Het zijn goede buren voor aardappelen, aardbeien, bietjes en tomaten.
Tomaten: sla, peterselie, prei, radijs, rammenas, spinazie, ui, wortels. Uien: aardbeien, bieten, bonenkruid, dille, kamille, komkommer, witlof, wortels. Wortels: aardbei, bieslook, bonen, dille, erwten, knoflook, kool, prei, radijs, rammenas, rozemarijn, salie, schorseneren, sla, snijbiet, tomaten, uien, witlof.
Aardappel - tomaat, selderij. Aardbei - komkommer, broccoli, bloemkool. Asperge - aardappel.
Tomaat – sla, peterselie, prei, radijs, rammenas, spinazie, ui, wortel. Tuinboon – andijvie, kool, sla, spinazie, selderij.
Leg aubergine en paprika buiten de koelkast, maar niet op de fruitschaal en niet bij de tomaten. Ze zijn gevoelig voor ethyleen, een gas dat bananen, peren, appels en tomaten uitscheiden. Ze krijgen daardoor plekken en gaan bitterder smaken. Groentesoorten die je beter in de koelkast kunt bewaren.
Regelmatig water geven is belangrijk
Van elke dag water geven, bouw je na 2 weken af tot 2 à 3 keer per week en na anderhalve maand geef je de plant 1 keer per week water. Geef je de tomatenplant onregelmatig water, dan gaan de tomatenvruchten barsten.
Tomaten kunnen hard groeien en gedijen goed in een vruchtbare bodem. Meng daarom een of meerdere handen potgrond, compost, of verteerde stalmest door het plantgat en geef goed water bij het uitplanten.
De grond in
Plantafstand: minimum 75 cm tussen de rijen. Plantafstand: minimum 35 cm aan tussen de planten. Plant tomaten diep genoeg, aan de stam zullen dan extra wortels groeien. Je kan ze ook schuin planten en het bovenste deel omhoog laten steken.
Bij tomaten kan je ook nog paprika, meloenen, pepers, en komkommers planten. Wel te verstaan als ze groot genoeg is .
Paprika zaaien doe je naast Afrikaantjes, basilicum of bieslook. Pompoen doet het goed naast sla, radijsjes en zonnebloemen. Wortels staan graag naast uien. Sla kun je zaaien naast kool, prei, tomaat en dille.
Het telen van tomaten gaat het makkelijkst in een kas. Hier kan de temperatuur geregeld worden en hebben de planten weinig tot geen last van te veel regen of wind. Ook kan er al eerder geplant worden (voor IJsheiligen). Voor het kweken van tomaten in kassen zijn alle rassen geschikt.
Oogsten. In de maand augustus, zo'n tien weken na het zaaien, zijn de eerste tomaten in je tuin rijp om te oogsten. Pluk altijd boven het kroontje, zo blijven de vruchten langer vers. Wanneer in de maand september de kou toeslaat is het vaak verstandig om ook de nog niet rijpe tomaten te plukken.
Wat je zeker kan zetten is prei /andijvie/ late koolsoorten/ knolrapen ook.
Welke teelten elkaar best niet opvolgen:
Erwt en boon niet laten opvolgen. Zaai geen bonen na knolselder of witloof. Zet geen wortel na aardappel.
Maak voor het poten ondiepe geulen van 5 cm diep op kleigrond of 10 cm diep op zandgrond. Tijdens de groei van de aardappel schuif je steeds meer grond tegen de planten aan. Haal hiervoor de grond tussen de rijen weg.
Tomaten zaaien, geef het startschot niet te vroeg
Maak bij tomaten niet de fout om te vroeg te zaaien. Probeer te wachten tot begin of half maart. De reden ligt bij de groeicyclus van de tomatenplanten. Tomaten kiemen en groeien snel.
Tomaten houden van zon en warmte. Plant pas midden april in je serre, en wacht tot midden mei als je in de openlucht kweekt. Geef ze een plekje met veel zon. Geef je tomaten ruimte om te groeien: plant gemiddeld 2,5 planten per vierkante meter (of 5 planten op 2 vierkante meter).
Tomaten doen er namelijk gemiddeld 8 weken over om van zaad tot plant te groeien. In de kas kun je planten vanaf begin mei, in de openlucht wacht je beter tot half mei – vanwege de ijsheiligen.
Tomaten hebben kalk nodig. Drie of vier verpulverde eierschalen per plantgat doet de plantjes goed. Verzamel dus een paar dagen je eierschalen. Was ze in warm water, leg ze te drogen op een stukje keukenpapier en vermaal ze in een keukenmachine of vijzel.
Hoe vaak bemest je tomaten? Je kunt beter regelmatig een klein beetje mest geven dan heel veel in één keer. Bemest je tomatenplant eens per drie weken. Maar houd vooral de dosering op de verpakking aan.
Als hij niet regelmatig water krijgt, gaat hij dood. Alleen als de tomaten gaan verkleuren van geel naar rood, geef je zoveel water dat het blad groen en goed blijft – dit is zeker minder in het begin. Dan geef je om de twee dagen een flinke scheut. Dat doe je een beetje op gevoel.
Pluk ook niet in één keer te veel bladeren van een plant af, daar schrikt een tomatenplant van en dat vindt hij niet fijn. Beter is het om regelmatig ( bijv. 1x per week) 2 tot 3 bladeren te verwijderen.
Bij een tomatenplant, waar de onderste bladeren geel worden, kunnen meerdere problemen de oorzaak zijn, maar meestal is stikstofgebrek de boosdoener. Stikstof is een voedingselement, dat een plant veel gebruikt. Dit voedingselement wordt onder andere gebruikt in het bladgroen van de bladeren van een plant.