Bij wie favoriet? Net zoals zadenmixen, zijn pinda's een relatief toegankelijke bron van voedsel voor veel vogelsoorten. Pinda's zijn vooral geliefd bij pimpelmezen en de grote bonte specht. Ook vallen pinda's goed in de smaak bij de boomklever en de sijs.
Pinda's zijn het hele jaar door een bron van energie. Neem ongebrande en ongezouten pinda's en biedt deze altijd aan in een speciale pindasilo, zodat de vogels er stukjes vanaf kunnen pikken.
Je kunt kleine vogels dus voeren met ongebrande noten, zoals gepelde pinda's, hazelnoten en walnoten. Zorg ervoor dat je de noten in kleine stukjes breekt om te voorkomen dat vogels ze niet kunnen eten.
Gezouten of gebrande pinda's of andere noten.
Deze bevatten voor vogels giftige stoffen. Ook bevatten deze noten te veel vet en zout.
Grotere vogels zoals de specht en merel kunnen ook op vogelpindakaas afkomen, maar vaak hebben zij de voorkeur voor hele pinda's. Wanneer? Voor vogelpindakaas geldt hetzelfde als voor pinda's. Het is niet nodig om in de zomer pindakaas te voeren aan vogels.
Wat voor soort voer dien ik te gebruiken? Zowel ongepelde als gepelde pinda's zijn zeer geliefd bij veel vogels, denk hierbij aan pimpelmees, koolmees, vink, kepen, grote bonte specht, roodborst. Koop het liefst niet de goedkoopste pinda's omdat deze niet altijd gecontroleerd worden op schadelijke schimmels.
Vogelpindakaas valt onder de categorie vetproducten en zit in potten, net als gewone pindakaas. Het verschil zit hem in, zoals de naam al aangeeft, dat vogelpindakaas speciaal ontwikkeld is voor vogels. Gewone pindakaas wordt gemaakt van gebrande pinda's die niet goed voor vogels zijn.
Fruit. Ook zijn er verschillende soorten fruit die je aan je vogel kunt geven. Deze bevatten veel vitamines en worden vaak ook nog eens erg lekker gevonden door je vogel! Enkele fruitsoorten die je prima aan je vogel kunt geven zijn: appel, banaan, kiwi, mandarijn, sinaasappel, wortel, tomaat, peer, druif en ananas.
Veel keukenrestjes zijn prima en kan je geven aan de tuinvogels. Wat je niet mag geven zijn restjes met veel zout of kruiden of restjes die beschimmeld zijn. Vetrandjes, gekookte aardappelen, gekookte rijst of fruit zullen je tuinvogels heerlijk vinden en zijn ook nog eens goed voor ze.
Voer bijvoorbeeld zaden, pinda's en vetbollen, maar ook rozijnen en appels.
Wat eet de merel? De merel eet vooral regenwormen en slakken. Die slakken stelen ze vaak van de zanglijster, omdat ze er zelf niet in slagen een slakkenhuis open te breken. Ook bessen en (afgevallen) fruit staan op het menu, vooral in het najaar en de winter.
Zo eten merels, zanglijsters, koperwieken, kramsvogels en spreeuwen het liefst restjes uit jouw keuken. Denk aan gewelde krenten en rozijnen, broodkruimels en fruit (inclusief de schillen en klokhuizen). Een mees daarentegen eet het liefst ongezouten pinda's, zonnepitten, kokosnoten of vetbollen.
Verder zijn pinda's geen fijn voer voor honden; het eten van deze snack kan een allergische reactie tot gevolg brengen. Kortom: wees dus altijd op je hoede! Ondanks dat de meeste nootsoorten redelijk 'veilig' zijn, zit de kans erin dat dit wel een hoop rompslomp oplevert.
Antioxidanten: Pinda's bevatten antioxidanten, zoals vitamine E, die het lichaam beschermen tegen schadelijke vrije radicalen. Voedzame snack: Een handvol pinda's kan een geweldige snackoptie zijn, boordevol energie en voedingsstoffen.
De koolmeesjes zijn gek op de smaak van pinda's en vinden het leuk om de pinda's uit bijvoorbeeld een pindaslinger te 'pikken'. Een andere optie is om de ongebrande pinda's in een voedersilo aan te bieden, zo weet je zeker dat andere tuindieren als bijvoorbeeld eekhoorntjes zich niet tegoed doen aan de pindaslingers.
Geef geen voedsel waarin zout is verwerkt of kaas of brood. Voedsel dat makkelijk bevriest, zoals appels, voeder je best als geheel en niet in kleine stukjes. Kijk naar de kwaliteit van je vogelvoer, dat kan hard verschillen. Gezond voer zorgt voor gezonde vogels.
Hoe weten vogels waar eten is? Vogels doen niets anders dan de hele tijd in de gaten houden of er ergens gezonde voeding te halen valt. Ze kunnen het zien en ruiken, maar houden daarbij ook andere vogels in de gaten. Zodra ze zien dat er ergens 'wat te halen valt' gaan ze snel een kijkje nemen.
De koolmees eet in het broedseizoen vooral insecten, spinnen, larven en rupsen. In het najaar en de winter schakelen ze over op olierijke zaden (vooral beukennootjes), vet en vruchten die ze in jouw tuin kunnen vinden. Bied het hele jaar door aangepast voedsel aan.
Er zijn verschillende soorten mezen. In een tuin zie je vaak koolmezen en pimpelmezen en soms ook staartmezen. De hele mezenfamilie houdt van vetbollen, slingers van ongebrande en ongezoute pinda's, halve kokosnoten, zonnebloempitten en gewoon vogelstrooivoer.