heette - besloten de Koning een nieuw wapen te vragen. Het oude was nog steeds dat van hertogdom Limbourg sur Vesdre; de naamgever van onze provincie.
Geschiedenis. De huidige provincie Limburg van Nederland ontstond pas in 1839 , na de afronding van de afscheiding van België van Nederland die in 1830 was begonnen.
Maastricht is de grootste stad met ruim 125.000 inwoners en Vaals is de kleinste gemeente met circa 10.000 inwoners. Zuid-Limburg kent een bijzondere geografische ligging door de lange grens met Duitsland en België en een smalle grens met de noordelijk gelegen regio Midden-Limburg.