Levendbarende vissen brengen hun baby visjes op de volgende manier ter wereld: De bevruchting gebeurt inwendig. Met zijn anaalvin – die transport van zaadcellen mogelijk maakt – bevrucht het mannetje de eitjes in het lichaam van het vrouwtje. De eitjes blijven na bevruchting in het lichaam van de moeder.
De meeste vissen paren door “kuit te schieten”. Een vrouwtjesvis laat op een gegeven moment haar eicellen in het water. De eitjes dwarrelen nu door het water en hechten zich uiteindelijk aan waterplanten. De mannetjesvis laat nu zijn zaadjes achter op de eicellen van de vrouwtjesvis.
Hoewel er verschillende vissoorten zijn die levende vissen baren, leggen vrouwelijke goudvissen eieren (kuit) waar de guppen uit komen. Het leggen van de eitjes heet “kuit schieten”. Nadat de eitjes gelegd zijn bevrucht een mannetjes goudvis de eitjes. De bevruchting vindt dus niet in de vis plaats, maar daarbuiten.
Levendbarende vissen
Het vrouwtje bevalt van volledig gevormde, vrij zwemmende jongen. De vrouw wordt inwendig bevrucht door het mannetje en draagt de jongen ongeveer een maand voor ze worden geboren. Na geboorte zwemmen de jongen weg, verstoppen zich en beginnen met het zoeken naar voedsel.
Dit wordt paaien genoemd. Er zijn echter ook soorten als de guppy en zwaarddragers waarbij de eitjes inwendig worden bevrucht en volledig ontwikkelde jongen ter wereld komen. Visseneitjes zijn over het algemeen klein en doorzichtig, evenals de larve.
Uitdrogingsgevaar is er niet, maar ze kunnen wel opzwellen. Daarom plassen ze veel. Ze hebben een cloaca of een opening achter de anus waar de plas en poep uitkomt. Indien je dus een zeevis in zoet water zet dan zal deze niet overleven.
Vissen houden het graag simpel en hebben een hart met slechts één boezem en één kamer. Hun hart laat bloed rechtstreeks van de kieuwen naar het lichaam stromen, alleen op de terugweg passeert het via het hart.
Een zwanger vrouwtje herkennen
Veel levendbarende vissoorten zullen gedurende de zwangerschap een bolle of uitstekende buik krijgen. Maar let op, mannetjes kunnen dit soms ook krijgen. Vooral na het eten hebben vissen vaak een dik buikje.
Wat eten baby vissen? Baby vissen en jonge vissen hebben andere voeding nodig dan hun volwassen soortgenoten. Hierin zijn verschillende opties zoals levend voer, gedroogd of gevriesdroogd of in de vorm van vlokken.
Het vrouwtje krijgt per keer tien tot zeventig jongen. Grotere vrouwtjes krijgen vaak meer jongen dan kleine vrouwtjes. Ze kan een behoorlijk opgezette buik krijgen, maar heeft er geen hinder van. Laat haar met rust als ze gaat afzonderen van de rest.
Guppy's vallen in de categorie van levendbarenden en leggen daarom geen eitjes. Tijdens de bevruchting worden de eitjes in het moederlichaam bevrucht en zullen deze zich ontwikkelen tot baby guppy's. Tijdens de bevalling komen de jongen levend naar buiten, vaak wel nog voorzien van een dooierzak.
Dit is niet pesten, maar zoals je zelf aan aangeeft paaigedrag. Kan er behoorlijk ruw aan toe gaan. Soms zelfs zo erg dat een vrouwtje bezwijkt door continue mannen achter haar aan te hebben. Dat ze het meest achter de grootste aanzitten, is logisch te verklaren.
De groep 'levendbarenden' bestaat uit vissoorten die geen eitjes leggen, maar waarbij de jongen in het lichaam van de moeder ontwikkelen. Levendbarende aquariumvissen komen uit de vissenfamilies Goodeidae, Anablepidae, Poeciliidae en Hemiramphidae.
Waarom bijten vissen elkaar? Misschien kun je deze bij vrienden en of familie kwijt. Dan hebben je visjes het zeker meer naar hun zin. Ze hebben nu geen ruimte voor zichzelf en krijg je dit soort dingen.
Paring bij waterdieren
Waterdieren zoals amfibieën en vissen scheiden grote hoeveelheden eieren af in het water. Bij beenvissen wordt dit paaien genoemd. De bevruchting vindt meestal uitwendig plaats, dus buiten het lichaam van het vrouwtje.
Het mannetje nadert het geslachtsorgaan van het vrouwtje met zijdelings naar voren gericht gonopodium. Het sperma bevindt zich in bundeltjes in het gonopodium en glijden daarin naar voren. Het copulatieorgaan wordt dan in de geslachtsopening van het vrouwtje gebracht en de bevruchting vindt plaats.
3) Broedzorg
Eénmaal zij gelegd heeft, bevrucht hij de eitjes en bewaakt het nest tot de jongen uitkomen. Zelfs nadien zal hij bij gevaar de jongen in zijn muil laten vluchten tot dit geweken is. Na enkele weken zijn de jongen zelfstandig en verjaagt het mannetje ze.
De groeisnelheid hangt ook af van welk soort voer je geeft. Het kan 3 weken, tot een maand duren. Bij trage groeiers wel dik twee maanden. Om de groei te bevorderen, te versnellen heb je Levend voer nodig.
Tijdens de zwangerschap groeien de eitjes uit tot miniatuur visjes. Na 4 á 5 weken stoot het vrouwtje haar eitjes uit op een rustige plek op het aquarium. De jonge visjes zijn direct op zichzelf aangewezen. Voldoende schuilplek voor de baby vissen in het aquarium is van groot belang.
Soms gedraagt een guppyman zich fatsoenlijk. Hij baltst voor een vrouwtje door zijn lichaam in een S-vorm te buigen en met zijn staart te trillen. Komt zij naar hem toe, dan draaien de twee om elkaar heen en brengt hij zijn sperma met haar medewerking in.
De natuur belastte het mannetje om het vrouwtje te helpen bij het afstoten van de duizenden eieren. Twee of meer mannetjes jagen achter het bewuste vrouwtje en drukken met hun kop tegen de zijlijn van de vis om de lozing van de eieren te bevorderen. Het hele spektakel duurt soms een hele dag of langer.
Ja, vissen bloeden, ze worden soms gezien met gapende wonden, maar er zit nooit een geronnen korstje op. Zonder bloedplaatjes zou een klein bloedinkje een mens al fataal kunnen zijn. Die plaatjes hechten aan de bloedvatwand zodra die beschadigd raakt door een verwonding.
De bloedsomloop van de vis is enkelvoudig. Het bloed stroomt van het hart naar de kieuwen en van daaruit door het lichaam. De bloedvaten vertakken zich in het lichaam tot haarvaten. Haarvaten zijn zeer kleine bloedvaatjes die het bloed bij alle cellen van het lichaam brengen.
Gewervelde dieren zoals honden, katten, vissen en vogels hebben bijvoorbeeld hersenen, maar ook krabben, insecten en inktvissen. Dieren zoals ringwormen, slakken, sponzen, anemonen en kwallen hebben geen hersenen. De grote hersenen Het grootste deel van onze hersenen noemen we (niet verrassend) de grote hersenen.