Er is sprake van een ordinale variabele (of van een ordinaal meetniveau) als een kenmerk gecategoriseerd wordt in afzonderlijke categorieën, waarbij er wel een rangorde is tussen de categorieën. Bij een ordinale variabele weten we echter niets over de afstand tussen de verschillende categorieën.
Bij een nominale variabele wordt er alleen onderscheid gemaakt tussen verschillende categorieën. De waardes worden vaak aangegeven met namen, bijvoorbeeld je woonplaats of beroep. Bij een ordinaal meetniveau is de volgorde ook van belang; de waardes kunnen vaak aangegeven worden met een nummer.
Ordinale schaal
Een typisch voorbeeld vormen de rangen in het leger of de onderverdeling tussen opleidingsniveaus: Mavo, Havo, Vwo. Andere voorbeelden zijn: de beoordeling met cijfers in het Nederlands onderwijs, de veelgebruikte 5-puntsschaal (zeer mee oneens – mee oneens – neutraal – mee eens – zeer mee eens).
Nominaal: De data kunnen alleen worden gecategoriseerd (geen rangorde).Ordinaal: De data kunnen worden gecategoriseerd en gerangschikt. Interval: De data kunnen worden gecategoriseerd en gerangschikt en er zijn gelijke intervallen tussen de categorieën.
Een voorbeeld van een nominale variabele is “vervoersmiddelen”. Hierbij zou je de data kunnen verdelen over de categorieën auto, bus, trein, tram, fiets en metro. Iedere waarde kan maar in één categorie vallen (want iets kan bijvoorbeeld niet zowel een auto als een metro zijn).
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Handel), waarde in naam, niet in de daad, bv. van effecten, gelijk die bij de uitgifte bepaald werd en op de stukken staat vermeld.
Het nominaal inkomen is het inkomen dat je verdient in euro's. Wanneer er ook rekening wordt gehouden met inflatie spreken we van het reëel inkomen.
Een voorbeeld van een ordinale variabele is “Leeftijd”. Je kunt de data bijvoorbeeld verdelen over 0-18, 19-34, 35-49 en 50+, en deze categorieën kun je in een logische volgorde zetten.
Een nominale variabele die meerdere waarden kan aannemen is bijvoorbeeld een eigenschap zoals oogkleur of bloedgroep. Een ordinale variabele heeft een rangorde, zoals bijvoorbeeld opleidingsniveau of BMI-klasse (normaal gewicht, overgewicht, obees).
Met een ordinale of 'geordende' schaal kunt u de mening van een respondent beoordelen over een bepaald onderwerp door middel van een aantal geordende reacties. De reacties kunnen bijvoorbeeld 'Zeer tevreden', 'Tevreden', 'Ontevreden' en 'Zeer ontevreden' zijn.
Variabelen zijn ook opdeelbaar volgens meetniveau. Er zijn hier vier verschillende soorten: nominaal, ordinaal, interval en ratio.
Een variabele is een element dat een bepaalde waarde kan aannemen. Het is een element dat je graag wilt meten en analyseren. Voorbeelden van een variabele zijn 'geslacht', 'leeftijd', 'opleidingsniveau' en 'IQ'.
Continue variabelen zijn variabelen als lengte, gewicht, buitentemperatuur, tijd, enzovoort. Continue variabelen kunnen allerlei tussenwaarden aannemen.
Nominaal en Ordinaal. Kwalitatieve variabelen kun je onderverdelen in Nominale variabelen en Ordinale variabelen. Ordinale variabelen zijn variabelen die niet in een getal zijn uit te drukken (ze zijn immers kwalitatief) maar waar wel een "volgorde" in zit.
Deze categorieën kunnen op een natuurlijke manier worden gerangschikt, maar we weten niet of het verschil tussen “nooit” en “zelden” net zo groot is als het verschil tussen “soms” en “vaak”. Daarom is hier sprake van een ordinale schaal.
De reden is dat we hier met verschillende meetniveaus van variabelen te maken hebben. Variabelen kunnen op vier niveaus worden gemeten: nominaal, ordinaal, interval- of rationiveau. De volgorde van deze niveaus is makkelijk te onthouden; de beginletters vormen namelijk het woord 'noir'.
Continue variabele
Voorbeelden van continue variabelen zijn de lengte van je kleine zusje, het gewicht van een koe of de temperatuur in Amsterdam.
Kwantitatieve variabelen hebben een getalswaarde, zoals "leeftijd" , en je kunt ermee rekenen.
Wanneer u iemand vraagt een gerecht te kiezen van de menukaart, gebruikt u een nominale schaal. Wanneer u vraag het gerecht te beoordelen op een schaal van 1 tot 10, gebruikt u een intervalschaal.
Variabelen op ordinaal niveau laten zich ordenen. Een goed voorbeeld daarvan is de aankomst in een schaatswedstrijd, namelijk als eerste, tweede, derde, vierde, etc. Men kan ook zeggen de snelste, de een na snelste, de twee na snelste, de drie na snelste, etc.
Het ratio meetniveau kent dus waarden die numeriek zijn, een bepaalde volgorde hebben, meetbare verschillen hebben, en tot slot een nulpunt hebben. Een voorbeeld is een percentage of inkomen. Tot slot is er een onderscheid tussen discrete en continue variabelen.
In een experiment manipuleer je de onafhankelijke variabele en meet je de afhankelijke variabele. Je wilt onderzoeken of de onafhankelijke variabele invloed uitoefent op de afhankelijke variabele.
De nominale waarde is de waarde die vermeld staat op een munt of op een verhandelbaar waardepapier zoals een aandeel of obligatie.
Als je naar de nominale rente kijkt kijk je alleen naar hoeveel geld er bij op je rekening komt. Stel je voor dat je € 10.000 aan spaargeld hebt. Aan het einde van het jaar komt daar € 300 bij. Het nominaal rentepercentage is dan 300 / 10.000 × 100 = 3%.
NOMINAAL LOPEN De officiële duur van de studie is tevens de nominale. Het is de tijd die de student die alles keurig op tijd haalt, nodig heeft. Voor hbo-en wo-studies is dat vier jaar, behalve voor exacte vakken aan de universiteit (vijf jaar) en voor medicijnen (zes jaar).