Leerlingen met dyslexie hebben het recht om gelijk behandeld te worden, net zoals alle andere leerlingen. Dit is geregeld in de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (WGBH). Scholen zijn verplicht om aanpassingen te doen als u of uw kind hierom vragen.
Bij ernstige dyslexie kan uw kind dyslexiezorg krijgen. Dit valt onder de Jeugdwet. Gemeenten zijn daarvoor verantwoordelijk. De zorgverzekeraar heeft geen rol bij dyslexiezorg, ook niet in aanvullende verzekeringen.
Kinderen met dyslexie zijn vaak creatief van aard. Dat blijkt uit dit onderzoek (Tafti et al., 2009). Hun algehele creativiteit is groter, maar ook hun vermogen tot creatief denken. Dyslectische kinderen komen daardoor sneller tot vindingrijke oplossingen voor problemen.
Scholen zijn niet altijd verplicht tot vrijstellen, maar wel om de basisondersteuning te bieden zodat dyslectische leerlingen het onderwijs kunnen volgen. Dit betekent dat scholen leerlingen adequaat moeten compenseren voor de gevolgen van de dyslexie, bijvoorbeeld door het gebruik van hulpmiddelen toe te staan.
Een dyslexieprotocol is een document waarin staat welke procedure de school doorloopt om goed om te gaan met leerlingen die dyslexie hebben. Dyslexie is een stoornis waarbij het kind een hardnekkig probleem heeft bij spelling en bij lezen op woordniveau.
Dyslexie in het voortgezet onderwijs
extra examentijd krijgen; gebruikmaken van hulpmiddelen zoals een daisyspeler of een computer met spellingcontrole; extra begeleiding krijgen bij lezen, spelling of taal. Dit gebeurt vaak in samenwerking met een onderwijsbegeleidingsdienst of een remedial teacher.
Vrijwel alle vormen van ziekte, aandoening, beperking of handicap vallen onder de term functiebeperking. Voorbeelden van een functiebeperking zijn AD(H)D, Autisme spectrum stoornis (ASS), dyslexie, dyscalculie, angststoornis, depressie, slechthorend, slechtziend, chronisch ziek, gehandicapt.
Ondersteuning voor mensen met dyslexie
Technieken en ondersteuning die uw kind kunnen helpen, zijn onder andere: af en toe 1-op-1-onderwijs of lessen in een kleine groep met een gespecialiseerde leerkracht . Klanken (een manier om kinderen te leren de kleinere klanken waaruit woorden bestaan te herkennen en te verwerken) in combinatie met andere technieken.
Zoals eerder benoemd is dyslexie vooral gerelateerd aan leestaken en heeft het geen bewezen invloed op intelligentie.
Heb ik recht op gratis voorleessoftware? Leerlingen van buitengewoon, lager, secundair, Se-n-Se onderwijs of HBO5 Verpleegkunde met een attest van lees- of schrijfbeperking, kunnen gebruik maken van gratis voorleessoftware.
Mensen met dyslexie zijn over het algemeen goed in het waarnemen van de dingen in hun omgeving, het zien van grote gehelen maar ook van details die anderen niet altijd opvallen. De meeste dyslectici denken ook op een sterk visuele (en minder talige) manier.
Dyslexie beïnvloedt vaak het functioneren van gesproken taal . Getroffen personen kunnen moeite hebben met het vinden van de juiste woorden, kunnen stotteren of kunnen pauzeren voordat ze directe vragen beantwoorden. Dit brengt hen in het nadeel als ze de adolescentie ingaan, wanneer taal centraler wordt in hun relaties met leeftijdsgenoten.
goed kunnen improviseren; goed kunnen netwerken; meerdere taken tegelijk kunnen uitoefenen.
De zorgverzekering vergoedt een dyslexie-onderzoek niet. Er is dus ook geen aanvullende verzekering beschikbaar. Je kunt gebruikmaken van de Jeugdwet bij de gemeente.
Het Department for Work and Pensions (DWP) zegt dat er geen specifieke lijst is met aandoeningen die mensen recht geven op PIP. Dat betekent dat u niet automatisch in aanmerking komt voor PIP alleen omdat u dyslexie hebt . Als u echter lijdt aan een leerstoornis en dit u dagelijks genoeg beïnvloedt, kunt u in aanmerking komen.
Een particuliere school kan een goede oplossing zijn voor een kind met dyslexie. Reguliere scholen hebben vaak grote klassen, waardoor weinig plaats is voor individuele begeleiding. Op een particuliere school daarentegen zijn kleine klassen het uitgangspunt. Daardoor is veel meer individuele aandacht mogelijk.
De meeste mensen met dyslexie zijn, op zijn minst, gemiddeld of bovengemiddeld intelligent . Vaak beschouwen kinderen die niet kunnen lezen en spellen zichzelf niet als slim. Het is erg belangrijk dat "dyslectische" studenten al hun sterke punten ontwikkelen. Technologie maakt het leven makkelijker voor kinderen die moeite hebben met lezen en schrijven.
Er is niet één enkel "dyslexie-gen"; momenteel zijn er meer dan 40 genen gekoppeld aan dyslexie, elk waarschijnlijk met een klein effect op zichzelf. Er is in geval van dyslexie geen enkel "dominant" of "recessief" gen.
Intelligentie. Zoals in de definitie van dyslexie wordt beschreven (BVRD, 2021), gaat het om een specifieke leerstoornis die niet het gevolg is van een algemene verstandelijke beperking.
Dyslexie is een onzichtbare handicap, die in het onderwijs helaas nog steeds voor veel problemen zorgt.
Het ontdekken van talenten ð
Met andere woorden, dyslexie is meer dan alleen een obstakel; het biedt ook verborgen voordelen. De creatieve denkwijze, sterke sociale vaardigheden, luister- en begripsvaardigheden, en de versterking van talenten maken deel uit van het potentieel dat dyslexie met zich meebrengt.
Leeshulpmiddelen, waaronder scanpennen, zijn hulpmiddelen die zijn ontworpen om mensen met leesproblemen, zoals dyslexie of visuele beperkingen, te helpen . Scanpennen zijn draagbare apparaten die gedrukte tekst scannen en deze omzetten in spraak of digitale tekst, zodat gebruikers de woorden kunnen horen of op een scherm kunnen bekijken.
Dyslexie kan een aanzienlijk en langdurig negatief effect hebben op de normale dagelijkse activiteiten en is daarom een erkende handicap volgens de Equality Act 2010 .
Creatieve beroepen zoals grafisch ontwerper, fotograaf of architect zijn vaak zeer geschikt voor mensen met dyslexie. Deze functies vereisen weinig schriftelijke communicatie en maken gebruik van visuele en ruimtelijke vaardigheden, wat vaak sterke punten zijn voor mensen met dyslexie.
Dyslexie heeft te maken met taal en vooral met geschreven taal. Mensen die hier last van hebben, hebben moeite met het herkennen en verwerken van taalklanken. Een woord is opgebouwd uit een opeenvolging van taalklanken. Het woord drop en het woord dorp kennen dezelfde taalklanken, maar de opeenvolging ervan is anders.