Wanneer er grotere elektrische ingrepen plaats gaan vinden dan is het volgens de regelgeving wel verplicht om deze oude stoppenkast te laten vervangen. In het geval van zonnepanelen aansluiten moet dit volgens de regelgeving dus worden vervangen voor de moderne groepenkasten.
1-fase of 3-fase aansluiting
Nieuwbouwwoningen hebben meestal al een 3-fasen aansluiting. Dit betekent dat er in de meterkast over 3 kabels stroom binnenkomt. Als je deze aansluiting hebt, is jouw meterkast geschikt voor zonnepanelen.
Allereerst is het verplicht om PV-panelen altijd op een aparte groep in de groepenkast aan te sluiten. Dit geldt ook voor de kleinere panelen die rechtstreeks met een steker in het stopcontact kunnen worden aangesloten. Een PV-omvormer kan niet zondermeer op een extra eindgroep worden aangesloten.
Wij raden altijd aan om de groepenkast te vervangen wanneer deze sterk verouderd is. Een sterk verouderde groepenkast kan onveilig zijn doordat de normen van tegenwoordig veel strenger zijn dan de normen van vroeger. Dat is niet voor niets.
Wanneer de panelen op je dak liggen en we de omvormer hebben geïnstalleerd, trekken we een kabel van de omvormer naar de meterkast. Dat is nodig om de opgewekte stroom van je zonnedak via de omvormer naar de meterkast laten lopen. Via deze kabels sluiten we de zonnepanelen aan op de hoofdmeter en op de hoofdzekering.
Als je 24 zonnepanelen of meer wilt plaatsen heb je altijd een 3-fasen omvormer nodig. Het grootste voordeel bij een 3-fasen omvormer is dat de stroom over 3 verschillende fasen wordt verdeeld. Er is hierdoor sprake van minder kabelverlies. De energie wordt daarnaast ook over 3 fasen verdeeld.
Volgens de nieuwe NEN1010 is het verplicht voor installateurs om een werkschakelaar te plaatsen in de buurt van de omvormer, zodat u veilig werken aan de omvormer indien noodzakelijk. Voornamelijk belangrijk als met meerdere mensen aan de set wordt gewerkt, of als de omvormer ver van de groepenkast hangt.
Wat kost een meterkast vervangen. De gemiddelde kostprijs van een meterkast vervangen wordt onder ander bepaald door het soort meterkast dat moet worden geïnstalleerd. Gemiddeld kun je rekenen op kosten van €360 tot €850 voor een 1-fase groepenkast tot €540 tot €880 voor een 3-fase meterkast.
De kosten voor een 3 fase aansluiting zijn gemiddeld tussen de €740 en €1.100 inclusief btw. Wanneer je alleen de capaciteit moet verhogen betaal je zo tussen de 200 en 300 euro.
Veel oudere woningen hebben een groepenkast die nodig aan vervanging is. Schakelaars branden in en aardlekschakelaars verouderen en weigeren dienst wanneer dat nodig is. Dit kan levensgevaarlijke situaties veroorzaken. Onze groepenkasten gaan gemiddeld tussen de 20 en 25 jaar mee.
Via een groepenkast wordt de omvormer aangesloten op een vrije groep, zonder tussenkomst van verbruikers. Alle apparaten en kabels zijn op deze manier goed beveiligd tegen overbelasting. Het extra groepenkastje dat u in onderstaand overzicht ziet is niet nodig als u de omvormer rechtstreeks op uw groepenkast aansluit.
Wat moet je echt weten: hoeveel panelen kun je plaatsen? Een standaard systeem van zonnepanelen met een stekker bestaat uit 2 panelen met een maximaal vermogen van 600 Wp. Dat komt doordat je niet meer dan dit vermogen op een stopcontact mag aansluiten als er ook andere apparaten op die stroomgroep zijn aangesloten.
Stel, je hebt 1 fase:
Er is een regel dat de zekering in de groepenkast een factor 1,6 lager moet zijn dan de hoofdzekering. Stel je hebt een hoofdzekering van 40A, dan is de maximale groepenkastzekering 40/1,6A = 25A. Op die groep kan je dan een zonne-installatie plaatsen (lees, omvormer) van 25A * 230V = 5750 Watt.
In de meeste gevallen kunt u kosteloos de hoofdaansluiting laten vergroten van 1 x 25 Ampère naar 1 x 35 Ampère. Daarna kunt u gebruik maken van een 1-fase omvormer. Heeft u een 3-fase hoofdaansluiting, dan kunt u gebruik maken van een 3-fase omvormer. De stroom van de zonnepanelen wordt dan verdeeld over de 3 fasen.
Vanaf 1 juli 2019 worden er alleen nog maar slimme meters geplaatst en dus zullen de oude, terugdraaiende tellers stelselmatig verdwijnen. De plaatsing van een digitale meter weigeren is verboden. Je zal dus sowieso verplicht worden om een nieuwe digitale meter te laten plaatsen.
Als u een 3-fasen groepenkast in uw meterkast heeft, staat er 3x220/230V of 380/400V op uw elektriciteitsmeter. Er komen in totaal ook vier draden - de drie fasedraden en de nuldraad - uit de onderkant van uw groepenkast.
Als je meer dan 3680W (16A * 230V) kunt produceren, heb je meestal een 3-fase omvormer nodig. Maar als je systeem minder vermogen heeft, kan dat prima met een 1-fase omvormer. De vraag die vaak gesteld wordt is of het salderen wel goed gaat.
De kosten van de geleverde stroom blijven bij krachtstroom hetzelfde. Wel zal een apparaat dat werkt op krachtstroom vaak sneller en aanzienlijk meer stroom verbruiken dan een klein huishoudelijk apparaat. Voor de stroom zelf betaalt u echter niet meer dan normaal.
Een stoppenkast vervangen kun je zelf als je goed thuis bent in de elektrotechniek, maar het aansluiten van de nieuwe groepenkast dient te gebeuren door iemand met 'zegelrecht'.
De groepenkast vormt immers het centrale punt in uw woning waar de stroom binnenkomt en wordt verdeeld. Hierbij mogen geen fouten worden gemaakt. Mag u eigenlijk zélf een groepen kast vervangen? Ja, dat mag, maar het is veel veiliger om dit te laten doen door een Erkend Installateur.
Hoe lang duurt het vervangen van een groepenkast? Houdt er rekening mee dat u enkele uren geen gebruik kunt maken van stroom. Het vervangen van een groepenkast is in de meeste gevallen in een dagdeel uitgevoerd.
De omvormer kan het beste worden opgehangen op een plek die niet al te stoffig is en waar de omvormer zijn warmte goed kwijt kan. Een krappe slecht geventileerde meterkast of een hooischuur is daarom geen goede plek. Een koele garage, daarentegen, is de perfecte plek.
De kabel van de omvormer naar de meterkast
Voor omvormers (fase 1) wordt een 3-aderige kabel gebruikt (3 x 2,5 tot 6 mm2) en voor omvormers (fase 3) 5 x 2,5 mm2. Deze kabeldikte kan berekend worden met behulp van het vermogen van de omvormer en de lengte van de kabel.
Afhankelijk van de specifieke dak situatie wordt er in de regel gekozen voor een omvormer die 20% kleiner en maximaal 10% groter is dan het vermogen van het aantal WP van de zonnepanelen. Maar laat jouw installateur even een berekening maken op basis van de praktijksituatie.