Een aardbeiplant is een vaste winterharde plant, maar is niet wintergroen. In het najaar sterft hij af om in het voorjaar weer opnieuw uit te lopen. Hij vormt dan naast het blad steeltjes met bloemen, deze bloemen worden uiteindelijk de aardbeien.
Aan het eind van het seizoen, merk je dat de planten in de pot in rust gaan. Je kunt ze dan weg doen (en het jaar erop een nieuwe aanschaffen) of ze overhouden tot het volgende jaar. Laat ze in het laatste geval op een koele, maar vorstvrije, lichte plek overwinteren. Laat de potgrond ook dan niet helemaal uitdrogen.
Oftewel; een aardbeienplant kan wel jarenlang mee gaan maar als je haar in de moestuin zo intensief wilt gebruiken als een moestuinder doet; dan is de plant na 3 tot 4 jaar 'op'.
Zodra het plantje groot genoeg is, en je de wortels al goed ziet, knip je het los van de moederplant. Zet het in een potje met mix of in een leeg vak zodat het lekker kan groeien. Het zal het volgende jaar al aardbeien geven.
Aardbeiplanten komen goed de winter door als er tijdens strenge vorstperiodes folie over gelegd wordt. De schade is zelden met het blote oog zichtbaar, maar heeft wel zijn weerslag op de hergroei in het voorjaar en uiteindelijk ook op de oogst Het zal zelden zo zijn dat de volledige aardbeiplant afsterft door de vorst.
Hij mag in de winter absoluut niet in te natte grond staan, dan krijg je vorstschade. Je moet de planten altijd water geven, bemesten en goed onkruid wieden. Geef de planten tijdens de zomer wat extra water om mooie smaakvolle aardbeien te krijgen.
Kunnen aardbeiplantjes overwinteren? Aardbeiplantjes kunnen makkelijk de winter doorkomen, als ze beschermd worden tegen (sterke) vorst. Wanneer er sprake is van vorst zonder sneeuwval, kan de bodem bedekt worden met takjes, stro of teenwilg.
Aardbeien kunnen vrij goed tegen kou. Maar als het 's winters langdurig vriest krijgen ze toch een flinke klap en doen ze er lang over om weer bij te komen. Dat merk je aan de opbrengst: die zal dan minder zijn. Om dat te voorkomen kan je ze in de winter afdekken.
Groeiwijze. Aardbeienplanten (Fragaria) zijn vaste planten: ze kunnen meerdere jaren op dezelfde plek in de tuin blijven staan en ze overleven de winter. In het voorjaar groeit de plant geleidelijk uit: er ontstaan steeds meer blaadjes en op een gegeven moment begint de plant te bloeien.
Wanneer aardbeien planten? In principe worden aardbeien het best geplant van eind juli tot half augustus. Dit heeft te maken met het feit dat de uitlopers die de aardbeien vanaf juni beginnen te vormen tegen augustus meestal volgroeid zijn en voldoende wortels gevormd hebben om te verplanten.
Tijdens de teelt adviseren we om te kiezen voor meststoffen met een lager stikstof gehalte, maar met meer Kalium. Dat zorgt voor stevigere vruchten. Ook is het goed mogelijk om goed verteerde stalmest en compost door de bodem te mengen, zo'n 4 weken voor het planten.
Aardbeien worden eigenlijk niet gesnoeid maar er zijn wel andere handige tip zoals verplanten en stekken. Het verplanten van aardbeienplanten kun je het beste doen in februari tot maart. Verplant ze met zoveel mogelijk grond er omheen om de wortels zo min mogelijk te verstoren. Schud de aarde dus niet af.
Maak je moestuin winterklaar
Maak de moestuinbak bijvoorbeeld in oktober al schoon. Haal het raster tijdelijk weg en knip daarna alle uitlopers met nieuwe plantjes af. Plantjes die je mooi vindt, kan je tijdelijk in een andere bak zetten. De oude planten kan je weghalen.
Een aardbeiplant heeft gemiddeld drie trossen aardbeien die na elkaar bloeien. De eerste aardbeien van een tros zijn groot en verder in het seizoen worden ze steeds kleiner. Het plukken kan beginnen. Als de groene aardbeien in zicht komen gaan we trossen doorhalen.
Als zo een zaadje in de grond zou worden gestopt, zou er een aardbeiplant groeien. Alleen gebeurt dit zelden, want aardbeiplanten worden meestal opgekweekt uit uitlopers. Uit de moederplant groeit een stengel over de grond. Hier en daar komen er jonge plantjes aan.
koemestkorrels zijn die ook goed voor aardbeien.
Kies voor een zonnige standplaats. Zo produceren ze meer vruchten. Halfschaduw kan ook, maar je oogst zal dan kleiner zijn. Aardbeien houden van vruchtbare en goed doorlatende grond.
Eén van de beste manieren om er voor te zorgen dat vogels niet aan je aardbeien komen, is door het plaatsen van insectengaas. Het voordeel van insectengaas is dat deze gaas erg fijnmazig is, namelijk 1,35 x 1,35 millimeter. Het is hierdoor niet mogelijk dat vogels met hun poten en vleugels verstrikt raken in het net.
Je aardbeiplantjes krijgen het liefst twee keer een maaltijd voorgeschoteld: Op het moment dat je ze aanplant: werk wat organische meststof in de bodem. Acht à tien weken na het aanplanten herhaal je de bemesting.
Om je aardbeien te beschermen tegen flinke regenbuien kun je rond de planten een bed van stro aanbrengen. Zo voorkom je dat de aardbeien op de natte bodem liggen en dat er zand opspat. Daardoor gaan ze niet rotten en worden ze niet aangetast door schimmel.
Voor de beste oogst verwijder je dus alle uitlopers. Maar misschien wil je wel stekken. Redenen daarvoor kunnen zijn: voor een nieuw aardbeienbed want dat vernieuw je bij voorkeur eens per 3 of 4 jaar. Of omdat je meer aardbeienplanten wilt.
Heb je al aardbeien staan, dan kun je die ook zelf stekken. Aardbeien vormen namelijk in de loop van het seizoen nieuwe uitlopers, die heel gemakkelijk wortel schieten. Leid zo'n uitloper over de grond en zet hem vast met een krammetje. Op elke knoop waar een blad zit kan een nieuw plantje ontstaan.
Gedurende de wintermaanden komt de vrucht vanuit verwarmde glazen kassen en in het voor- en najaar vanuit plastic “tunnels”. In de zomermaanden als vanouds van de “koude grond”. In veel kassen en tunnels worden de laatste jaren aardbeien in potten, veenbalen, bakken met potgrond of kokos geteeld.