Het ontstaat in het algemeen op jongere leeftijd, als kind of als jonge volwassene, maar kan ook in zeldzame gevallen op veel oudere leeftijd voorkomen (> 50e jaar).
We weten niet precies waardoor diabetes type 1 ontstaat. Het begint met aanleg voor diabetes type 1, ook zonder diabetes in de familie. Vervolgens raken de cellen die insuline uit evenwicht waardoor het afweersysteem de cellen aanvalt die insuline maken.
Diabetes type 1 op latere leeftijd wordt ook wel LADA genoemd. Omdat de ontwikkeling langzamer gaat kunnen mensen met deze vorm van diabetes type 1 vaak nog een tijd zonder insuline spuiten. Daardoor worden mensen met LADA vaak onterecht voor mensen met diabetes type 2 aangezien.
Diabetes is een chronische ziekte: het gaat niet meer over. Diabetes type 1 ontstaat meestal al op jonge leeftijd, maar kan op elke leeftijd ontstaan. Bij diabetes type 1 is altijd behandeling met insuline nodig, goed afgestemd op wat u eet. Een gezonde leefstijl is ook belangrijk.
Diabetes type 2 komt het vaakst voor: 9 van de 10 mensen met diabetes hebben diabetes type 2. Overgewicht en weinig beweging, maar ook oudere leeftijd naast erfelijke aanleg vergroten de kans. Hoewel ook mensen zonder overgewicht diabetes type 2 kunnen krijgen. Vroeger heette diabetes type 2 'ouderdomsdiabetes'.
Diabetes type 1 is op dit moment helaas nog niet te genezen. Wel kun je insuline spuiten om de ziekte onder controle te houden, of in zware gevallen een transplantatie overwegen om de ziekte te verlichten.
Bij type 1 diabetes is de insulineproductie ernstig verstoord. Dit komt door een fout in het afweersysteem, type 1 diabetes een auto-immuun aandoening. Om nog onbekende redenen vallen cellen van het afweersysteem de bètacellen in de alvleesklier aan en beschadigen die.
Eet gevarieerd en met mate, snoep zo min mogelijk en vermijd suikerrijke dranken en vruchtensappen. Eet voldoende fruit, veel groente, kies voor volkorenproducten, mager en onbewerkt vlees en gebruik weinig zout. Gebruik bij het bakken onverzadigde vetten als olie en vloeibare margarine.
Heeft iemand in je naaste familie ook diabetes type 1, dan is je eigen kans groter. Het maakt daarbij wel uit wie het is. Heeft je moeder diabetes, dan heb je 3% kans om het ook te krijgen. Als het je vader is 5%, en als het je broer of zus is 8%.
vaak dorst en veel plassen. vaak vermoeid zijn. last van de ogen, zoals rode en branderige ogen, wazig zien, dubbelzien of slecht zien. slecht genezende wondjes.
Bij diabetes type 1 zet je eigen afweersysteem de cellen die insuline maken uit. Je lichaam heeft wel insuline nodig. Insuline zorgt ervoor dat glucose (suiker), uit de koolhydraten van je voeding, naar de lichaamscellen gaat. Gebeurt dit niet, dan blijft de glucose in het bloed en krijg je te hoge bloedglucosewaarden.
Diabetes type 1 is een chronische ziekte met een verwoestend effect op het lichaam. Het leidt vaak tot complicaties zoals blindheid, hart- en vaatziekten, nierfalen en amputaties.
Diabetes, suikerziekte, is een onzichtbare ziekte. Je kunt er jaren mee rondlopen zonder dat je het merkt. De symptomen van diabetes zijn vaag en veel mensen hebben nauwelijks klachten. Laat ontdekken van diabetes is levensgevaarlijk.
Van veel snoepen krijg je diabetes
Van alleen veel suiker eten krijg je niet zomaar diabetes. Door andere oorzaken gaat er in het lichaam wat mis. De alvleesklier maakt niet meer genoeg insuline. Of het lichaam reageert niet meer op insuline.
Mensen met diabetes overlijden gemiddeld eerder dan mensen zonder diabetes. Bij diabetes type 1 ligt de gemiddelde levensverwachting dertien jaar lager en bij type 2 vier jaar lager. De levensverwachting hangt samen met de mate waarin mensen complicaties krijgen.
Als er suiker in de urine gevonden wordt, gebeurt best onmiddellijk een bepaling van het suikergehalte in het bloed. Dit kan tijdens de raadpleging met een vingerprik of met een gewone bloedname. De resultaten van een nuchtere en/of niet-nuchtere bloedname wijzen uit of diabetes waarschijnlijk is of niet.
De levensverwachting van mensen van 45 jaar met diabetes type 1 leven is gemiddeld 13 jaar lager dan mensen zonder diabetes. Voor een 45-jarige met diabetes type 2 is dat gemiddeld 4 jaar lager.
vrouwen die al voor de zwangerschap veel te zwaar zijn. vrouwen met een vader, moeder, broer of zus met diabetes type 2. vrouwen van Hindoestaanse, Marokkaanse of Turkse afkomst. vrouwen met een te hoog cholesterol of hoge bloedsuiker.
Mensen met MODY 5 hebben naast diabetes ook cysten (blaasjes met vocht) in de nieren. Ook kunnen ze afwijkingen aan de geslachtsdelen en/of urinewegen hebben. Bij MODY 2 zijn er vaak nauwelijks of geen klachten.
Kies voor alcoholische dranken met een laag alcoholgehalte en zonder suiker, bijvoorbeeld champagne, schuimwijn, cava, droge witte wijn, rode wijn, pils. Combineer het drinken van alcohol met het eten van complexe of trage koolhydraten.
Kies vooral volkoren producten zoals, volkorenbrood, volkorenpasta en zilvervliesrijst. Eet minder vlees en meer plantaardig. Varieer dagelijks met vis, vlees, eieren, noten en peulvruchten. Neem voldoende zuivel, zoals melk, yoghurt, kwark en kaas.
Een wisselend humeur (opeens kwaad, verdrietig of blij) Tekenen van een ernstig verlaagde bloedsuiker zijn: sufheid, bewustzijnsverlies en uiteindelijk coma. Deze verschijnselen komen vooral voor bij patiënten die insuline spuiten en bij oudere mensen met diabetes.
Onderzoek laat zien dat kinderen met diabetes type 1 gemiddeld iets achterblijven ten opzichte van leeftijdsgenoten. Ze komen bijvoorbeeld iets minder sterk uit hun woorden, zijn sneller afgeleid en moeten langer nadenken.
Een belangrijke oorzaak van diabetes type 2 is overgewicht en het hebben van te veel buikvet. Andere oorzaken zijn ouder worden, ongezonde voeding, weinig lichaamsbeweging en roken. Ook kan erfelijkheid een rol spelen in het ontstaan van diabetes type 2.