Zijn 2 vrouwen niet getrouwd en hebben zij geen geregistreerd partnerschap? Dan heeft de moeder uit wie het kind geboren is het ouderlijk gezag. De duomoeder kan het kind erkennen en daarna samen met de moeder gezamenlijk gezag aanvragen bij de rechtbank.
U kunt een kind erkennen als u niet de juridische ouder van het kind bent. Dat wil zeggen als u niet getrouwd bent of geen geregistreerd partnerschap heeft met de moeder. Een stiefouder kan een kind erkennen als alleen de partner ouderlijk gezag heeft over het kind.
Vanaf 1 april 2014 zal de wet met betrekking tot de erkenning van een kind door een getrouwde man wijzigen. Op dit moment bepaalt het Burgerlijk Wetboek dat de erkenning door een man die getrouwd is met een ander dan de moeder, nietig is.
Als het kind is geboren binnen een huwelijk of geregistreerd partnerschap van de vader en moeder, hoeft de vader het kind aldus niet te erkennen. Die erkenning staat dan ook in beginsel 'vast', wat betekent dat de stiefouder in beginsel geen mogelijkheid heeft om het stiefkind (alsnog) te erkennen.
Juridisch gezien hebben zowel de biologische vader als de juridische vader (na erkenning) recht op omgang met het kind. Ook als je als biologische vader het kind niet hebt erkend heb je recht op omgang. Dit is wettelijk vastgelegd. De omgang van de ouders met het kind wordt doorgaans vastgelegd in een ouderschapsplan.
De vader kan door de moeder niet verplicht worden het kind te erkennen. Wel kan zij gerechtelijk laten vaststellen wie de verwekker is, aan de hand van DNA test. De rechter kan een DNA test bevelen, in het belang van het kind. In zoverre moet de vader dus een inbreuk dulden op zijn integriteit.
Niet alleen de biologische vader, maar ook een persoon die het kind niet verwekt heeft, kan een kind erkennen. Dan moet er wel aan een aantal voorwaarden voldaan zijn: De man die het kind erkent, moet 16 jaar of ouder zijn. De moeder of het kind moet vooraf schriftelijk toestemming geven.
Nee, u kunt niet zelf afstand doen van het gezag over uw kind. Het is wel mogelijk om het ouderlijk gezag aan te passen naar eenhoofdig gezag van de andere ouder. De andere ouder heeft dan alleen het gezag. U kunt dit samen met de andere ouder vragen bij de rechter.
Als de moeder weigert om mee te werken aan een DNA-onderzoek, kan de rechter desgevraagd bepalen dat de moeder medewerking moet verlenen en daar een dwangsom aan verbinden. Daarnaast kan de rechter uit de weigering om mee te werken aan een DNA-onderzoek de gevolgtrekkingen verbinden die hij gerade acht.
Kind erkennen is gratis
De ambtenaar van de burgerlijke stand maakt een akte van erkenning op. Dit is gratis. Als u een afschrift van de akte van erkenning wilt hebben, zijn daar wel kosten verbonden. De gemeente kan u hierover informeren.
Gevolgen erkenning kind
Tussen u en uw kind ontstaat een juridische band (familierechtelijke betrekking). U moet het kind onderhouden (onderhoudsplicht) totdat het 21 jaar wordt. U en het kind worden elkaars wettelijke erfgenamen. U kiest (met de moeder) op het moment van erkenning de achternaam van uw kind.
Wenst de vader het kind niet te erkennen, dan kan de moeder een procedure starten tot gerechtelijke vaststelling van het vaderschap. Dit komt vaak aan de orde in het kader van een eventuele alimentatieplicht.
Verzoek ontkenning vaderschap
U stuurt een verzoek om het vaderschap te ontkennen naar de rechtbank. Hiervoor heeft u een advocaat nodig. Zowel de moeder, de vader als het kind kunnen een verzoek indienen.
De ouder zonder gezag heeft geen recht op inzage of afschrift, maar enkel recht op informatie op basis van het dossier. Die informatie mag mondeling en/of op schrift worden verstrekt. Verder mag de ouder zonder gezag geen informatie ontvangen die de ouder met gezag ook niet mag ontvangen.
Waarderen is erkennen
De behoefte aan waardering is behoefte aan erkenning. Zelfs Maslow plaatste deze behoefte direct na de behoefte aan eten en drinken. Waardering betekent dat je behoefte hebt om op waarde geschat te worden, dat je geaccepteerd wordt, gezien wordt en dat ook jij een plek mag hebben.
Gezag andere ouder stoppen
De rechter stopt het gezamenlijk gezag alleen als het in het belang is van het kind. De rechter bepaalt ook wie van u het gezag dan krijgt. Heeft u meer kinderen, dan bepaalt de rechter voor ieder kind apart wie het ouderlijk gezag krijgt.
Veelal zal dit ook worden toegekend. De hoofdregel is namelijk dat gezamenlijk gezag in het in het belang van het kind is. Conclusie is dat vaders net zoveel recht op gezag hebben als moeders.
Een kind van 12 jaar of ouder mag niet kiezen bij welke ouder het wil wonen. Ouders blijven totdat een kind 18 jaar is verantwoordelijk voor de hoofdverblijfplaats en de zorgregeling.
Een kind kan medewerking aan een DNA-test verlangen van zijn vermoedelijke biologische vader om het vaderschap definitief vast te kunnen stellen. Daaraan moet de vermoedelijke biologische vader in beginsel meewerken. Slechts onder uitzonderlijke omstandigheden kan daarvan worden afgeweken.
Omvang omgangsregeling in de praktijk
Anders dan eens wordt gedacht, bestaat er in de praktijk in principe geen 'minimale omgangsregeling'. Dit komt omdat de omvang van de omgang afhangt van alle omstandigheden van het geval.
Als een vader zijn kind (nog) niet heeft erkend, maar wel betrokken is bij de verzorging en opvoeding, kan hij aanspraak maken op bepaalde rechten, zoals het recht op contact met zijn kind. Er is in dat geval namelijk sprake van “family life”. Dit is vastgelegd in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
In een gemiddeld gezin met twee kinderen en een modaal inkomen kost een kind volgens het NIBUD per maand ongeveer € 400,-. Op basis van het TREMA-rapport komt de alimentatie dan per kind uit op € 140,- per maand. Meestal liggen de bedragen voor kinderalimentatie tussen € 100,- en € 500,- per kind per maand.
De niet-verzorgende ouder is verplicht om financieel voor de kinderen te blijven zorgen. Dit heet een onderhoudsplicht of alimentatieplicht. Het bedrag dat voor het onderhoud van de kinderen wordt betaald heet de kinderalimentatie. De hoogte hiervan is onder andere afhankelijk van de omgangsregeling.
De partner die behoefte heeft aan alimentatie heeft in principe recht op 60% van het netto gezinsinkomen zoals dat gold tijdens het huwelijk. Er wordt dus gekeken naar de financiële welstand van partijen tijdens het huwelijk.