Ook groene vruchten kunnen namelijk ook al rijp zijn. Als de vruchten echter nog heel hard zijn, zijn ze zeker nog niet rijp. Aardbeien: aangezien aardbeien niet narijpen, moet je ze oogsten wanneer ze voldoende rood zijn en geen witte rand meer hebben.
Tip 1: Bananas to the rescue! Bananen (maar ook andere soorten fruit) stoten van nature kleine beetjes van het gas ethyleen uit en dat versnelt de rijping van ander fruit. Dit is wel enkel mogelijk bij fruit dat voor dit gas gevoelig is. Zo zullen kleine vruchten zoals aardbeien en kersen hierop bijna niet reageren.
Alleen fruit dat van nature gas (ethyleen) produceert, zal wel nog rijpen. Bijvoorbeeld bananen of perziken. Fruit zonder dit gas, zoals aardbeien en ananas, rijpen niet meer. Handig om te weten!
Een rijpe aardbei is volledig rood. Ook rondom het kroontje. Daarnaast moet ze een lekkere, zoete geur hebben.
Die pitjes zijn de zaadjes, maar die worden meestal niet gebruikt voor nieuwe aardbeiplanten. Een aardbei is eigenlijk de bloembodem van de bloem van een aardbeienplant. Op de buitenkant van de aardbei zitten allemaal pitjes. En in elk pitje zit een zaadje.
Een aardbei is geen vrucht
De pitjes, die een aardbei aan de buitenkant draagt, zijn eigenlijk de vruchten. De aardbei zelf is een opgezwollen bloembodem. Hoewel er meerdere schijnvruchten zijn, is de aardbei de enige die haar zaadjes aan de buitenkant draagt, op de gemiddelde aardbei zijn dit er vaak wel 200!
Na bestuiving verdikt de bloembodem zich tot een sappige schijnvrucht. Onder de vuurrode glans van de vrucht gaat voor het grootste deel water met suikers schuil. De zaadjes bevinden zich als gelige pitjes op de buitenkant van het vruchtvlees." Het zijn dus zaadjes.
Om je aardbeien te beschermen tegen flinke regenbuien kun je rond de planten een bed van stro aanbrengen. Zo voorkom je dat de aardbeien op de natte bodem liggen en dat er zand opspat. Daardoor gaan ze niet rotten en worden ze niet aangetast door schimmel.
Groeiwijze. Aardbeienplanten (Fragaria) zijn vaste planten: ze kunnen meerdere jaren op dezelfde plek in de tuin blijven staan en ze overleven de winter. In het voorjaar groeit de plant geleidelijk uit: er ontstaan steeds meer blaadjes en op een gegeven moment begint de plant te bloeien.
Oftewel; een aardbeienplant kan wel jarenlang mee gaan maar als je haar in de moestuin zo intensief wilt gebruiken als een moestuinder doet; dan is de plant na 3 tot 4 jaar 'op'.
Er is één fruitsoort dat niet handig is om op de fruitschaal te leggen en dat zijn onze favoriet: appels. Ander fruit en groente kun je gerust samen op een plek leggen, maar appels zijn niet handig. Dit komt omdat appels ethyleengas produceren. Dit gas is niet schadelijk, maar rijpt andere fruitsoorten sneller.
Bananen en ander fruit
Bananen produceren ethyleen, een stofje dat ervoor zorgt dat ander fruit sneller rijpt (en bederft). Kijk dus uit met bananen in de fruitschaal. Al kun je het ook in je voordeel gebruiken door een banaan naast een vrucht die sneller moet rijpen te leggen.
Steenvruchten – denk aan nectarines, perziken en kersen – bewaar je best niet in de koelkast. De koude zorgt ervoor dat ze smaak verliezen, melig worden en hun heerlijke zoete smaak verdwijnt.
Dat is een biologisch ingebouwd proces om te voorkómen dat de plant geen zaad zal verspreiden omdat de vruchten voortijdig gegeten worden. Als je een onrijpe aardbei eet worden jouw zuur- en bitterreceptoren geactiveerd en die geven jou het teken dat het oneetbaar of zelfs giftig is. . . .
Aardbeien houden van rijke grond die niet te zuur is, tussen de 5.5 en 6.5. Heb je te zure grond, dan kun je gesteentemeel toevoegen zoals kalk.
Hun rode kleur hebben aardbeien te danken aan een groep stoffen, antocyaninen geheten. Net als het oranje caroteen in wortels en het groene chlorofyl van bladeren zijn het plantaardige kleurstoffen. Wanneer de aardbeien nog onrijp zijn, zorgt het chlorofyl in de cellen van de vrucht ervoor dat hij bleekgroen is.
Laat je alle bloemetjes en vruchtjes zitten dan krijg je veel aardbeien maar ze blijven vrij klein. Aan elke stengel laat je 3 vruchtjes zitten. Die groeien dan uit tot de mooiste en grootste aardbeien die je maar kan bedenken. Ook dit jaar knip je weer alle uitlopers weg.
Een aardbeiplant met veel bladeren, vruchten en bloemen heeft veel water per dag nodig. Eén pot vraagt ongeveer 1 tot 1,5 liter water per dag! De beste methode is om de eerste watergift in de vroege ochtend te geven en de laatste watergift aan het einde van de dag.
Vaak zijn die eerste aardbeien groot en goed van smaak. Naarmate er meer aardbeien aan een plant komen, moeten de suikers over meer aardbeien worden verdeeld. Dat resulteert in minder zoete aardbeien die ook wat minder groot zijn. De nakomertjes zijn het zoetst.
Je aardbeiplantjes krijgen het liefst twee keer een maaltijd voorgeschoteld: Op het moment dat je ze aanplant: werk wat organische meststof in de bodem. Acht à tien weken na het aanplanten herhaal je de bemesting.
koemestkorrels zijn die ook goed voor aardbeien.
Kies voor een zonnige standplaats. Zo produceren ze meer vruchten. Halfschaduw kan ook, maar je oogst zal dan kleiner zijn. Aardbeien houden van vruchtbare en goed doorlatende grond.
Wie een aardbeiplant heeft, zal vast al hebben gezien dat er vanaf juni lange, lichtgroene scheuten beginnen te groeien. Dat zijn de uitlopers. Een aardbeiplant kan wel 10 tot 12 uitlopers aanmaken die zich opnieuw wortelen in de grond. Zo wordt je plantje telkens vermeerderd.
Extra voeding voor je aardbeien
Te veel stikstof (N) geeft immers te veel bladgroei en te weinig vruchten. Zoals bij ander fruit is vooral potas (K) van belang voor een goede vruchtzetting. Kies daarom een aangepaste formule zoals de DCM Meststof Aardbeien & Kleinfruit. Het beste geef je 20-35 g/plant of 60 – 100 g/m².
Aardbeien planten kan tussen de maanden maart en augustus, de beste is maand is april. Als je ze in de volle grond zet, werk dan eerst compost door de bodem. Zet de aardbeien niet in de volle zon en zorg dat ze uit de wind staan. Zorg daarnaast voor een goede afwatering, want aardbeien houden niet van natte voeten.