Denk hierbij aan spleten onder deuren, gaten in vloeren of een pijp naar buiten. Kakkerlakken hebben een voorkeur voor rustige plekken waar ze makkelijk kunnen schuilen. Oud papier is hier een goed voorbeeld van! Verder houden ze zich ook graag op onder houten vloeren.
Kakkerlakken haten bijvoorbeeld de geur van laurierblaadjes en de geur van kattenkruid. Een eenvoudig huismiddeltje tegen kakkerlakken is dus het plaatsen van gemalen laurierblaadjes in de omgeving van de schuilplaatsen van de kakkerlakken in jouw huis. Je kunt ook wat kattenkruid in je huis rond strooien.
Typische schuilplaatsen zoals hoekjes van plafonds of muren, afvoerputjes, achter plinten enz. moeten nauwkeurig nagekeken worden. Ook het ventilatiesysteem in de keuken en in de badkamer en het toilet zijn plaatsen waar kakkerlakken zich vaak verstoppen.
Kakkerlakken komen 's nachts uit hun schuilplaatsen om voedsel te zoeken. Vinden ze niets, dan kunnen ze je een bezoekje komen brengen als je in bed ligt. Ze kunnen je in je gezicht, mond, vingers of handen bijten, mogelijk omdat ze vooral op deze plekken voedsel kunnen ruiken.
Als je één kakkerlak ziet, betekent dat helaas dat er waarschijnlijk meer zijn. Veel meer. Kakkerlakken verstoppen zich in scheuren en spleten in de buurt van voedselbronnen, en ze leven in groepen.
Je maakt gewoon een sopje van zeep en water wat dun genoeg is om met een plantenspuit te verstuiven. Dit goedje spuit je over de kakkerlakken, vooral over het hoofd en de buik. Een aantal druppels kunnen de kakkerlak al doden.
Overdag verschuilen kakkerlakken zich op warme donkere plekken, bij voorkeur achter de koelkast in de keuken. Daar kun je ook de sporen vinden die duiden op een kakkerlakbevolking: eierschalen, uitwerpselen (hele kleine zwarte stofjes) en afgevallen huid.
Waarschijnlijk heb je weleens gehoord dat je een kakkerlak nooit mag doodtrappen. Bij het doodtrappen van kakkerlakken zou er namelijk een geur vrijkomen die andere kakkerlakken aantrekt. Daarnaast zouden bij het doodtrappen een heleboel eitjes vrijkomen, welke enkele maanden later uitkomen. Dit is een fabel!
Het glanzende, slijmerige laagje werkt afstotelijk. Dat we niet alleen schrikken van kakkerlakken, maar ook van ze walgen, ligt onder meer aan het uiterlijk van de beesten. Naast de poten, haren en voelsprieten werkt met name het glanzende, slijmerige laagje over hun lijf nogal afstotelijk.
Aangezien ze allerlei soorten materialen opeten, ontdoen ze de omgeving namelijk ook van afvalstoffen. Sterker nog: ze breken ze af in kleinere stukjes, zodat kleine organismen ze kunnen verteren. Zo dragen kakkerlakken bij aan de natuurlijke bemesting van de bodem en planten.
Bovendien zijn kakkerlakken uitstekende klimmers. Dankzij een soort zuignapjes op hun poten kunnen kakkerlakken verticaal naar boven klimmen en zelfs ondersteboven lopen.
Over het algemeen komen kakkerlakken je huis binnen omdat ze op zoek zijn naar fijne schuilplaatsen die, als het even kan, ook nog in de buurt liggen van plekken waar wat te eten valt. Het gebeurt ook wel eens dat kakkerlakken met mensen meereizen uit verre, exotische oorden, in de koffer.
Kakkerlakken bewegen zich voort met hun krachtige poten. Hiermee kunnen de kakkerlakken zeer goed sprinten en zelfs springen. Kenmerkend aan de Duitse kakkerlak zijn de donkere strepen op het halsschild en lange antennes die veel in beweging zijn.
De meest effectieve manier om kakkerlakken te voorkomen is door ervoor te zorgen dat er geen voedsel en water beschikbaar is. Maar ook het afsluiten van toegangspunten kan voorkomen dat kakkerlakken het huis of bedrijfspand binnenkomen.
Vul een spuitflesje met 1 deel azijn, 4 delen water en doe er 15 druppeltjes tea tree olie bij. Verstuif alle plekken waar kakkerlakken komen en herhaal dit ook iedere dag. De kakkerlakken zullen razendsnel de pootjes nemen.
Kakkerlakken kiezen donkere, warme, vochtige en goed verstopte plekken uit om hun eipakketjes te leggen. Ze zoeken naar kieren of spleten en openingen die moeilijk bereikbaar zijn voor een mens. Kakkerlakken moeten veel water drinken en kiezen dus graag een plekje uit in de buurt van waterleidingen of riolering.
De Kakkerlak komt wereldwijd voor en zelfs tot binnen de poolcirkel in Scandinavië. De meeste soorten blijven klein maar vooral in de tropen komen ook grotere soorten voor. In de tropen komen veel meer soorten voor en de grootste worden meer dan tien centimeter lang.
Er zijn voldoende voorbeelden op het internet te vinden die Dubia-kakkerlakken voeren aan hun dieren: zoals aan kikkers, Schorpioenen, tarantulas sommige insectenetende vogels, (waaronder kippen) salamanders enz. Een dubia kakkerlak is een insect en alle dieren die insecten eten, kunnen ze dus eten.
Kakkerlakken eitjes herkennen
Een eipakket ziet eruit als een klein kokertje met ribbeltjes. Het is bruin tot zeer donkerbruin van kleur en dient om de eitjes tegen allerlei invloeden van buitenaf te beschermen. Een volwassen kakkerlak (dit is altijd een vrouwtje) kan een eipakket op willekeurige plekken afzetten.
De kakkerlak heeft kannibalistische neigingen als het voedselaanbod schaars is. Natuurlijke vijanden: o.a. kikkers, hagedissen, slangen, spinnen, mieren.
Deze neemt echter niet de moeite, want hij kan sneller lopen dan vliegen. Andere veel voorkomende soorten in ons land, zoals de Duitse kakkerlak of de oosterse kakkerlak, vliegen ook niet, maar kunnen wel zweven. Want ja, alle kakkerlakken hebben vier vleugels en met twee daarvan kunnen ze hun zweefvluchten uitvoeren.
Kakkerlakken kunnen niet vliegen
Ondanks het feit dat veel soorten kakkerlakken vleugels hebben, kunnen ze niet vliegen. Althans… Om Buzz Lightyear maar eens te citeren: kakkerlakken vliegen niet, maar “vallen met stijl”. Hun vleugels stellen hen in staat om korte afstanden te zweven en te fladderen.
Kakkerlakken komen naar binnen als ze voedsel ruiken. Onderzoek heeft uitgewezen dat kakkerlakken vaak in groepen op voedselbronnen afgaan. In ieder huis zitten wel kleine kieren en spleetjes, cv-leidingen en ventilatiekanalen. Hier kunnen de kakkerlakken met gemak doorheen.
Kakkerlakken kun je ook ruiken, al heb je er wel een geoefende neus voor nodig. Ze verspreiden geur om met elkaar te communiceren. Om elkaar te roepen, elkaar te 'versieren' of om elkaar te waarschuwen voor gevaar. De geur die de beestjes verspreiden is wat weeïg en zoet als van iets dat al een poosje ligt te rotten.