Het voltooid deelwoord van het werkwoord kunnen is gekund. Gekunnen* komt soms voor, maar die vorm is geen standaardtaal.
Je kunt en je kan zijn allebei correct.
De vorm kun(t) is de neutrale vorm in het hele taalgebied: je kunt, jij kunt, kun je, kun jij. In België is ook de vorm kan neutraal; in Nederland wordt die als informeler beschouwd: je kan, jij kan, kan je, kan jij.
Het voltooid deelwoord van het werkwoord kunnen is gekund.
Gekunnen* komt soms voor, maar die vorm is geen standaardtaal.
Wat is het verschil tussen can en could? Can wordt gebruikt om te verwijzen naar iemands vermogen in de tegenwoordige tijd, terwijl could wordt gebruikt in de verleden tijd . Can impliceert ook dat iets zeer waarschijnlijk zal gebeuren, terwijl could betekent dat het zou kunnen gebeuren, maar ook niet zou kunnen gebeuren.
Het woord konden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Toelichting. Kennen heeft als hoofdbetekenissen 'onderscheiden, herkennen' en 'bekend, vertrouwd zijn met' en wordt daarnaast onder andere ook gebruikt in de betekenis 'door studie of oefening geleerd hebben', 'beheersen'. Kunnen heeft als hoofdbetekenissen 'mogelijk zijn', 'in staat zijn'.
Naast 'je kunt' komt ook 'je kan' voor. Beide zijn goed, maar er is wel een zeker verschil in stijl. Het verschil zit 'm in de stijl: je kan is informeler en meer spreektaal. Bij het schrijven kun je beter kiezen voor je kunt.
We gebruiken 'können' om te praten over (in staat zijn om) in het verleden, heden en de toekomst (bijv. ik was in staat om, ik ben in staat om, ik zal in staat zijn om). 'Können' wordt ook gebruikt om te zeggen 'ik zou in staat zijn om' (conjunctief).
Je kunt en je kan
Kunnen is een onregelmatig gevormd werkwoord. Er zijn meer van dat soort werkwoorden: denk aan willen (je wil/wilt) en zullen (je zal/zult).
De vorm zul(t) is de neutrale vorm in het hele taalgebied: je zult, jij zult, zul je, zul jij. In België is ook de vorm zal neutraal; in Nederland wordt die als informeler beschouwd: je zal, jij zal, zal je, zal jij. Als je de betekenis van men heeft, zijn beide vormen gelijkwaardig.
' gangbaar. In Nederland heeft de vervoeging 'heeft kunnen gebeuren' de voorkeur; de variant met is komt weinig voor. In België is ook 'is kunnen gebeuren' algemeen geaccepteerd. In de voltooide tijd combineer je het werkwoord kunnen met het hulpwerkwoord hebben.
We schrijven erbij aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is. Dat is het geval als u de combinatie kunt vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel en een naamwoord. Na erbij kan ook een dat-zin of een beknopte bijzin volgen.
Het woord kunnen betekent dat je in staat bent om iets te doen. Bijvoorbeeld 'ik kan fietsen' betekent dat je in staat bent om op een fiets te rijden. Het woord kennen heeft betrekking op een handeling of een vaardigheid.
Om naar personen te verwijzen, is zowel van wie als waarvan correct. Het is aan te bevelen om in formele geschreven taal, bijvoorbeeld in zakelijke teksten, van wie te gebruiken als u naar personen verwijst.
De correcte spelling is moesten.
ik moet, jij moet, wij moeten.
Formele schrijfwijze
als je correct en formeel wilt zijn, wordt wel de voorkeur gegeven aan kun je. Volgens veel taalgebruikers zijn de vormen je/jij zal, je/jij kan en je/jij wil nog niet geschikt voor de nette schrijftaal, al is het in de spreektaal geen probleem meer.
Mijn moeder kon niet zwemmen toen ze een kind was. Wij konden lezen toen we vijf waren. Ze konden geen Engels spreken voordat ze naar school gingen. Voor vragen, verander de volgorde van kon en de persoon.
Could is de verleden tijd van can . Je gebruikt het vaak als iemand iets over het algemeen kon in het verleden of als het in het algemeen mogelijk was om iets te doen, zoals: You could see the whole city from here.
In verzorgde schrijftaal is dan de aan te bevelen vorm na een vergrotende trap (zoals jonger, beter, liever) en na anders en combinaties met ander(e). Als gebruiken we na de woorden even, (net) zo, evenveel, (net) zoveel, hetzelfde en dezelfde.