Bij de mens bevindt het DNA zich in de kern van iedere cel (Wikipedia). Iedere cel in ons lichaam heeft één kern (Wikipedia) en het DNA in de kern van alle cellen bevat hetzelfde DNA. Het totale DNA van een organisme wordt het genoom (Wikipedia) genoemd.
In elke cel in jouw lichaam bevindt zich ongeveer 2 meter DNA! Het DNA bevindt zich vooral in de celkern, dit wordt kern-DNA genoemd.
Ieder mens heeft DNA. DNA is een ingewikkelde code die bij iedereen anders is. Die code zit overal in je lichaam, dus bijvoorbeeld in je haren, je bloed, je speeksel en in je huid. Forensisch onderzoekers kunnen die code lezen met behulp van computers en machines.
Men vindt DNA in alle organismen en in virussen (met uitzondering van RNA-virussen). DNA is het biochemisch macromolecuul dat fungeert als belangrijkste drager van de erfelijke informatie.
DNA komt voor in iedere cel van ieder mens, dier, plant en schimmel. Het bepaalt grotendeels wat er gebeurt in je lichaam: het is als het ware het ontwerp voor je bestaan. Binnen in het DNA zit een genetische code die voor iedereen uniek is.
De celkern is het organel in de cel, waarin de erfelijke informatie (DNA) is opgeslagen.
De mens heeft 3.200.000.000 verschillende DNA letters. Per cel bevat het DNA van de mens ongeveer 2 meter DNA en ons lichaam 74 miljoen km DNA, dat is meer dan 240x heen en terug naar de zon.
Bacteriën zijn eencellige micro-organismen zonder celkern. Hierdoor behoren bacteriën dus tot de prokaryoten. Het DNA van een bacterie ligt los in het cytoplasma en bestaat uit één groot DNA-molecuul met daarnaast kleinere DNA-moleculen, die plasmiden worden genoemd.
Een bacterie is opgebouwd (afb. 3.2) uit cytoplasma (celvocht) met daaromheen een membraan . In het cytoplasma bevindt zich een ringvormig DNA-molecuul. Dit ligt los in het celvocht, een kernmembraan ontbreekt.
Je DNA zit op de handdoek en op het toetsenbord, je speeksel op de telefoon en je koffiekop, snot in je zakdoek en je zweet en talg op de 'crosstrainer'. Bij vrijwel alle handelingen die we uitvoeren laten we biologische sporen achter.
Mutaties kunnen ook spontaan ontstaan tijdens een mensenleven. Spontane mutaties Een spontane mutatie kan ontstaan door: een fout tijdens de normale celdeling invloeden van buitenaf. Zonlicht kan bijvoorbeeld in het DNA van een huidcel mutaties veroorzaken. Sigarettenrook kan mutaties in longcellen veroorzaken.
DNA is een zeer lang polymeer, en bevat de genetische instructies voor de ontwikkeling, het functioneren, de groei en de voortplanting van alle bekende organismen en vele virussen. Structuur van het DNA, het molecuul dat de basis vormt van erfelijkheid. DNA heeft de vorm van een dubbele helix.
Voor misdrijven blijft het 20 jaar; of 30 jaar bewaard (als de maximale straf van het strafbare feit 6 jaar of meer is) en. Bij zedenmisdrijven blijft het 80 jaar bewaard.
Bij bepaalde ziekten of aandoeningen kan DNA-onderzoek helpen om de oorzaak te vinden. Uit DNA-onderzoek kan blijken dat er bij u en/of in uw familie, een erfelijke aanleg voor een bepaalde aandoening voorkomt. Voor DNA-onderzoek is meestal een bloedafname nodig.
We erven evenveel genetisch materiaal van onze vader als van onze moeder, maar nieuw onderzoek toont aan dat we het DNA van onze vader intensiever gebruiken en genetisch gezien dus meer op hem lijken.
De wetenschappers Watson en Crick ontdekten dat een DNA molecuul eruit ziet als een dubbele helix. Dit lijkt op de vorm van een wenteltrap. De treden van de trap vormen de vier basen A(denine), T(hymine), C(ytocine) en G(uanine). Een A is altijd gekoppeld aan een T en een C aan een G.
Over chromosomen, DNA en genen
Chromosomen bestaan uit DNA. Het DNA bevat codes waarin onze erfelijke eigenschappen zijn vastgelegd. Dit zijn de genen. Elk gen beschrijft de code van een kenmerk, die (mee)bepaalt hoe iemand er uit ziet of hoe iemands lichaam werkt.
James Dewey Watson (Chicago, 6 april 1928) is een Amerikaanse moleculair bioloog, die in 1953 samen met Francis Crick, Rosalind Franklin en Maurice Wilkins de structuur van het DNA ontdekte. Watson ontving hiervoor met Crick en Wilkins de Nobelprijs voor Fysiologie of Geneeskunde in 1962.
Penicilline-antibiotica doden vele soorten bacteriën en hebben een goede opname in het lichaam. Ze remmen een eiwit dat een belangrijk is bij de bacteriegroei waardoor de bacterie doodgaat. Een aantal penicilline-antibiotica heeft een specifieke werking tegen bepaalde soorten ziekteverwekkers.
In je cellen zit DNA. Om DNA te kunnen zien, moet je eerst cellen verzamelen en stuk maken. Door twee minuten je mond te spoelen met zout water, verzamel je cellen uit je wangslijmvlies.In die cellen zit jouw DNA.
Los in de cel
Maar veel eencelligen, zoals bacteriën, hebben geen celkern waardoor hun genetisch materiaal los in het cytoplasma ligt. Bacteriën hebben een enkele chromosoom.Maar daarnaast hebben ze nog veel meer DNA in de vorm van plasmiden. Een plasmide is een cirkelvormige stukje DNA.
De mens bestaat uit 32,7 biljoen cellen. Als je je afvraagt hoe een menselijk lichaam zo'n 8,8 meter aan darmstelsel kan bevatten, stel je je dan eens voor hoeveel kilometer we aan DNA-strengen bij ons hebben (65,4 miljard kilometer).
Het is niet steeds precies gehalveerd. Van de 50 procent die een vader van zijn DNA doorgeeft aan zijn kind kan bijvoorbeeld 20 procent te herleiden zijn tot zijn vader en 30 procent tot zijn moeder. Van de 20% van de grootvader van vaders kant kan dan bijvoorbeeld 13% teruggaan op diens vader en 7% op diens moeder.
Rode bloedcellen hebben geen kern en bevatten geen DNA. Andere cellen met een kern bevatten dus wel DNA en kunnen gebruikt worden om DNA te bepalen.