Voor het verval van vakantiedagen bij een zieke werknemer geldt een iets ander regime dan het standaardregime. Artikel 7:640a BW bepaalt dat de aanspraak op het minimum vakantie uren niet vervalt na 6 maanden in het nieuwe jaar, als de werknemer redelijkerwijs niet in staat is geweest om de vakantie op te nemen.
In de arbeidsovereenkomst, de cao of het arbeidsvoorwaardenreglement kan worden bepaald dat zieke werknemers geen bovenwettelijke vakantiedagen opbouwen. Is uw werknemer arbeidsongeschikt, dan moet hij net als andere werknemers vakantiedagen opnemen en moet u 100% van het loon doorbetalen tijdens zijn vakantie.
Er wordt geen onderscheid gemaakt in de opbouw van wettelijke vakantiedagen voor zieke en gezonde werknemers. Wettelijke vakantiedagen komen te vervallen als ze niet zijn opgenomen in het opbouwjaar of in de eerste 6 maanden daarna.
Wettelijke vakantiedagen die u niet heeft opgenomen, vervallen een half jaar na het kalenderjaar waarin u ze heeft opgebouwd. Vakantiedagen die u bijvoorbeeld in 2021 heeft opgebouwd, vervallen op 1 juli 2022. Bij cao of schriftelijke overeenkomst kan een ruimere vervaltermijn zijn overeengekomen.
Opbouw verlofdagen bij ziekte
Als u (gedeeltelijk) ziek bent, loopt de opbouw van vakantie-uren gewoon door. Over de opbouw van bovenwettelijke vakantie-uren tijdens ziekte kunnen andere afspraken gelden. Deze staan in uw arbeidsovereenkomst of cao.
Meestal krijgt u vanaf de 1e dag van uw ziekte loon doorbetaald, maar u kunt te maken krijgen met wachtdagen. De werkgever hoeft dan over de 1e dag of de 1e 2 dagen geen loon te betalen. Dit mag, als dit in uw arbeidsovereenkomst of cao staat.
Bent u langer dan 6 weken ziek op de dag dat uw tijdelijke contract afloopt? Dan stelt uw werkgever samen met u een re-integratieverslag op. Dit verslag heeft u nodig als u een Ziektewet-uitkering aanvraagt bij UWV. In het verslag staat wat uw werkgever en u hebben gedaan om u weer aan het werk te krijgen.
Het is in principe verboden om de niet-opgenomen wettelijke vakantiedagen over te dragen naar het volgende jaar. De vakantiedagen moeten dus opgenomen zijn op 31 december 2021.
De wettelijke vakantiedagen mag u als werknemer zijnde meenemen naar het volgende jaar. Het is van belang dat u deze wettelijke vakantiedagen binnen 6 maanden na het opbouwjaar op zal nemen.
Wettelijke vakantiedagen beperkt houdbaar
Een werknemer mag deze 20 vakantiedagen niet onbeperkt opsparen. De wettelijke vakantiedagen zijn het jaar erop nog 6 maanden op te nemen. De opgebouwde vakantie dagen in 2020 moeten dus voor 1 juli 2021 opgenomen worden. Daarna komen ze te vervallen.
Conclusie. Je werkgever mag dus alleen ziektedagen op vakantiedagen inhouden (1) voor zover het de bovenwettelijke vakantiedagen betreffen en (2) voor zover je hiermee hebt ingestemd, voorafgaand bij arbeidsovereenkomst of cao dan wel tijdens of na je ziekte.
Langdurig ziek betekent dat een werknemer meer dan vier weken ziek is en al meer dan vier weken niet werkt. Als een werknemer langdurig ziek is moeten er stappen worden ondernomen om te werken aan het herstel.
Het betaald verlof stelt ziekteperiodes gelijk voor maximaal één jaar. Dat houdt in dat ziektedagen tijdens de eerste twaalf maanden van je arbeidsongeschiktheid tellen als gewerkte dagen. Ze tellen mee bij de berekening van het aantal vakantiedagen en vakantiegeld waar je het daaropvolgende jaar recht op hebt.
Je hebt recht op dubbel vakantiegeld:
Het maakt daarbij niet uit of je op dat tijdstip ziek bent. Opgelet ! Als je langer dan 12 maanden ziek bent, dan krijg je geen dubbel vakantiegeld meer. Dat komt doordat ziektedagen enkel gedurende de eerste 12 maanden worden gelijkgesteld met gewerkte dagen.
Werknemers gemiddeld één keer per jaar ziek
De gemiddelde verzuimduur per werknemer bedroeg ruim 6 dagen. De gemiddelde verzuimduur was met 8,5 dagen in 2014 het hoogst onder werknemers in het openbaar bestuur en bij overheidsdiensten.
Volgens de wet moet de werknemer jaarlijks minimaal 2 weken aangesloten vakantie kunnen genieten. Terugkomend op de in de titel gestelde vraag: Het is toegestaan om in een vakantieregeling te bepalen dat een werknemer maximaal 3 weken (15 dagen bij een fulltime baan) vakantie opneemt (in een bepaalde periode).
Als je op vakantie wilt, dan moet je dit schriftelijk aanvragen bij je werkgever. Je laat weten wanneer en hoe lang je op vakantie wilt. Je werkgever heeft 2 weken de tijd om je aanvraag goed te keuren.
Vakantiegeld of uitbetaalde vakantiedagen worden in principe niet zwaarder belast. Het lijkt wel zo, maar de belastingkorting die je op je gewone, maandelijkse salaris krijgt, krijg je niet op vakantiegeld en uitbetaalde vakantiedagen.
Bovenwettelijke vakantiedagen mogen wel worden uitbetaald als dit is vastgelegd in de cao voor jouw bedrijf of in het contract met je werknemer. Bij ontslag of vertrek van een werknemer moeten alle overgebleven vakantiedagen worden uitbetaald.
Uitbetaalde vakantiedagen en de belasting
Heel belangrijk: over uitbetaalde vakantiedagen betaal je meer belasting dan over je reguliere salaris. De belastingdienst hanteert dan het hogere 'bijzonder' tarief, net als bij vakantiegeld, een dertiende maand en bonussen.
De werkgever mag wel vragen naar noodzakelijke informatie rondom je ziekte. Bijvoorbeeld hoe lang je denkt dat je thuisblijft, of je enigszins in staat bent om thuis wat te werken, of er afspraken verzet moeten worden en hoe je te bereiken bent. Het is niet toegestaan om te vragen naar de aard en oorzaak van de ziekte.
Wat mag niet? Als werkgever mag u niet vragen naar de aard en oorzaak van iemands ziekte. Ook wanneer uw werknemer uit zichzelf vertelt wat hij/zij mankeert, mag u deze informatie niet vastleggen of delen.
Je werkgever mag geen medische informatie van je vragen. Ook niet of je bij de huisarts bent geweest. Je werkgever mag wel vragen of je adequate behandeling hebt gezocht. En ook mag je werkgever vragen of de ziekte een gevolg is van een arbeidsongeval.
Als u ziek bent, moet uw werkgever uw loon doorbetalen over een periode van maximaal 104 weken. De werkgever moet minimaal 70% van het laatstverdiende loon betalen en de eerste 52 weken ten minste het wettelijke minimumloon. Of de werkgever meer moet betalen, moet uit uw arbeidscontract of cao blijken.