Hoogbegaafdheid is ook niet iets dat je kunt kwijtraken of worden. Het is iets waarmee je geboren bent en waarmee je eindigt. Het kan wel zo zijn dat bepaalde kenmerkende eigenschappen van hoogbegaafdheid minder bij jou tot uiting zijn gekomen vanwege de omgeving waarin je bent opgegroeid.
Hoogbegaafdheid gaat niet weg, het is echter wel mogelijk dat je steeds meer moeite moet doen om eruit te halen wat erin zit. Talentontwikkeling is ruimer dan een cijfer, een kind is meer dan een getal. Talenten hebben een stimulerende en prikkelende omgeving nodig: een aanpak op maat.
Een groot aantal heeft problemen gerelateerd aan hoogbegaafd zijn, zoals stress en burnout, depressie, eetproblemen, concentratieproblemen, slaapproblemen, eenzaamheid, angstklachten als faalangst, leerproblemen, onzekerheid, stemmingswisselingen, overgevoeligheid, relatieproblemen, minderwaardigheidsgevoelens, ...
Het ontstaan van hoogbegaafdheid zit hem voor een deel in de genen en voor een ander deel in de opvoeding en het onderwijs (zie ook bij het kopje wat is hoogbegaafdheid). Daarbij is het opvallend dat de invloed van erfelijkheid toeneemt met de leeftijd. De positieve en negatieve kenmerken van hoogbegaafdheid.
Hoogbegaafdheid theorie
Belangrijkste criteria: hoge intelligentie, motivatie èn creativiteit.
Veel mensen zien het als een manier om hun hoogbegaafdheid te kunnen bewijzen. Misschien voelt het alsof je dan pas mag vinden en zeggen dat je hoogbegaafd bent. Maar hoogbegaafdheid komt niet altijd naar voren in een IQ-test. Sommige hoogbegaafden scoren zelfs laag op een IQ-test, ook al hebben ze een hoog IQ.
Een autismespectrumstoornis (ASS) komt voor bij kinderen met alle intelligentieniveaus, dus ook bij hoogbegaafde kinderen. Echter: niet alle kinderen die hoogbegaafd zijn, hebben ook een autismespectrumstoornis.
Hoogbegaafdheid betekent dat je snel denkt en je ingewikkelde dingen goed kan begrijpen. Je werkt graag zelfstandig, bent nieuwsgierig en hebt veel motivatie. Ook ben je gevoelig en ervaar je veel emoties. Je vindt het fijn om dingen te bedenken, maken of te ontwikkelen.
De ene hoogbegaafde kan een aanleg hebben voor wiskunde maar ondertussen slecht presteren in taalvakken.
HB-ers passen veelal niet in systemen.Dus ook niet in het schoolsysteem of welk opgelegd systeem van buitenaf het ook mag zijn. Ze verzetten zich tegen autoriteit en net als HSP-ers kunnen ze moeilijk omgaan met machtsposities. Hoe dat komt lees je in mijn artikel over HB/HSP, macht, gezag of hiërarchie.
Begaafdheidstrauma komt voort uit problemen in de kindertijd met het gevoel dat je nergens bij hoort vanwege je gave . Pesten, honger naar mentale stimulatie, schoolmismatch en andere problemen die specifiek zijn voor de levenservaring van het begaafde kind kunnen ook bijdragen aan zowel het belangrijkste mentale gezondheidsprobleem als het gavespecifieke trauma.
Je hebt een hoog bewustzijn, sterk rechtvaardigheidsgevoel en inlevingsvermogen, een kritische instelling en je legt de lat vaak hoog voor jezelf. Verder is er sprake van een grote gevoeligheid voor zowel sensorische prikkels als emoties. Hoe dieper de informatieverwerking, hoe intenser de belevenis.
In de literatuur wordt in sommige onderzoeken gemeld dat er bij hoogbegaafde kinderen vaker sprake is van depressieve klachten (32, 41, 42), maar in andere onderzoeken wordt benadrukt dat hoogbegaafde kinderen vergelijkbare depressieve symptomen vertonen als hun leeftijdsgenoten met een normale intelligentie en een normaal vaardigheidsniveau (43–46).
Verwrongen zelfbeeld
Want het grootste probleem van hoogbegaafden is de mismatch met de omgeving. Ze stuiten op veel onbegrip en kunnen zich niet spiegelen, waardoor ze zich een buitenstaander kunnen voelen. ' Niet iedereen heeft de juiste mensen en middelen om zich heen om hieruit te komen.
IQ 100 tot en met 107 vmbo theoretisch tot en met vmbo-theoretisch/havo. IQ 108 tot en met 115 havo. IQ vanaf 116 havo/vwo. IQ Vanaf 118 vwo.
Hoogbegaafdheid is geen stoornis en komt daarom niet voor in de DSM. Er is dus ook geen sprake van een diagnose. Je kunt hoogbegaafdheid wel laten vaststellen aan de hand van een begaafdheidsonderzoek en/of IQ test.
Hoogbegaafdheid is voor een groot deel erfelijk, maar ook ouders die niet hoogbegaafd zijn, hebben hoogbegaafde kinderen. Ongeveer 2,5 procent van de bevolking is hoogbegaafd. In Nederland komt dat neer op ongeveer 430.000 hoogbegaafde mensen. Hoogbegaafdheid kan worden vastgesteld met behulp van een IQ-test.
Ook veel hoogbegaafde kinderen hebben een probleem met automatiseren. Bijvoorbeeld bij het leren van de tafels of de spelling van woorden. Bij hoogbegaafde kinderen komt dit doordat de hersenen (cortex) van hoogbegaafden een andere ontwikkeling doormaken dan die van niet-hoogbegaafden.
Hoogbegaafdheid is geen psychiatrische stoornis en lijkt in de basis geen grotere kans te geven op psychiatrische problematiek in zijn algemeenheid. Mogelijk bestaat er bij hoogbegaafdheid een groter risico op: – existentiële depressie; – obsessievecompulsieve stoornis; – eetstoornissen.
Als hoogbegaafde ben je heel alert en neem je goed waar, maar daardoor ben je soms ook (over)gevoelig. Je verveelt je snel als je in een groep zit die langzamer denkt en leert dan jij. Mensen begrijpen je gedachtensprongen en gevoel voor humor vaak niet. Soms voel je je daardoor eenzaam en 'anders' dan je klasgenoten.
Bij een IQ tot 120 spreekt men van een bovengemiddeld intelligentieniveau en bij een IQ tot 130, spreekt men van een begaafd intelligentieniveau. Een hoogbegaafd kind heeft een IQ dat hoger is dan 130. Desalniettemin is hoogbegaafdheid meer dan intelligentie, want dat is slechts de score uit een intelligentieonderzoek.
Het zijnsluik hoogbegaafdheid geeft aan dat de volgende (karakter)eigenschappen bij veel hoogbegaafden aanwezig zijn: een hoog rechtvaardigheidsgevoel, perfectionisme, een kritische instelling en een vorm van hooggevoeligheid.
Hoewel de autistische geest enigszins losgekoppeld kan zijn van de omgeving en daardoor minder geneigd is zich op ‘normale’ manieren aan te passen – minder geneigd om bepaalde synapsen te versterken ten koste van andere die de normale hersenen minder of helemaal niet waarderen – kan dit ontwikkelingsverschil de reden zijn dat autistische kinderen zich kunnen ontwikkelen...
PDA kenmerkt zich van door een uitdagingen tegen eisen en verzoeken des levens (tanden poetsen, werken, enz.)en inbreuken op hun autonomie.