Straling kun je niet ruiken, zien of voelen. Wie aan ioniserende straling wordt blootgesteld, merkt daar meestal niet direct iets van. Schadelijke effecten op de gezondheid zijn meestal pas na jaren zichtbaar.
De symptomen van stralingsziekte zijn hoofdpijn en vermoeidheid bij lichte vormen.Bij zeer zware gevallen treden zwaardere symptomen op, zoals misselijkheid, overgeven en uiteindelijk de dood binnen een paar weken. Iedereen die wordt blootgesteld aan een extreem hoge dosis straling krijgt stralingsziekte.
Iedere radioactieve stof heeft een eigen vaste halveringstijd. Voor de ene stof zijn dat secondes, voor andere stoffen zijn dat duizenden jaren. Het ene radioactieve stofje is dus meteen als het ontstaat al ongevaarlijk. Ander radioactief materiaal moet je vele duizenden jaren opslaan voor het ophoudt met stralen.
Bij de meeste onderzoeken wordt gebruik gemaakt van Technetium 99m. De hoeveelheid radioactiviteit van deze stof halveert iedere 6 uur. Daarnaast scheidt het lichaam deze stof via de natuurlijke weg uit. Hierdoor is de radioactieve stof slechts enkele dagen in uw lichaam aanwezig.
Directe effecten treden op kort nadat iemand is blootgesteld aan een hele hoge dosis radioactiviteit (vanaf 1 gray). Zo iemand kan stralingsziekte oplopen.Dit uit zich in misselijkheid, diarree en een toenemend tekort aan bloedlichaampjes.De kans op bloedingen en infectieziekten is hierdoor groter.
Problematischer wordt het boven de 1000 millisievert, als de eerste tekenen van stralingsziekte zich openbaren. Eerst wordt men misselijk, later volgen diarree, haaruitval en bloedingen. Echt serieus wordt het rond de 4000 millisievert. Als een persoon dan niet wordt behandeld, kan hij binnen twee maanden sterven.
Om een goede scan te krijgen wordt de gammacamera een tijdlang boven of onder het te onderzoeken lichaamsdeel gezet. Dit kan variëren van enkele seconden tot een aantal minuten per opname/scan. De camera kan precies registreren waar de radioactiviteit zich bevindt in het lichaam.
Aluminiumfolie houdt straling tegen. Wikkel de antenne van uw router in folie en test of u nog steeds bereik heeft op de plekken waar u WiFi nodig hebt. Is dit het geval, dan heeft u een gedeelte van de overbodige straling geëlimineerd.
Draag beschermende kledij die ook uw armen en benen bedekt. Draag een hoed met een brede rand, om uw gezicht en hals in de schaduw te houden. Draag een bril die UV-stralen absorbeert, om het risico op UV-beschadiging te verminderen. Dicht geweven stoffen bieden meer bescherming tegen UV.
De elektromagnetische straling van antennes kunnen een opwarmend effect hebben op het lichaam. Andere effecten op de gezondheid zijn niet aangetoond. Sommige mensen melden wel klachten over de gezondheid zoals hoofdpijn, slapeloosheid en duizeligheid.
Materialen zoals PEEK en polyimide tonen goede bestendigheid tegen gammastraling en röntgenstraling. PTFE en POM zijn daarentegen zeer gevoelig en daarom minder geschikt voor toepassingen die te maken hebben met blootstelling aan straling.
De ultraviolette straling, die onzichtbaar is, heeft een hogere frequentie en een kortere golflengte dan zichtbaar licht. Ze heeft met andere woorden meer energie. Uv meten we in microwatt per lumen of per m². De infrarode straling kunnen we evenmin zien, maar wel voelen en meten als warmte.
Voor mensen is gammastraling erg gevaarlijk, omdat het zoveel energie heeft en moeilijk tegen te houden is. Vaak heb je een dik stuk lood of ongeveer een meter beton nodig om de meeste gammastraling tegen te houden. In het menselijk lichaam kan gammastraling veel schade aanrichten.
De impact van de kernramp in Tsjernobyl is uitgebreid en goed gedocumenteerd. Een gebied van 4.300 km² rond de centrale is verboden gebied (en momenteel niet geschikt voor permanente bewoning of langdurig verblijf).
In tegenstelling tot bijvoorbeeld licht kunnen we ioniserende straling niet zien of voelen. Er is echter veel kennis over straling en over wat dat met de gezondheid van mensen doet. Veiligheid en gezondheid staat bij alle toepassingen van ioniserende straling voorop.
De aanbevolen blootstellingslimiet voor magnetische velden van elektrische apparaten in en om het huis is 100 microtesla. Dat geldt ook voor elektriciteitsnetwerken (o.a. hoogspanningslijnen) in de buurt van woningen.
Radon is een radioactief gas dat van nature ontstaat in de bodem en in bouwmaterialen die daarvan zijn gemaakt. Vanuit de bodem en deze materialen kan radon in gebouwen en dus ook in woningen terechtkomen. Radon verandert uit zichzelf in andere radioactieve stoffen, die zich aan zwevende deeltjes in huis hechten.
Om radioactiviteit te meten worden geigertellers (of Geiger-Müller-tellers) ingezet. Goede meetapparatuur meet zowel gamma-, alfa-en bètastraling.
Bijna de helft van het radioactief jodium bestond uit Jodium-131, dat een halveringstijd heeft van 8 dagen. In de weken na de ramp leverde dat voor veel landen een probleem op, zo ook voor Nederland. Ongeveer tweederde van het radioactief cesium dat vrijkwam betrof cesium-137, dat een halveringstijd heeft van 30 jaar.
In de meest betrouwbare onderzoeken komt naar voren dat wifi, bluetooth en radiogolven niet schadelijk zijn. Dat komt omdat deze straling een niet-ioniserende straling is.
Die interne delen van de laptop zenden de ELF-straling uit. Dit zijn alle processen die de laptop uitvoert, zoals de harde schrijf besturen en de processor werkende houden. De nieuwere laptops zijn vaak veel zuiniger en gebruiken dus minder energie, wat dus ook resulteert in minder straling.
Lage frequenties kunnen de DNA van cellen niet beschadigen, in tegenstelling tot zonnestralen of radioactieve straling. Stralingen van netwerken kunnen dus geen ernstige ziekten veroorzaken.