Als je bestraald bent, vooral op (heel) jonge leeftijd, heb je een iets grotere kans om een tweede keer kanker te krijgen.Die kans is heel klein, minder dan 1%. Als er zo'n tweede tumor ontstaat, gebeurt dat meestal na zo'n 5 tot 30 jaar na de behandeling. Soms ben je dan nog onder controle, soms niet meer.
Bestraling en je huid, slijmvliezen en kleine bloedvaatjes
In een gebied dat een hoge dosis bestraling heeft gehad, gaat meestal een deel van de kleine bloedvaatjes verloren. Meestal blijven er genoeg over. Maar soms kan het leiden tot slechter doorbloede weefsels of littekenvorming.
De bijwerkingen hangen samen met het gebied dat bestraald wordt. Maar er zijn ook een aantal algemene reacties die op kunnen treden, zoals vermoeidheid, meer behoefte aan slaap en minder eetlust. De meeste bijwerkingen verdwijnen enkele weken na de laatste bestraling.
Gebieden die bestraald zijn, geven levenslang risico. Het gaat bijvoorbeeld om schade aan bloedvaten en spieren in het bestraalde gebied. Schade aan bloedvaten verhoogt de kans op aderverkalking en vernauwde bloedvaten. Bestraling verhoogt ook de kans op een nieuwe vorm van kanker.
Na bestraling is het risico klein dat de tumor terugkeert in het behandelde gebied. Bovendien kunt u, wanneer de tumor toch zou terugkomen, nog genezen door middel van chemotherapie.
Hoe lang werkt de bestraling door? Kankercellen sterven geleidelijk af. Zelfs nadat de behandeling is gestopt, gaat de werking van de bestraling nog enige tijd door. Het uiteindelijke resultaat wordt daardoor pas een aantal weken tot maanden na afloop van de behandeling bereikt.
Advies aangepaste voeding tijdens bestraling
Vermijd alcohol, tabak, alle melkproducten, koffie, chocola, frisdranken met cafeïne, vers en gedroogd fruit, noten, zaden, rauwe groenten, alle soorten pasta, sterk gekruid eten, kant en klaar maaltijden.
Bestraling is een behandeling voor veel soorten kanker. Soms om te genezen, soms vóór, aanvullend op of na een andere behandeling. Bestraling kan ervoor zorgen dat de tumor helemaal verdwijnt. Of veel kleiner wordt, zodat we die tijdens een operatie weg kunnen halen.
Bestraling verzwakt het immuunsysteem en laat bij proefdieren een versnelde veroudering van het immuunsysteem zien. Aangezien een niet effectief immuunsysteem bijdraagt aan een verhoogde kans op het krijgen van kanker of uitzaaiingen is dit in feite een ernstige bijwerking.
Bestraling (radiotherapie) is de behandeling van kanker met straling. Het doel van bestraling is om kankercellen te doden. En daarbij gezonde cellen zoveel mogelijk te sparen. Veel mensen met kanker krijgen bestraling.
Vermoeidheid tijdens je behandeling
Dat geldt voor chemotherapie en bestraling, maar je kunt ook moe zijn door andere behandelingen. Behandelingen beschadigen kankercellen en gezonde cellen. Daardoor is je lichaam steeds bezig met kankercellen opruimen en gezonde cellen laten herstellen. En daar kun je moe door zijn.
Het aantal bestralingen hangt ook af van de aard van de tumor, de gevoeligheid van de omliggende organen voor radiotherapie, de hoeveelheid tumorweefsel en of de radiotherapie wordt gecombineerd met andere behandelingen zoals chirurgie en chemotherapie. Doorgaans bevat een curatieve behandeling 24 tot 39 bestralingen.
Meestal duurt het een aantal weken voordat de tumor op de bestraling reageert en je verbetering merkt. Soms worden je klachten eerst erger, voordat ze afnemen. Je arts of verpleegkundige zal hiervoor adviezen geven. Nemen je klachten na de behandeling niet af, ook niet na 4 tot 6 weken?
Toen er tijdens COVID-19 minder capaciteit was in ziekenhuizen en het beter was dat mensen met een kwetsbare gezondheid zoveel mogelijk thuis bleven, zijn sommige centra vijf bestralingen gaan geven, in plaats van vijftien. Dat dit net zo goed werkt, is onderzocht in het Fast Forward-onderzoek.
U wordt bestraald voor uitzaaiingen in de botten. De bestraling kan de tumorgroei remmen waardoor de veelvoorkomende pijnklachten verminderen en draaglijk worden. Bij een groot deel van de mensen verdwijnen de pijnklachten zelfs helemaal. Hier leest u meer over de behandeling en hoe u zich kunt voorbereiden.
Bij stereotactische bestraling krijg je heel precies een heel hoge dosis straling op de tumor. Dat gebeurt in 1 bestraling of in 3 tot 5 bestralingen. De straling komt uit meerdere smalle bestralingsbundels die om je heen draaien.
Andere mogelijke behandelingen van kanker, zoals chirurgie (operatie) en radiotherapie (bestraling), vernietigen of beschadigen kankercellen op een specifieke plaats, terwijl chemotherapie in het hele lichaam werkt. Chemotherapie kan kankercellen vernietigen die zich verspreid hebben in andere delen van het lichaam.
Iedereen die gebruik maakt van zorg in Nederland, betaalt in 2021 eerst €385,00 zelf. De overige kosten van uw bestralingsbehandeling worden vergoed vanuit de basisverzekering.
Leverontsteking door alcohol tijdens de behandeling kan de nevenwerkingen doen toenemen. Sommige chemotherapeutica en bestraling ter hoogte van hoofd, hals en borst kunnen het mondslijmvlies doen ontsteken (ook stomatitis of mucositis genoemd). Dan kan alcohol de mond irriteren en de ontsteking doen toenemen.
Klachten kunnen na 6 maanden ontstaan, maar ook jaren na de behandeling. De klachten worden langzaam erger. Meestal gaan ze niet vanzelf over. Dit heet late bestralingsschade.
Wel is het verstandig om het eerste jaar na de bestraling zeker niet onbeschermd te zonnen: blijf in de schaduw, bedek je huid, en gebruik op de delen die je niet kunt bedekken een zonnebrandcrème met een hoge beschermingsfactor.
Soms wordt een desmoïd vanzelf kleiner of verdwijnt de tumor vanzelf. Daarom kan je arts voorstellen om eerst af te wachten en niet gelijk te behandelen. Dit heet ook wel 'afwachtend beleid'. Je komt dan regelmatig op controle.
Afhankelijk van de plaats van bestraling kunnen verschillende types slijmvlies geïrriteerd raken. Er kunnen aften ontstaan (mondslijmvliesontsteking), een slokdarmontsteking of een intestinale irritatie in de maag- en darmwand, met misselijkheid en diarree als gevolg.
Het kan weken duren voordat de vermoeidheid minder wordt. Dat je moe bent voor, tijdens en kort na de behandeling, is heel normaal. De ziekte en de behandeling vragen veel van je lichaam. Ook slecht slapen, weinig bewegen, pijn of een verminderde eetlust kunnen ervoor zorgen dat je moe bent.
Zolang u zich fit genoeg voelt is er geen enkel bezwaar tegen autorijden. Uiteraard is het niet toegestaan aan het verkeer deel te nemen als u gebruik maakt van medicatie die de rijvaardigheid beïnvloedt, bijvoorbeeld bepaalde pijnmedicatie.