De meeste kinderen met autisme hebben moeite met veranderingen. Plotselinge veranderingen kunnen bij hen vaak leiden tot heftige reacties, zoals driftbuien, blokkades en angstgevoelens.
Vaak wordt gedrag van anderen 'afgekeken' en passen mensen met autisme het zelf toe in allerlei omgangsvormen. Door steeds te moeten nadenken over gepast en ongepast gedrag, staat je hoofd de hele dag 'aan'. Je continu aanpassen aan je omgeving is erg vermoeiend.
Mensen met autisme ervaren problemen in de prikkelverwerking en kunnen totaal overprikkeld raken van prikkels die andere mensen niet eens waarnemen. Deze overprikkeling geldt ook op het gebied van emoties. Mensen met autisme kunnen emoties veel sterker waarnemen dan mensen zonder autisme.
Inertia. Inertia is een vorm van weerstand waarbij mensen een passieve houding aannemen en alles bij het oude willen laten. Ze hebben geen duidelijke weerstand tegen de verandering zelf, maar ondernemen ook geen actie. Wanneer je te maken krijgt met verandering moet je namelijk bewust en actief gaan nadenken.
Mensen met autisme geven zelf vaak aan dat ze worden overvallen door een intens gevoel van stress en paniek, en dat een op het eerste gezicht kleine aanleiding, zoals een hard geluid, al snel tot enorme stress kan leiden. Er is dan geen ruimte voor reflectie, 'je wordt 'overweldigd' door de stress'.
Er is geen bewijs dat trauma direct autisme veroorzaakt . Autistische kinderen en volwassenen zijn echter mogelijk kwetsbaarder voor traumatische ervaringen, en tegenspoed kan autistische trekken versterken. Autisme ontstaat door de manier waarop de hersenen zich ontwikkelen en is grotendeels genetisch.
De meeste kinderen met autisme hebben moeite met veranderingen. Plotselinge veranderingen kunnen bij hen vaak leiden tot heftige reacties, zoals driftbuien, blokkades en angstgevoelens.
Mannen met autisme hebben vaker comorbide externaliserende problemen (zoals gedragsproblemen en hyperactiviteit). Vrouwen met autisme hebben vaker comorbide internaliserende problemen (zoals angst en depressie).
Je hersenen regelen je gedrag en persoonlijkheid. Als door een hersenaandoening schade ontstaat in de hersenen, kan je gedrag veranderen. Wat dit precies betekent, is voor iedereen anders: de een doet bijvoorbeeld veel minder dan eerst, terwijl een ander plotseling allerlei dingen doet zonder erover na te denken.
Dit komt omdat een ooit comfortabele manier van leven er al snel anders uitziet . Je wordt uit je comfortzone gehaald, waardoor het moeilijker wordt om met verandering om te gaan. Wanneer stress overweldigend wordt, kan het je mentale gezondheid schaden. Ongezonde copingmechanismen en een negatieve mindset kunnen het omgaan met verandering onmogelijk maken.
Autisten die moeite hebben met het begrijpen van taal in het algemeen hebben ook moeite met het begrijpen van figuratieve taal in het bijzonder. Autisten die geen beperking hebben in het begrijpen van taal, hebben over het algemeen ook geen moeite met het begrijpen van metaforen, vergelijkingen en andere stijlfiguren.
Voor mensen met autisme is de wereld om hen heen vaak als chaotisch. Van nature hebben ze al weinig houvast. Daarnaast stuiten ze ook nog vaak op onbegrip en negatieve reacties uit hun omgeving. Dit levert opnieuw overprikkeling op.
Mensen met autisme ervaren heftiger wat ze horen, zien, ruiken, proeven en voelen. Ze hebben vaak moeite met veranderingen.Contact maken met andere mensen gaat vaak moeilijk. Autisme is aangeboren.
Voor mensen met autisme is het lastig om met gedachten en gevoelens om te gaan en deze bijvoorbeeld zomaar opzij te zetten. Ze moeten er iets mee, het moet eruit. Met stimming lukt dat beter. Daarnaast kan stimming wel een uiting van blijdschap en enthousiasme zijn.
Om met autisme toch zo zelfstandig mogelijk te kunnen wonen, is het belangrijk dat er een goed evenwicht is tussen draaglast en draagkracht van de persoon in kwestie. Dat lukt meestal door de lat niet te hoog te leggen en oplossingen te zoeken die bij hem passen.
Ja, mensen kunnen gedrag veranderen , maar ze moeten eerst verantwoordelijk worden voor dat gedrag en er dan van overtuigd worden dat ze het zouden moeten (of willen) veranderen. Kwetsend gedrag — zoals liegen, bedriegen, afwijzen of controleren — zijn vaak gewoontes die veranderen in schadelijke gedragspatronen.
Iemand kan bijvoorbeeld snel emotioneel raken, of zich heel boos voelen, depressief raken of zichzelf overschatten. Het gevoel voor humor kan totaal zijn veranderd, en iemand kan heel prikkelbaar zijn. Ook sociaal onaangepast gedrag of agressiviteit komt niet zelden voor. Voor mantelzorgers is dit uiterst moeilijk.
Gedragsverandering neemt gemiddeld ruim 2 maanden in beslag. 66 dagen om precies te zijn. Met een minimiale periode van 18 dagen en maximale periode van 254 dagen*. De lengte was afhankelijk van de persoon, het type verandering en de omstandigheden.
De autistische stoornis
Deze variant wordt vaak gezien als de meest ernstige variant van alle vormen van autisme. Kinderen met klassiek autisme hebben vaak moeite met communiceren. Daarnaast zie je ook vaak agressie en ongeremdheid en/of hyperactief gedrag.
Door autisme is het lastig om losse informatie te ordenen en te verwerken tot een groot samenhangend geheel. Waar anderen een film zien, ziet iemand met autisme eigenlijk allemaal losse beelden. Zo ziet de wereld eruit als je autistisch bent.
Veel mensen met autisme geven aan grote moeite te hebben met het opmerken en interpreteren van non-verbale communicatie. Hierdoor kan het ontzettend lastig zijn om de boodschap die iemand probeert over te brengen, te begrijpen, wanneer diegene non-verbale signalen gebruikt en de dingen onduidelijk en indirect benoemt.
Relevante en niet relevante informatie komen even hard binnen en dat zorgt al snel voor overprikkelde zintuigen. Er ontstaat een chaos in het hoofd, iemand heeft veel meer tijd nodig om de informatie te verwerken en er volgt een tragere reactie of andere interpretatie.
Want moeite met veranderingen heeft vaak een duidelijke oorzaak en meestal een link met ervaringen in het verleden. Angst is een veelvoorkomende oorzaak van weerstand. Er kan angst zijn omdat de voorgestelde verandering misschien te moeilijk wordt. Of angst omdat een verandering onzekerheid en onduidelijkheid geeft.