De ideale temperatuur voor het zaaien van bonen in de volle grond, is minimaal 10 tot 12 graden. Wanneer je je bonen hebt voorgezaaid, plant je ze half mei buiten uit. Zorg ervoor dat de bonen op een zonnige plek staan en dat regenwater makkelijk afgevoerd kan worden. Bonen kunnen namelijk niet goed tegen veel regen.
Boontjes houden niet van natte grond want dan kunnen de zaden rotten, het zand zorgt voor een betere afwatering. Houd de zaden vochtig maar geef ze zeker niet te veel water. Bij kamertemperatuur kiemen de zaden binnen 1 tot 2 weken.
Een bodemtemperatuur tussen 12 en 15°C is ideaal. Kies in elk geval een zonnige plaats in je tuin, want in de zon zullen ze beter groeien en lekkerder smaken. Voor je gaat zaaien, week je de bonen best een nachtje in water om de kieming te bevorderen en de kans op succes te vergroten.
Grond en watervoorziening
Tijdens de periode van de bloei en van de peulvorming mogen bonen niet te droog staan, dit kan je vermijden door langs de planten een geultje te maken en hierin wat water te laten lopen. Te weinig water in die periode kan ervoor zorgen dat de peulen kort zijn en te weinig zaden bevatten.
Bonen zaai je van begin mei tot eind juni. Dan moet het wel warm en droog zijn, want bij kou en regen komen de bonen niet goed op. En laat dat nu net geen garantie zijn in Nederland. Bovendien zijn de jonge zaailingen erg kwetsbaar voor nachtvorst.
Sperziebonen. Net als met wortelen is juli de laatste maand om nog sperziebonen te zaaien. Zo hebben de peulen nog de tijd om af te rijpen voor het in het najaar te koud wordt.
Een bodemtemperatuur tussen 12 en 15°C is ideaal. Kies in elk geval een zonnige plaats in je tuin, want in de zon zullen ze beter groeien en lekkerder smaken. Voor je gaat zaaien, week je de bonen best een nachtje in water om de kieming te bevorderen en de kans op succes te vergroten.
bonen: 8 -18 dagen. paprika : 8 tot 20 dagen. prei: 15 – 20 dagen. wortelen: 2 tot 3 weken.
Steek je boontjes 2 cm diep onder de grond. Druk de grond niet aan. Zaai je boontjes ongeveer 10 cm uit elkaar in rijen. Hou ongeveer 40 cm tussen de rijen.
Lage bonen worden ook wel struikbonen maar vooral stambonen genoemd. De opbrengst van stambonen bedraagt gemiddeld 12 kilo per 10 vierkante meter. Het grootste voordeel van stambonen is het snelle groeien en dus ook snelle oogsten (sneller dan stokbonen die eerst veel stengels en blad moeten maken om te klimmen).
Bonen zorgen zelf voor stikstof doordat ze stikstof uit de lucht opslaan in de wortelknobbeltjes (stikstofsynthese). Daarom hebben ze weinig bemesting nodig. Compost van plantaardig materiaal is ideaal. Ook om bonenvliegen tegen te gaan, die afkomen op stalmest.
Normale dosis kalk nodig (1 kg/10 m²):
Vruchtgewassen, zoals: tomaten,komkommer, courgettes, pompoenen, meloenen … Peulgroenten, zoals: bonen, erwten … Kleinfruit, zoals: aarbeien, frambozen, rode bessen, witte bessen, kruisbessen ... Kruiden, zoals: kervel, bieslook, tijm, basilicum, lavendel ...
Sperziebonen hebben over het algemeen niet veel voedingsstoffen nodig, maar een kleine hoeveelheid meststof kan ervoor zorgen dat je betere gewassen krijgt.
De boontjes kunnen redelijk wat droogte aan, en laten heel goed zien dat ze te droog staan. Als de planten en bladeren hangen moet je zo snel mogelijk water geven. Probeer dat moment van lamlendigheid wel voor te zijn, zeker als de boontjes in wording zijn is het schadelijk als de planten te droog staan.
Boontjes kun je het best voeden met geteerde compost, ze hebben geen extra stikstof nodig en leven van de zon, water en de aanwezige voedingsstoffen in de bodem. Daarnaast halen bonen de groeistof stikstof uit een zeer leuk fenomeen.
Zaaien en planten
Je zaait zo'n 4-5 bonen per stok, op een afstand van 75x75 cm. Voorzaaien is ook een optie; zaai dan 4-5 bonen per potje en plant deze vervolgens uit bij een stok of draad. Houd met stokbonen rekening mee dat je de planten in het begin soms een beetje moet helpen door ze om de stok heen te draaien.
Zaai het liefst op een koele, zonnige plaats met vochthoudende grond. Binnen twee tot vier weken gaan de tuinbonen ontkiemen. Voordat de echte tuinbonen aan de plant verschijnen, geniet je in mei van de witte of roze bloemtrossen.
De zaden in het donker hebben voor de fotosynthese licht nodig. Daarom groeien ze zo snel naar boven. Een van de donkere bonen was afgebroken, dit zou beter kunnen gedaan zijn, als er geen emmer was gebruikt om de bonen onder te zetten.
De stambonen van de Makkelijke Moestuin zijn lekkere dubbele slaboontjes. Deze soort geeft veel malse sperzieboontjes in trosjes van 4 tot 5 stuks. Oogst de boontjes rond de 10 cm lang: dan zijn ze het lekkerst.
Bonen kunnen absoluut niet tegen vorst. Vandaar dat eigenlijk pas vanaf half mei buiten gezaaid kan worden. Ook bij aanhoudend nat weer kun je beter wachten met zaaien, omdat de bonen dan snel gaan rotten.
Moestuinplanten in de schaduw
Denk aan pluksla, spinazie, postelein, rucola, andijvie en paksoi. Ook groenten die (deels) onder de grond groeien hebben niet veel zon nodig: wortel, ajuin, lente-ui, knoflook, radijs, rode biet en aardappel.
Stokbonen plant je aan stokken van minimaal 2,5 meter hoog. Zet ze op 50 cm afstand van elkaar. Maak op 70 cm afstand een tweede rij en verbind de stokken van beide rijen met een lange stok bovenaan aan elkaar. Per stok zaai je 4 bonen.
Februari tot maart is de ideale periode om je moestuin aan te leggen.