Vind je een dode vogel of ander dood dier rond het huis, dan kun je het zelf naar een destructiebedrijf of afvaldepot brengen. Elke gemeente heeft daar een eigen procedure voor. Bij sommige gemeenten komen medewerkers het dode dier ophalen, bij andere gemeenten moet je het zelf brengen.
Een gevonden dode vogel kunt u doorgeven aan Sovon Vogelonderzoek. Sovon verzamelt gegevens over de doodsoorzaken van wilde vogels. Geef ringgegevens van dode vogels door aan het Vogeltrekstation, Centrum voor vogeltrek en –demografie. Meld zieke dode vogels bij het Dutch Wildlife Health Centre.
De dierenarts kan zo nodig de dode dieren onderzoeken (kosten zijn voor uw rekening). Als de dierenarts het niet vertrouwt, kan de dierenarts een dierziektemelding doen bij de NVWA via het Landelijk meldpunt voor dierziekten, (045) 54 63 188.
Bied een schuilplaats waar de vogels hoog kunnen zitten
Naast eten moeten de vogels ook kunnen schuilen. In de tuin bieden brede hagen of muren met klimop een comfortabele schuilplaats. In de stad, kunt u een broedkastje op uw balkon hangen waar vogels in de winter beschut zitten.
In de winter zijn ze in een warmer land dan in de zomer. Vogels die heen en weer reizen tussen een zomergebied en een wintergebied noem je trekvogels. Sommige vogels trekken een paar honderd kilometer weg, bijvoorbeeld van Nederland naar Zuid-Frankrijk. Andere vliegen wel duizenden kilometers, zoals naar Zuid- Afrika.
Schuilen voor de storm
Laag, in de luwte van groenblijvende naaldbomen en in dichte hagen en riet. Daar zijn ze beschermd tegen regen en wind. Daarbij geldt: hoe lager hoe warmer. Holenbroeders, zoals mezen, schuilen ook in holtes.
Bij een storm (windkracht negen) houden de meeste vogels zich schuil. In de lucht blijven is veel te gevaarlijk. Elke soort zoekt de beschutting die bij hem past. Zangvogels zoeken bijvoorbeeld een veilig plekje in een struik, heg of boom.
Het lijken misschien steeds dezelfde individuen, maar gedurende de winter zoeken koolmezen voedsel in groepen die van samenstelling kunnen wisselen. 's Nachts slapen de koolmezen individueel in nestkasten, indien die beschikbaar zijn. Zolang een koolmees niet verstoord wordt zal hij deze nestkast blijven gebruiken.
Kou kost vogels extra energie om warm te blijven. Ze beschikken over een uitstekende isolatielaag; dons geldt als een van de best isolerende materialen ter wereld en de buitenlaag van veren maakt dat vogels veel kunnen hebben. Maar de interne kachel moet wel blijven branden en daar is voedsel voor nodig.
De meeste vogels slapen met hun kop naar achter gedraaid en onder de veren gestoken. Ze slapen vaak waar ze overdag ook zijn. Dat is op een tak verscholen tussen de bladeren, of zoals spechten, hangend aan een boomstam. Watervogels slapen meestal op het water, waar ze veilig zijn voor landroofdieren.
Bewaar het dier in een vriezer, niet in een koelkast of koele schuur omdat het dier dan alsnog bederft. Stop het dier in een (bij voorkeur) doorzichtige plastic tas welke goed afsluitbaar is, bijvoorbeeld een gripzak met 'drukribbels'. Zorg ervoor dat er zo min mogelijk lucht in de zak opgesloten wordt.
Een dode vogel hoeft niet meteen te verwijzen naar de dood. Het zou ook het einde van een moeilijke situatie kunnen betekenen. Ook zou een jong of klein vogeltje op de grond kunnen zeggen dat je je teveel zorgen maakt. Een dode duif kan symbool staan voor een positieve verandering in jezelf.
De dierenambulance kan zorgen voor het vervoer naar de dierenbegraafplaats. Dit houdt in dat het dier vernietigd wordt samen met andere dode dieren. Ook dode huisdieren waarvan wij na twee weken nog geen eigenaar hebben gevonden, gaan naar de destructie.
Soms is de vogel dood maar vaker is de vogel alleen bewusteloos. Haal de vogel binnen om te voorkomen dat een kat hem pakt. Stop hem in een doos en laat hem een tijdje met rust. Bewusteloze vogels zullen binnen een uur bijkomen en kunnen dan weer losgelaten worden.
Wie moet ik bellen? Als je een dood dier aantreft, bel dan de dierenambulance. Binnen werktijden van de gemeentewerken, haalt de gemeente deze dieren op. Buiten werktijden haalt de dierenambulance de dieren op.
Mensen die ziek worden van vogelgriep krijgen dezelfde symptomen als bij een gewone wintergriep: koorts, hoofdpijn, spierpijn, hoest of oogontsteking (conjunctivitis). De ziekte verloopt meestal mild, maar vooral in Azië zijn er verschillende typen vogelgriepvirus die bij mensen heel ernstig kunnen verlopen.
De parkieten, kanaries, vinken en kwartels zijn vogels die goed geschikt zijn om buiten te kunnen houden als je ze goed verzorgd. Dit geld met name voor de specifieke soorten zonparkieten, grasparkieten, agapornissen, zilver- en loodbekjes, cubravink en zebravink.
Vogels die in het najaar niet naar een warmer oord trekken, hebben een dik verenkleed om zich te beschermen. Dit verenkleed bestaat uit verschillende lagen waar luchtlagen tussen zitten. Deze luchtlagen zorgen voor isolatie en voorkomen dat de vogels te veel afkoelen.
Vogels doen zelf hun best om hitte te doorstaan, maar je kunt ze ook helpen. Een vogel die het heet heeft ademt heel snel en is soms wat lusteloos. Zo'n dier zit vaak met gespreide veren en de snavel open te hijgen om via de tong en de bek vocht te verdampen; een soort zweten dus wat tot afkoeling leidt.
De ouders verblijven 's nachts wanneer de kuikens nog klein zijn ook in het nestkasje om de jonegn warm te houden. Wanneer de jongen groter zijn kunnen ze en is het niet echt meer nodig om ze warm te houden. Ze verblijven dan vaak wel in het nestkasje of er vlak bij in de buurt.
Verrassingsaanval Mezen hebben heel wat vijanden: roofvogels zoals valken en uilen en roofdieren zoals marters en katten en zelfs slan- gen.
Een boom, wat struiken en een nestkastje en uw tuin wordt bijna gegarandeerd bezocht door één of meer koolmezen. Zorg ervoor dat katten niet bij de nestkasten kunnen komen. In de winter kunt u koolmezen en andere vogels helpen door bij te voederen met vetbollen, pinda's en voedertafels.
Vogel houdt zich vast met klauwtjes
Het ziet er misschien niet uit alsof ze heel stevig vastzitten, maar schijn bedriegt. Hun klauwen vouwen zich vakkundig om het oppervlak en gaan pas weer open als de vogel besluit dat het tijd is om verder te vliegen. De vogel waait dus nooit weg.
Het gehoorbereik van vogels verschilt per soort, maar is vergelijkbaar met dat van mensen (20-20.000 hertz). Vogels kunnen tóch veel beter horen, want ze kunnen beter details onderscheiden (grotere gehoorscherpte). Vogels zijn vooral ontvankelijk voor geluiden die dezelfde toonhoogte hebben als hun eigen geluiden.
Over de pijnervaring van dieren wordt in de wetenschappelijke wereld druk gediscussieerd. Intuïtief zijn we het erover eens dat 'hogere' diersoorten zoals zoogdieren en vogels wel degelijk pijn voelen: ze likken hun wonden, vermijden pijnlijke situaties en dienen zichzelf pijnstillers toe.