De Gezondheidsraad (Goderie e.a. 2005) vindt dat verstandelijk gehandicapten niet het recht mag worden ontnomen om een kind te krijgen. Met de juiste ondersteuning kunnen ze immers adequate opvoeders zijn.
Personen met een handicap hebben het recht om een gezin te stichten en mogen in vrijheid beslissen over het gewenste aantal kinderen (art 23 lid 1 Gehandicaptenverdrag).
Een kinderwens bij mensen met een beperking kan en mag er zijn, al is dit niet altijd gemakkelijk voor hen of de omgeving. Het is belangrijk om deze wens serieus te nemen en bespreekbaar te stellen.
Als je een verstandelijke beperking hebt, word je zo veel mogelijk ondersteund bij de opvoeding van je kind. Dit gebeurt meestal thuis. De begeleider besteedt aandacht aan de ontwikkeling van je kind, maar ook aan hoe het met jou gaat.
Naar schatting 3 op de 100 kinderen heeft een afwijking bij de geboorte. De kans daarop neemt toe als de ouders al een kind met een afwijking hebben of de vrouw ouder is dan 35 jaar.
Kinderen met een beperking hebben recht op alle kinderrechten én op extra zorg. Omdat ze bijkomende behoeften hebben, moeten ze kunnen rekenen op extra ondersteuning van de overheid. Veel kinderen met een beperking krijgen die ondersteuning, maar niet allemaal.
Kenmerkend voor autisme – al dan niet in combinatie met een verstandelijke beperking – is dat prikkels op een andere manier worden verwerkt. Mensen met autisme zijn vaak overgevoelig voor zintuiglijke prikkels zoals geluid, licht, geur of aanraking.
In het VN-verdrag handicap is vastgelegd dat mensen met een beperking het recht hebben om zo zelfstandig mogelijk te wonen. Zo moeten mensen met een beperking bijvoorbeeld zelf kunnen kiezen waar en met wie zij wonen.
Sommige handicaps zijn erfelijk, dat wil zeggen dat ze van ouder op kind kunnen worden 'doorgegeven': als de ouders een erfelijke handicap hebben, is er een kans dat de kinderen die ook krijgen. Maar het kan ook gewoon puur toeval zijn dat je met een handicap wordt geboren.
Als verstandelijk gehandicapten een huwelijk kunnen aangaan, kunnen zij de regels van een huwelijk ook overtreden. Bijvoorbeeld het verbod op bigamie of het stellen van bepaalde rechtshandelingen zonder voorafgaand overleg met de echtgenoot.
Classificatie op basis van ernst
ernstige verstandelijke beperking (IQ 20-34 / ontwikkelingsleeftijd tussen de 3 en 5 jaar); matige verstandelijke beperking (IQ 35-49 / ontwikkelingsleeftijd 6-9 jaar; milde verstandelijke beperking (IQ 50-70 / ontwikkelingsleeftijd 9-12 jaar).
De cijfers voor kinderen met een beperking blijft wereldwijd stabiel, en ligt ongeveer op: 8 per 1000 geboorten voor neuro-sensorische handicaps (autisme, trisomie, mentale retardatie, cerebrale parese, doofheid)3 per 1000 geboorten voor motorische handicaps.
Ernstig verstandelijk gehandicapt houdt in dat er, behalve een IQ van 20 tot 35, ook een minimaal communicatief gedrag, een zwakke motorische ontwikkeling en behoefte aan constante supervisie is. Zo'n 7% van de gevallen valt in deze subcategorie.
Een gemiddeld IQ tussen de 50 en zeventig duidt op een lvb, een gemiddeld IQ tussen de 70 en 85 duidt op zwakbegaafdheid. Maar, zo stelt het Netwerk Gewoon Meedoen, een IQ-test is geen 'robuust gegeven'.
Zwakbegaafdheid is een ander woord voor laagbegaafdheid. Iemand die zwakbegaafd is, heeft moeite met leren en loopt qua ontwikkeling achter op zijn medemens. Het tegenovergestelde is hoogbegaafdheid.
Als er sprake is van de stoornis ADHD, moet de impact op het participeren in het maatschappelijk leven aangetoond worden volgens de basisdefinitie van een handicap (langdurige en belangrijke beperking van de kansen tot sociale integratie). Die impact kan zeer wisselend zijn.
Een verstandelijke beperking kan op verschillende manieren ontstaan: Het zit in de familie. Je moeder of vader heeft ook een verstandelijke beperking. Je kunt een syndroom of stoornis hebben waarbij een verstandelijke beperking een van de gevolgen is.
In Nederland leven minimaal 120.000 mensen met een verstandelijke beperking; zij hebben significant meer gezondheidsproblemen. Bij de meeste mensen met een ernstige verstandelijke beperking (IQ < 50) is er een genetische oorzaak. Deze bleef tot enkele jaren geleden bij minimaal 50% van deze mensen onbekend.
Laat het kind/de jongere uitspreken en denk niet in diens plaats.Focus je op de mogelijkheden, niet op de beperkingen.Praat spontaan – let niet angstvallig op je woorden. Een slechtziende, rolstoelgebruiker of slechthorende is niet allergisch aan woorden als 'kijken', 'lopen' of 'luisteren'.