Jullie gezinsvoogd of de Raad voor de Kinderbescherming kan een uithuisplaatsing aanvragen bij de rechter. Dat doen ze als ze vinden dat het bij jullie thuis niet veilig of stabiel genoeg is voor je kind. De rechter neemt het besluit. Alleen hij kan bepalen of jouw kind uit huis wordt geplaatst.
Vrijwillige of gedwongen uithuisplaatsing
Een kind kan uit huis worden geplaatst als: het kind wordt verwaarloosd of mishandeld. de ouders te ziek zijn om het kind te verzorgen. er vaak ruzie is tussen ouder(s).
U mag ervoor kiezen helemaal niets te doen. Alleen beslist de kinderrechter dan over een uithuisplaatsing zonder te weten wat u vindt. U krijgt de beslissing van de kinderrechter na een aantal weken per post.
Wordt een kind uit huis geplaatst, dan gaat uw hulpverlener met u na welke andere hulp u en uw kind verder nog nodig hebben. De hulp is er zo veel mogelijk op gericht om de relatie tussen ouders en kind te herstellen en andere problemen te verhelpen of verminderen, zodat een kind uiteindelijk weer thuis kan wonen.
Dan kan de Raad voor de Kinderbescherming de rechter vragen om uw kind snel uit huis te plaatsen. Dit heet een crisisplaatsing of spoeduithuisplaatsing. De toestemming van de rechter is maximaal 4 weken geldig. Binnen 2 weken na de toestemming van de rechter, komt er een rechtszaak.
Je bent echter wel verplicht om hieraan mee te werken. Als je dit niet doet, kan de gezinsvoogd van Jeugdzorg een brief sturen met een aanwijzing die jou verplicht om mee te werken. Indien de zorgen zeer ernstig zijn, kan een kind door de rechter uit huis geplaatst worden.
Recht op omgang met je kind is dus een wettelijk recht voor vaders. De wet geeft aan dat alleen in uitzonderlijke gevallen dit recht van vader op een omgangsregeling kan komen te vervallen. Moeder kan niet zomaar een omgangsregeling van vader weigeren en het kind weghouden bij vader.
Onderzoek laat positieve resultaten zien bij jongeren met meervoudige problematiek waaronder schooluitval. Bij de uitvoering van een ondertoezichtstelling kunnen de Deltamethode, Verve en Generiek Gezinsgericht werken bijdragen aan het voorkomen en verkorten van uithuisplaatsingen.
Wat doet Veilig Thuis met een melding? Na een melding doet Veilig Thuis het volgende: een hulpverlener die uw gezin al hulp geeft op de hoogte brengen (zoals de huisarts) of het sociale wijkteam. Die helpen uw gezin dan verder.
Ook kinderen jonger dan 18 jaar mag je uit huis zetten. De wet zegt dat je – als gezaghebbende ouder – onderdak moet geven aan je minderjarige kind (of kinderen), maar niet dat dit per se in je eigen huis hoeft te gebeuren. Op grond daarvan kun je een minderjarig kind de deur wijzen.
Neem contact op met het wijkteam, je huisarts of de jeugdgezondheidszorg in jouw buurt als je je zorgen maakt. Samen kunnen jullie bekijken wat er wel en niet goed gaat in het gedrag van je kind. Ook kunnen jullie er met elkaar achter komen waar het lastige gedrag vandaan komt en waardoor het blijft bestaan.
De crisishulpverlening duurt maximaal vier weken. Daarna moet opnieuw gekeken worden of er nog meer of andere hulp nodig is. Het is belangrijk dat u aangeeft wat u van de hulp verwacht.
Klacht indienen jeugdhulp
U stuurt uw klacht naar de klachtencommissie van de jeugdhulpinstelling. Een vertrouwenspersoon kan u hierbij helpen. Neem hiervoor contact op met het Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ). De vertrouwenspersoon gaat ook mee naar gesprekken als u dit wilt.
Verzoek toewijzen
Uithuisplaatsing mag maximaal 12 maanden duren en is meestal gekoppeld aan de duur van de ondertoezichtstelling. Verlenging is mogelijk.
Zo is één uur voor de meeste veertien- en vijftienjarigen een heel acceptabele tijd en gaan oudere tieners minstens tot twee á drie uur uit (zie tabel). Die tijd wordt doorgaans (47 procent) in overleg met het kind vastgesteld volgens de 'schippermethode': onderhandelen en een beetje water bij de wijn doen.
Wat doet Veilig Thuis als er een melding over u binnen komt? Na ontvangst van een melding voert Veilig Thuis een veiligheidsbeoordeling uit. We kijken of er sprake is van onveiligheid en wat er nodig is om weer een veilige situatie te creëren.
Kan ik een gesprek weigeren? Wij kunnen niemand dwingen om met ons in gespek te gaan, maar we hebben wel de wettelijke taak om te onderzoeken of het veilig is in jouw gezin is. Dat kunnen we niet doen zonder jou. Jouw mening hebben we nodig om een zo goed mogelijk beeld van de situatie te vormen.
Denk bijvoorbeeld aan kinderen die getuige zijn van geweld in huis, kinderen die zelf slachtoffer zijn van mishandeling/verwaarlozing of kinderen die afhankelijk zijn van volwassenen, die echter door alcohol- of drugsgebruik, een psychische ziekte of agressie in de huiselijke sfeer niet in staat zijn om voor het kind ...
Veilig Thuis is het Advies en Meldpunt Huiselijk Geweld, kindermishandeling en ouderenmishandeling. Zij geven advies en ondersteuning bij huiselijk geweld en kindermishandeling. En doen onderzoek bij vermoedens van Huiselijk Geweld en kinder- en ouderenmishandeling.
Wettelijke termijn
Veilig Thuis voert het onderzoek zo spoedig mogelijk uit doch uiterlijk binnen een termijn van tien weken na de triage.
Gesloten jeugdhulp beperkt de vrijheid van een kind. Daarom is deze ingrijpende vorm van hulp er alleen is voor uitzonderlijke situaties. Bijvoorbeeld als jongeren een gevaar zijn voor zichzelf of hun omgeving en anders niet de juiste hulp krijgen. De kinderrechter beslist of gesloten jeugdhulp noodzakelijk is.
Ouders of opvoeders geven het kind bijvoorbeeld structureel te weinig, slechte of onregelmatige voeding. Er wordt ook gesproken van verwaarlozing als ouders het kind niet adequaat kleden, bijvoorbeeld in vuile kleren laten rondlopen of in de winter nog in een T-shirtje buiten laten lopen.
U moet hiervoor een verzoek tot verkrijgen van gezag indienen bij de rechtbank. De rechter zal het verzoek alleen bij hoge uitzondering inwilligen, als dat voor uw kind echt nodig is. Nadat het gezamenlijk gezag stopt, moet de andere ouder nog steeds meebetalen aan de opvoeding en verzorging van het kind.
Gezag andere ouder stoppen
De rechter stopt het gezamenlijk gezag alleen als het in het belang is van het kind. De rechter bepaalt ook wie van u het gezag dan krijgt. Heeft u meer kinderen, dan bepaalt de rechter voor ieder kind apart wie het ouderlijk gezag krijgt.
De wet schrijft namelijk voor dat zowel de kinderen als de ouders recht hebben op omgang met elkaar. Ouders hebben zelfs de plicht om aan de omgang mee te werken. De rechter kan een ouder het recht op omgang met het kind slechts ontzeggen indien hiervoor zwaarwegende redenen zijn.