Bij operaties van 2 uur of langer krijgt u altijd een katheter, omdat iemand onder narcose of een ruggenprik niet kan plassen. Een katheter voorkomt dan dat de blaas te vol wordt. We plaatsen de katheter pas nadat u onder narcose bent of een ruggenprik hebt gekregen.
Meestal kunt u na enkele uren zelf plassen. Na een ruggenprik krijgt u een katheter tot de verdoving is uitgewerkt. Nadat u zelf de eerste keren geplast heeft, controleert een verpleegkundige met een scan of u de blaas voldoende leegt. Na twee à drie keer plassen lukt dit meestal goed.
Moeite met plassen na de operatie. Het ondersteunen van de plasbuis kan zo effectief zijn dat u na de operatie moeite kunt krijgen met uitplassen. Soms komt het plassen na enkele dagen tot weken weer spontaan goed op gang en is katheteriseren niet nodig.
Voor een operatie moet je meestal 24 uur van te voren nuchter zijn,dit om braken te voorkomen zowel tijdens als na de operatie. Het gevaar is anders dat je aspireert,dus je braaksel inademt en dat is niet zo lekker. Na een operatie is binnen een aantal uren geplast hebben van belang om te weten "dat alles weer werkt" .
De anesthesioloog gebruikt hiervoor een combinatie van medicijnen, zoals slaapmiddelen, pijnstillers en soms ook spierverslappers. Deze schakelen tijdelijk het bewustzijn, de pijngevoeligheid en de spierkracht in het hele lichaam uit. De medicijnen worden toegediend via een infuus of een mondkapje.
Ook angst voor de narcose komt veel voor. Tijdens de narcose wordt u nauwkeurig in de gaten gehouden door het anesthesieteam. Uw bloed(druk), hartritme, lichaamstemperatuur en de diepte van uw slaap worden voortdurend gecontroleerd. Het is dan ook erg zeldzaam dat er iets misgaat tijdens een narcose.
Bij het bijkomen uit de anesthesie zien we soms onrust, labiele emoties en prikkelbaarheid. Dat is meestal goed op te vangen of te behandelen en is vaak van korte duur. Op de dag na de ingreep horen we nogal eens klachten van spierpijn, keelpijn, vermoeidheid, hoofdpijn of duizeligheid, naast natuurlijk napijn.
Het risico dat men overlijdt ten gevolge van de anesthesie is uiterst klein en hangt eerder samen met de algemene gezondheidstoestand van de patient, de aard van de chirurgie en eventuele complicaties die zich tijdens de operatie voordoen.
Er wordt aangeraden om 1,5 tot 2 liter water per dag te drinken. Bij deze vochtinname gaat een volwassene gemiddeld 5 tot 8 keer per 24 uur naar het toilet. Plast u 8 keer of minder op een dag? Dan wordt dat gezien als een normale plasfrequentie.
Welke anesthesie voor u het beste is hangt af van o.a. uw leeftijd, uw lichamelijke conditie en de operatie die u krijgt. Heeft u een voorkeur voor een bepaalde vorm van anesthesie dan kunt u dit bespreken met de anesthesioloog.
Ontspan je bekkenbodem zoveel mogelijk. Hoe meer je je bekkenbodem ontspant, hoe gemakkelijker de urine uit je blaas komt. Neem de tijd om je blaas volledig leeg te maken. Tracht niet te persen.
Het is niet erg om een keer wat langer te wachten om naar het toilet te gaan, maar het is beter om dit niet te vaak te doen. De plas ophouden kan op lange termijn namelijk leiden tot een overactieve blaas en kan bovendien zorgen voor nierproblemen.
Wat kun je zelf doen? Raadpleeg dringend een arts als je niet meer kunt plassen, want een spoedige behandeling is nodig. Bij chronische urineretentie moet verder onderzoek gebeuren. De arts zoekt naar de onderliggende oorzaak en bepaalt een eventuele behandeling.
Het duurt een dag voordat de narcose is uitgewerkt. Uw lichaam zal echter nog enkele dagen tot weken nodig hebben om helemaal te herstellen van de operatie. Na het wakker worden uit de narcose kunt u misselijk zijn en moet u misschien overgeven.
De gangbare regel is dat u niet meer mag eten vanaf middernacht als uw operatie gepland is voor de volgende ochtend. Drinken van water, koffie en thee zonder melk, niet-koolzuurhoudende vloeistoffen en energiedranken, en ook fruitsap zonder pulp (bijv. appelsap) mag tot 2 uur vóór de start van de anesthesie.
Sommige mensen drinken wel vier tot vijf liter per dag. Terwijl: anderhalf tot twee liter is echt meer dan genoeg. Als je meer drinkt, dan moet je ook vaker plassen en heb je – als je daar toch al last van hebt – ook vaker urineverlies.
Ouderen houden meer vocht vast
Tijdens het slapen, als u horizontaal ligt wordt dit vocht verdeeld over het lichaam en kunnen de nieren dit gaan verwerken met als gevolg meer plassen in de nacht. Het kan handig zijn 's middags even te gaan rusten.
Al het vocht dat er in gaat gaat er ook ooit uit. Een volwassene heeft gemiddeld 1,5 tot 2 liter per dag aan vocht nodig in de vorm van dranken. Dan gaat het langzaam er via een paar manieren er weer uit: ongeveer 1.400 milliliter plas je er uit.
Het tijdens een operatie bij bewustzijn komen en je dit later herinneren, wordt awareness genoemd. Dit komt zelden voor, in minder dan een half procent van alle narcoses. De anesthesioloog bewaakt de diepte van de narcose en kan zo nodig bijsturen om te voorkomen dat iemand wakker wordt tijdens de operatie.
'Dankzij de moderne apparatuur, goede geneesmiddelen en de constante aanwezigheid van een ervaren anesthesist is narcose zeer veilig. De kans op overlijden door de narcose zelf is ongeveer een op een miljoen in een ontwikkeld land zoals België.
Niet iedereen is misselijk na een verdoving of ingreep. Het is wel een frequent probleem. Volgens sommige bronnen voelt 1 op 3 patiënten zich na een ingreep onder verdoving misselijk.
In de eerste periode na de operatie kan het zijn dat u meer moeite heeft met het ophouden van de ontlasting omdat de sluitspier van uw anus langere tijd niet heeft gewerkt. Deze klachten kunnen zes weken tot drie maanden aanhouden en verdwijnen na verloop van tijd meestal spontaan.
Net voordat u onder narcose gaat, krijgt u een kapje met zuurstof voorgehouden. Dit ruikt een beetje naar plastic.
Ademhaling. Soms is het nodig om uw ademhaling tijdens de ingreep over te kunnen nemen. Daarom plaatsen we vaak voordat de operatie begint een beademingsbuis (plastic buisje) in uw keel.