Uit onderzoek naar verkeersongevallen in de EU blijkt dat in Nederland de meeste ongevallen zowel binnen de bebouwde kom (45%) als buiten de bebouwde kom (39%) gebeuren. Op de snelweg vinden de minste verkeersongelukken met motorrijders plaats (16%).
Motorrijders zijn kwetsbaar in het verkeer. Het risico, per afgelegde kilometer, om bij een verkeersongeval te overlijden, is 25 maal zo groot voor motorrijders als voor inzittenden van personenauto's; het risico om in het ziekenhuis te belanden 20 maal.
40% van alle ernstige en dodelijke motorongevallen zijn enkelvoudige ongevallen [7]. Een van de belangrijkste oorzaken van enkelvoudige ongevallen is dat de motorrijder de macht over het stuur verliest [7]. Een technisch probleem aan de motor is zelden een oorzaak van een ongeval [24].
Relatief meeste ongelukken op rechte wegen
Ook verkeersongevallen op kruispunten (22,8 procent) kwamen vorig jaar relatief vaak voor. Op bijna alle soorten wegen zijn de meeste ongevallen gebeurd door een kop/staartbotsing of doordat een flank van een andere rijdende auto wordt geraakt.
De meeste ongelukken gebeuren op 80 kilometer wegen. Dat komt omdat op deze wegen relatief meer voertuigen met verschillende snelheden komen en er vaker wordt ingehaald op de rijstrook van het tegemoetkomend verkeer. Als ik zou moeten kiezen tussen een autoweg en een autosnelweg, zou ik zeggen autoweg.
Mannen veroorzaken meer ongelukken dan vrouwen, blijkt keer op keer uit cijfers van verzekeraars en overheidsinstanties. Zo was volgens een rapport van het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid slechts 34 procent van de autobestuurders die in 2013 betrokken was bij een verkeersongeluk een vrouw.
Het risico op een gebeurtenis drukken we uit met een teller en een noemer. Zo is het risico om te sterven in een auto-ongeval 1 als teller op 6.700 auto's als noemer (1/6.700), in een vliegtuig 1/100.000 vlieguren, en bij basejumping 1/60 sprongen.
Wist je dat een motorrijder dertig keer meer kans heeft in het verkeer te overlijden dan een automobilist? Dat is geconstateerd vanaf het jaar 2010 tot 2014. Het rijden op een motorfiets is wat dat betreft dus gevaarlijker dan het rijden in een auto.
In ons land waren vorig jaar 476.178 motorfietsers ingeschreven. Dat is een stijging van bijna 30% in de afgelopen tien jaar. Het aantal ongevallen is nochtans tijdens diezelfde periode, gedaald met 24%. Gemiddeld gebeuren er nog altijd zo'n 8 motorongevallen per dag, zo'n 3000 in totaal.
In 2020 vielen daar 99 dodelijke verkeersslachtoffers, tegen 142 in 2019 en 150 in 2018. Na Noord-Brabant kwamen de meeste mensen om in het verkeer in Noord-Holland (87 verkeersdoden) en Gelderland (85 verkeersdoden).
Welke verkeersdeelnemers vormen het grootste gevaar? Wat misschien wel meer logisch lijkt, is dat in 70% van de gevallen het om ongelukken gaat waar andere verkeersdeelnemers bij betrokken zijn, zoals auto's (52%), een bus of zwaar voertuig (13%) of fietsers en voetgangers (5%).
Jonge motorrijders lopen weldegelijk meer kans op een crash. Het risico van jonge motorrijders is anderhalf tot tweemaal hoger dan van ouderen met even weinig ervaring (ongeacht soort of vermogen van de motor).
Iedereen kan motor leren rijden. Iedereen heeft in principe de mogelijkheid om motor te leren rijden, motorrijden is niet heel moeilijk. De ene persoon heeft het sneller onder de knie dan een ander. Het scheelt natuurlijk al een stuk als je ervaring hebt met het rijden op een schakelbrommer of scooter.
Motorrijden is gevaarlijker
Hier is geen speld tussen te krijgen, percentueel gebeuren er met motoren veel meer (dodelijke) ongelukken dan met auto's. Tot wel achttien keer zoveel kans op een dodelijk ongeval per gereden kilometer als in een auto, aldus Europees onderzoek.
Waar je met de auto eigenlijk alleen maar bezig bent met tussen de lijntjes blijven, realiseer je je als motorrijder dat er veel meer te doen is dan alleen maar rijden op de saaie snelweg. Door de wendbaarheid en afmetingen van een motor kun je gemakkelijk op plaatsen en wegen komen waar je eerder nooit kon komen.
Verhoudingsgewijs vallen er veel doden in het verkeer onder ouderen. De meeste verkeersdoden waren 80 jaar of ouder (126, 19% van totaal). Gevolgd door mensen in de leeftijd 70 tot 80 jaar (123, 19% van totaal). Bij 40- tot 60-jarigen daalde het aantal verkeersdoden met 17,6%.
Hoe lang een motor mee gaat is afhankelijk van het onderhoud en hoe er mee gereden is. Een redelijke verwachting van een benzine motor is 250.000 km. Hoe lang deze motor nog mee kan is afhankelijk van de huidige staat van de motor.
U mag alleen op een motor rijden als u een motorrijbewijs heeft. Er zijn 3 soorten: rijbewijs A1, A2 en A. Welk rijbewijs u nodig heeft, hangt af van het vermogen van de motor.
Vele kilometers kun je aan één stuk rijden, zonder bestemming of doel. Waar je achter het stuur naar verloop van tijd moe wordt, wil je op de motor gewoon door blijven rijden. Het is vaak heel ontspannen en je voelt de elementen van de natuurlijk. Het maakt motorrijden tot een uitstekende hobby die goed voor je is.
In Nederland weten we wel iets meer. Daar is 1 op de 5 nieuwe motorrijders een vrouw. Tussen 2014 en 2018 steeg daar het aantal vrouwen die een motorrijbewijs wisten te behalen, van 4.060 tot 5.799.
Voordat een motor op de openbare weg mag rijden, moet het voertuig voldoen aan technische eisen. Zo mag een motor niet langer zijn dan 4 meter en moet een motor goed werkende remmen hebben. De technische eisen voor de motor staan in de Regeling voertuigen.
Maar waar is de kans groter dat je overlijdt? In het vliegtuig of in de auto? Volgens Amerikaanse cijfers overlijden per 1 miljard gereisde kilometers 0,04 mensen door de lucht. Uit datzelfde onderzoek bleek dat bij autorijden 4,5 mensen per 1 miljard gereisde kilometers overlijden.
Nederland. In 2019 waren er 661 verkeersdoden te betreuren en raakten ongeveer 21.400 mensen ernstig gewond. Dat zijn bijna 2 doden en bijna 60 ernstig gewonden per dag.
Mannen even wegkijken nu, want uit onderzoek van het British Medical Journal blijkt dat vrouwen nog steeds betere chauffeurs zijn dan mannen. Mannen vormen een groter risico voor medeweggebruikers en rijden vaker in gevaarlijkere voertuigen. Dit blijkt uit onderzoek, bestaande uit vier data sets.